De verdere verbraving van Rotterdam
Het oude Tramhuis op het Eendrachtsplein wordt al lange tijd node gemist. Tot de beloften van 2025 behoort de terugkeer van dit uit 1904 daterende monumentje. Daar zal die onbestemde plek behoorlijk van opknappen. Het is goed nieuws.
In zijn soort was dit Tramhuis vroeger niet bijzonder. Het was niet ongebruikelijk als er bij haltes aan druk bereden tramrails of bij beginpunten kleine buffetten stonden waar de reizigers iets konden gebruiken in plaats van dat zij in weer en wind moesten wachten. Je moet daarbij bedenken dat in de eerste jaren van de vorige eeuw een tramkaartje best duur was. Een arbeider kon niet zomaar even een ritje maken. In de wagons zat om zo te zeggen de middenklasse. Toen het oude Tramhuis werd geopend, reden er nog uitsluitend paardentrams in de stad. De eerste elektrische tram maakte op 18 september 1905 de eerste rit en wel tussen het Park en de Honingerdijk. Hij was gevuld met notabelen die zich in de Rustwat hadden verzameld. Aan het eindpunt gekomen werden zij in Belvedère zeer uitvoerig en uitputtend toegesproken door de president commissaris van de Rotterdamsche Electrische Tramweg Maatschappij, mr. J. Knottenbelt. Daarna moesten ze ook nog eens naar de repliek van burgemeester ´s-Jacob luisteren. Deze plechtigheden duurden veel langer dan de rit zelf, die in totaal 25 minuten in beslag nam. Langs de hele route stonden belangstellenden om het wonder te aanschouwen.
Op 20 september 1905 schreef De Maasbode voor de jonge lezers en lezeressen het volgende: 'Weet gij wel hoe veel gevaarlijker zoo´n Electrische Tram is dan een Paardentram? Daarom neemt dezen raad ter harte: Speelt niet op de rails en legt er niets op; Loopt niet over wanneer de Tram in aantocht is want door zijn snellen gang is hij bij U, voor gij er aan denkt: Gaat er niet achteraan hangen; Klimt niet in de palen en komt niet aan de draden die gespannen zijn. Als gij dit in praktijk brengt, dan zult gij geen gevaar loopen en gij bezorgt uwen ouders geen verdriet'.
Dit alles geschiedde, toen het oude Tramhuis er al stond. Het is zo ongeveer het enige in zijn soort dat de twintigste eeuw heeft overleefd. Daarom is het van grote waarde.
De heropening vindt tegen het begin van de zomer plaats. Dan kun je er stadswandelingen bestellen.
Uiteraard had het Tramhuis zijn functie als wachtlokaal/buffet al lang verloren. Het was in de jaren tachtig en negentig het laatste toevluchtsoord voor nachtbrakers als de laatste kroegen de deuren gesloten hadden. Aan de bar was het altijd een drukte van belang want als serieuze volhouder en als jongen van ¨ ´s-avonds een man, ´s-morgens een man¨ kon je er de zon zien opkomen en eventueel de eerste tramnemen. Het was er altijd gezellig en het liep nooit uit de hand.
Nu hebben echte diehards zo´n plek niet meer. De nieuwe rol van het oude Tramhuis is het zoveelste bewijs van de verbraving die onze stad in zijn greep heeft.
hanvanderhorst@vandaagenmorgen.nl