Woningnood

Deze week bevatten de media een tweetal berichten die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben maar bij nader inzien toch een sterke onderlinge samenhang vertonen. De gemeente verscherpt - min of meer in samenwerking met de dominee - het toezicht rond de Pauluskerk. Dat is in Rotterdam het laatste toevluchtsoord voor daklozen die nergens anders terecht kunnen.
In Kralingen nam een huisjesmelker wraak op drie meisjes die via de huurcommissie bereikten dat hij de opgeschroefde huren moest terugbrengen. Hij plaatste voor straf drie jongens in het pand, dat tot nog toe altijd voor meisjes gereserveerd was gebleven. Tot nog toe kozen zij zelf een opvolgster uit als een van hen vertrok. De meiden vochten de handelwijze van de huisbaas aan voor de rechter. Het kwam echter gaande de zitting tot een compromis. Ze accepteerden de jongens als er voor hen een aparte douche kwam en ze zo weinig mogelijk gebruik zouden maken van de gemeenschappelijke keuken.
Wat hebben beide gevallen gemeen? De woningnood wordt door mensen met macht gebruikt voor het eigen profijt: financieel of politiek, dat maakt weinig uit.
Wethouder Ronald Buijt van Leefbaar Rotterdam zette de Pauluskerk weg als een magneet voor daklozen, die vervolgens overlast veroorzaken in de hele buurt. Bijvoorbeeld omdat wat hen betreft de hele wereld een WC is. Zolang de gemeente op grote schaal mensen zonder huis voor zelfredzaam verklaart of buiten de eigen opvangstructuren houdt op grond van allerlei bureaucratische en tamelijk willekeurige criteria, krijg je dat. Mensen die zich uitgekotst en weggepist voelen, gaan terugkotsen en terugpissen. Wethouders van het type Buyt, koningen van de symboolpolitiek, willen de zo ontstane problemen niet oplossen maar onzichtbaar maken. Of juist in het volle licht stellen om er aanhangers mee te winnen.
De Pauluskerk staat op een van de duurste en meest representatieve plekken in het hart van de stad. Als het om IJsselmonde, Pendrecht of Overschie ten oosten van de A13 ging, had niemand er naar getaald. Daarom moet de Hervormde Gemeente zich ook nooit laten ompraten hun noodopvang naar een plek aan de rand van de stad te verplaatsen. Het is heel goed dat de grote maatschappelijke problemen in het hart van de stad oog in oog met dure hotels en krankzinnige nieuwbouw zichtbaar zijn en blijven.
Zo zit het ook met dat studentenhuis. Het schijnt dat de gemiddelde huur voor een of ander kutkamertje in onze stad tegen de 700 euro per maand aanloopt. Het was heel verstandig van die meiden uiteindelijk toch met de komst van die jongens akkoord te gaan. Nu zitten er niet drie maar zes strijdbare studenten die zich niet laten uitbuiten en hopelijk van hun strijd een casus maken waar andere studentenhuizen een voorbeeld aan kunnen nemen. De veroorzakers van de woningnood en zij die ervan profiteren verdienen geen rust.
hanvanderhorst@vandaagenmorgen.nl