Hebbie een nijffie?
Wat is de Nederlandse taal toch geweldig! Maar nog mooier vind ik persoonlijk de diverse dialecten. En dan begin ik met mijn eigen regionale dialect. Ik ben een geboren en getogen Sliedrechtse, en opgevoed door ouders die zowel het ABN beheersten, maar ook het plaatselijke dialect.
Door een bepaalde groep mensen wordt er neergekeken op wat zij noemen "plat Nederlands". "Wat is daar mis mee?" is mijn vraag aan die mensen. Als je elkaar maar begrijpt.
Want wat is het toch heerlijk om diverse dialecten te horen spreken! Het (G)Rotterdams, Amsterdams, Utrègs, Zêêuws... (Ik kan best wel aardig Nederlands schrijven, maar weet effe niet hoe ik deze dialecten woordelijk moet weergeven.).
Vaak wordt er aan me gevraagd: "Kom jij uit de buurt van Amsterdam, soms?". Die vraag wijt ik dan maar aan mijn vet uitgesproken 'l'. Eh, nee, sorry: ik ben een echte baggerboerin uit Sliedrecht! Mede opgevoed door een stelletje zogenaamde "buitenaf-baggeraars". En daar ben ik trots op, toevallig! Die brachten wat 'sjeu' in de Nederlandse taal in mijn optiek.
Door hen heb ik "Schelden in minstens drie talen" geleerd. Wat ik dan ook vaak gebruik als ik achter het stuur zit.
Maar om terug te komen op ons dialect: de meest simpele dingen klinken ineens heel anders als ze worden gezegd in dialect. Een voorbeeldje: "Brood met boter en kaas" wordt dan "Brôôd met butter en kâes". Aardappelen worden "aerepel", (dop-)erwten "dopperties", stoffer en blik wordt "vaareken en blek". Van het laatste weet ik niet zeker waar dat "vaareken" vandaan komt: misschien was de borstel gemaakt van varkenshaar, weet ik veel! Maar geinig is het wél!
En vooral als twee dialecten elkaar tegen komen.
Even een voorbeeld van ruim 50 jaar geleden. We hadden toentertijd een vakantiehuisje in Renesse, toen het daar nog betrekkelijk rustig was.
Op een dag was de tuinman daar aan het werk, en vroeg aan mijn oma of ze een handharkje voor hem had. Op z'n Zeeuws: "Hajje un rûûve, vrouw Gort?". Na enig nadenken was het antwoord van oma: "O, u bedoelt een ruiffie?". Ze begrepen elkaar! Dat is toch prachtig?
Dat verhaal heeft jarenlang de ronde gedaan met familiebijeenkomsten.
Sommige dialectwoorden zijn ontleend uit het Engels. Zo ook het woord "nijffie". Kwam er jaren geleden de vraag van één van mijn ooms die een klusje voor me deed: "Hebbie een nijffie voor me, lieffie?". Ik begreep hem direct, holde naar de keuken en kwam bij hem terug met een mes. Een big smile als beloning, want ik had 'm dóór!
Ik kan ook schaterlachen om bijvoorbeeld Tineke Schouten, met haar sketches in plat Utrechts. Jaren geleden een avond met haar in het toenmalige theater alhier meegemaakt, op uitnodiging van mijn oudste vriendinnetje. Allebei nog zo'n drie dagen buikpijn van het lachen gehad.
En weet u wat ik ook zo leuk vind? Dat de mensen aan de overkant van de Lek mij óók verstaan als ik weer eens iets op z'n plat 'Slierechts' er uitgooi.
Conclusie: Nederland kan nog zó veel dialecten hebben, we begrijpen elkaar. En daar gaat het om, tóch?