Zonder bereikbaarheid zijn mensen nergens
Goede bereikbaarheid is een voorwaarde voor een samenleving waarin elke Nederlander mee kan doen. Via de weg, het spoor, de fiets of het OV gaan we naar werk, familie, vrienden of de sportclub. En worden onze supermarkten en zorginstellingen bevoorraad. Om bereikbaarheid voor iedereen te realiseren, op het platteland of in de stad, stelt het kabinet een aantal heldere uitgangspunten vast. Dat staat in de Hoofdlijnennotitie Mobiliteit 2050, waarmee de ministerraad heeft ingestemd op voordracht van minister Harbers en staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat.
Bereikbaarheid voor iedereen
Het klinkt logisch. Zonder goede bereikbaarheid zijn mensen letterlijk en figuurlijk nergens. De Nederlandse wegen, spoorwegen en fietspaden en waterwegen liggen er goed bij. Onze havens en luchthavens zijn belangrijke internationale knooppunten. Tegelijkertijd lopen we met onze infrastructuur tegen grenzen aan. Met de groei van de bevolking en de economie groeit ook de behoefte aan mobiliteit. De ruimte om onze infrastructuur uit te breiden is echter beperkt, zowel fysiek als financieel. Nederland is een land waar elke vierkante centimeter ruimte in gebruik is. En waar we goede bereikbaarheid willen en een schone en gezonde omgeving om in te leven. Dat vraagt om heldere keuzes.
Heldere uitgangspunten
Het kabinet onderstreept het belang van goede bereikbaarheid voor iedereen. Een uitgangspunt daarbij is dat bereikbaarheid zwaarder gaat wegen bij beslissingen over voorzieningen die voor mensen van vitaal belang zijn. Bijvoorbeeld bij een besluit over de locatie van een nieuwe school, ziekenhuis, woonwijk, of kantoorpand waar veel mensen werken. Om dat concreet te maken werkt het ministerie van infrastructuur en waterstaat aan integrale bereikbaarheidsdoelen. Met die doelen kan voor woongebieden en voorzieningen aangegeven worden hoe goed zij bereikbaar moeten zijn. Een ander uitgangspunt is dat er meer wordt gekeken naar gebiedsgerichte oplossingen, samen met lokale en regionale autoriteiten. In Zeeland kunnen immers heel andere mobiliteitsvormen nodig zijn dan in Gelderland of Zuid-Holland om dezelfde bereikbaarheid te garanderen. Veiligheid, een gezonde leefomgeving, natuur en duurzaamheid zijn daarbij altijd een belangrijke voorwaarde.
Verder mee aan de slag
Minister Harbers en staatssecretaris Heijnen gaan op 30 maart in gesprek met de Tweede Kamer over de mobiliteitsvisie. Op basis daarvan gaan zij verder aan de slag met een actieprogramma om uitvoering te geven aan de hoofdlijnen.