De verweesden
Een nieuw fenomeen heeft zich ongemerkt gevestigd in de grote stad. U weet niet wat het is, nog niet, maar als ik het vertel zegt u oh ja. Het fenomeen dient zich aan bij storm en het is: de omgewaaide leenscooter. Het is een uiterst modern fenomeen want de leenscooter is er nog niet zolang, wordt alleen door jongeren gebruikt en is in omgevallen staat een voorbeeld van de achteloosheid waarmee men tegenwoordig aan de dingen voorbijgaat .
Met de scooter komt ook de ‘leenhelm’ die je, storm of niet, op de meest vreemde plekken tegenkomt. Een kennis van me beklaagde zich dat hij nu al drie van die dingen van straat had geplukt en het verhuurbedrijf steeds in kennis had gesteld van zijn vondst, maar dat men vertikte om die dingen te komen halen: te ingewikkeld.
Ik suggereerde hem dat je er met eenvoudige middelen een eigentijdse lamp van kan maken, een te gekke lamp die in de hoek van een kamer een plant zou kunnen verlichten. Twee van die lampen zouden nog leuker zijn en bij drie zou je een klein bedrijfje in die dingen kunnen beginnen. Hergebruik! Eigentijdse jachttrofeeën! Moderne verweesden vinden hun bestemming! Echter, steeds als ik die kennis bezoek zie ik die helmen nog ongebruikt liggen, mijn adviezen ten spijt.
Ikzelf vind ook met regelmaat iets op straat. Zo vond ik een bankpasje van ene heer Blitz. Je gaat je inbeelden hoe deze Blitz er uit ziet en heer Blitz bleek een traag bewegende gestalte van middelbare leeftijd, gewapend met een fles wijn. Uit dankbaarheid, ik blij, hij blij, mooi!
Ik kan ook me nog mijn eerste waardevolle vondst herinneren: het was een wegwerpaansteker van het merk Cricket. Zorgvuldig bestudeerde ik het ding en mijn moeder vond dat dit als gevonden voorwerp bij de politie moest worden aangegeven. Wisten wij veel; we kenden het verschijnsel wegwerpaansteker nog niet. Er meldde zich uiteraard niemand. Achteraf lach je daar om, maar onlangs ben ik er achter gekomen dat bankpasjes en ov-kaarten inmiddels ook behoren tot de categorie van de wegwerpartikelen.
Ik vond enkele maanden geleden een pasje van de ASN bank. Gebeld naar die bank met de mededeling dat ik hem daar en daar gevonden had en dat ik hem eventueel zou kunnen opsturen. De medewerkster gaf een lauw bedankje en zei verder dat ik hem maar moest doorknippen en weggooien. Ze had een enigszins afgebeten accent:‘knippuhemmadoor’. Het ‘knippuhemmadoor’ bleef nagonzen in mijn kop en vervolgens ben ik alle gevonden pasjes gaan doorknippen, puur uit frustratie.
Zowel helmen als pasjes laat ik dus gewoon liggen in het vervolg. Scooters rechtzetten doe ik slechts als ik er een vanuit mijn voorkamer zie liggen.
Laatst zag ik een leenhelm tussen de struiken, vervolgens een jochie dat het ding spontaan had opgezet. Hij liep er triomfantelijk mee rond. Een uur later lag het ding weer ergens anders en toen nam ik een modern besluit: achter mekaar in de container met dat ding! Ik voelde me ineens een stuk beter!