Interview Astrid Kockelkoren (GroenLinks): Politiek en stedenbouw op een nieuwe manier combineren
Sinds 2018 is Astrid Kockelkoren (1978) raadslid voor GroenLinks Rotterdam. Zij behartigt de portefeuille bouwen, wonen en buitenruimte. Ze koos voor GroenLinks omdat die partij staat voor duurzaamheid en zorgvuldig omgaan met de wereld, een wereld waarin je naar elkaar omkijkt. Toen met Wilders het nationalisme opkwam zag zij daarin en reden om politiek actief te worden. Het eerst als lid van de gebiedscommissie Delfshaven waar zij voorafgaand aan haar huidige gemeenteraadslidmaatschap vier jaar politieke ervaring opdeed. Zij is opgeleid en werkzaam als stedenbouwkundige.
Uit liefde voor de stad
Astrid studeerde bouwkunde in Delft waarvoor zij koos zoals zij zegt, uit ‘liefde voor de stad' en om het beter samenleven in steden. Astrid: ‘Als stedenbouwkundige maak je kaarten en plannen voor een buurt, een nieuwe wijk een stadscentrum of de inrichting van een plein. Dus eigenlijk is de plattegrond het middel waarmee je een visie voor de stad maakt. In de politiek gaat het over hetzelfde, namelijk hoe je op een goede manier kunt samenleven. Daar maak je geen kaarten, maar moet je in politieke debatten jouw visie over uitdragen en proberen er verder in te komen.
Een sterke combinatie...
Nadat zij raadslid werd heeft ze haar vaste baan bij een stedenbouwkundig bureau opgezegd en ze doet nu alleen nog losse klussen op dat gebied. Dat voorkomt belangenverstrengeling. Bovendien heeft zij zo haar handen vrij voor het tijd en energie vretende werk als raadslid en haar studie bestuurskunde die zij is gestart. Astrid: ‘Met die studie kan ik mijn politieke werk en stedenbouwkundige kennis op een nieuwe manier combineren. Ik voel me enorm aangetrokken tot het publieke domein en het werken voor de stad en zijn bewoners en het voor hen mooier en fijner maken om daar te wonen. Rotterdam heeft belangrijke vraagstukken waar je als politicus iets in kan betekenen en waar je juist met die stedenbouwkundige achtergrond meerwaarde kunt leveren’.
‘Als stedenbouwkundige ben je adviseur van een ontwikkelaar of een gemeente. Ik heb veel aan collegetafels gezeten en geadviseerd over waar het naar toe moest met een wijk of buurt. Gaandeweg kwam ik er achter hoe belangrijk de politiek daarin is, want daar werden logischerwijs de wezenlijke afwegingen gemaakt. Als stedenbouwkundige zat ik bij plannen die in Rotterdam speelden niet aan tafel, maar als raadslid juist wel. Zoals bijvoorbeeld bij de grote gebiedsontwikkelingen als Feijenoord City. Dat vind ik enorm waardevol en eervol om te doen’.
Van tekentafel naar debat
Het ‘vergroenen’ van stenige wijken in de stad is een onderwerp dat in de ogen van Astrid om verbetering vraagt. Astrid: ‘In mijn studie bestuurskunde leer ik dat politiek het veranderen van de status quo is. Het verbeteren van iets waarvan je constateert dat het nu nog niet goed genoeg gaat. Eén van de plannen die ik zelf heb ingediend is een voorstel van 23 miljoen voor groen, voor het ‘vergroenen’ en het oplossen van knelpunten voor fietsers en voetgangers op een aantal plekken in Rotterdam-Zuid. Je dient dan als raadslid een motie in waar je in het debat een raadsmeerderheid voor moet zien te krijgen. Nou, dit plan is met grote meerderheid aangenomen. Dat is wel hard werken want als het om geld gaat, moet je er wel voor lobbyen bij collega partijen. Er waren er die wel voor meer groen waren maar er moeite mee hadden dat het ten koste ging van parkeerplaatsen.
Zuid veiliger en groener maken
Mij gaat het er om dat het groener en veiliger wordt voor fietsers en voetgangers en ja, dat gaat soms ten koste van parkeerplaatsen. Veel plekken in Rotterdam-Zuid zijn erg stenig en daardoor onaantrekkelijk om in te wonen. Ook kinderen die naar school lopen of fietsen moeten dan langs onaantrekkelijke, vaak verkeersonveilige plekken. Ik zet me in om het veiliger en groener te maken voor bewoners en kinderen. Na een stevig debat is mijn motie wel met een meerderheid aangenomen. Ik vind het mooi dat, als ik straks in Rotterdam-Zuid rondfiets, ik groenere en veiliger plekken zie waar ik mijn steentje aan heb kunnen bijdragen’.
Foto Sophie Oelrich
Samen ‘stadmaken’
Tijdens haar lidmaatschap van de gebiedscommissie Delfshaven ontdekte zij hoeveel mensen in Rotterdam zich op allerlei manieren belangeloos inzetten voor hun straat, buurt, wijk of stad. Astrid: ‘Ik vond het hartverwarmend om dat te zien. De energie en belangeloze inzet van mensen strookt helemaal niet met het beeld dat in de media soms naar voren komt van de 'consumerende' bewoner. Mensen kwamen met allerlei ideeën en dat is juist in een gebied als Delfshaven met wijken waarin het soms ook ingewikkeld is om met elkaar samen te wonen, heel mooi om te zien. De energie van mensen om iets te betekenen bleek groot en daar kreeg ik zelf ook energie van. Ik ben blij met deze ervaring. Ik heb zo veel mensen en hun problemen leren kennen, zij weten mij te vinden en ik weet hen te vinden om ideeën te toetsen‘.
Astrid's ervaringen met burgerinitiatieven inspireerden haar tot een motie met als titel ‘samen stadmaken’ die wil bewerkstelligen dat de gemeente meer samenwerkt met bewoners bij het maken van plannen. Astrid: ’ Het Essenburgpark is bijvoorbeeld een project dat van onderop door burgers is aangekaart bij het stadhuis. Prorail bezat het stuk grond langs het spoor tussen het station en de moskee en wilde er van af. Bewoners zagen er een park in en gaven aan het te willen beheren. De gemeente keurde het goed en nu is het door bewoners beheerde park er en het is een prachtige groene oase midden in de stad’.
Groen dicht bij huis
Een ander voorbeeld van een plan van bewoners is ‘de groene connectie’. Het plan beoogt om verschillende groene plekken in de stad met elkaar te verbinden. Astrid zet zich in om een ontbrekende schakel in de connectie te vergroenen. Het gaat om het gebied tussen het Dakpark aan de Vierhavenstraat en de Parkhaven. Het gebied hoort niet bij de plekken waarvoor al vergroeningsplannen zijn afgesproken. Astrid: ‘Dan is het toch even kijken, je kunt nu eenmaal niet alles tegelijk, maar ik vind het wel heel belangrijk. Er is daar weinig groen, er wonen veel mensen en het is een enorme kans omdat je met vergroening [red. van het gebied Westzeedijk richting Parkhaven] het Dakpark via de Coolhaven kunt verbinden met de Heemraadssingel en het Essenburgpark. Dan krijg je een hele groene omloop. De bewoners zijn er heel blij mee want voor al de mensen die er om heen wonen, betekent het groen dichtbij huis.’
‘Ik vind het supermooie voorbeelden dat je niet alleen als wethouder van bovenaf zegt waar het naartoe moet, maar dat je ook ruimte biedt aan goede ideeën van bewoners. Als iemand mij benadert met een mooi idee dan heeft die zeker mijn luisterend oor. Ik probeer altijd mee te denken. Soms kan ik helpen om mensen in contact te brengen met andere mensen die daar ideeën over hebben of met ambtenaren die daar al mee bezig zijn. Soms gaat het niet direct, maar ik zie het wel als mijn taak om er dan aan te blijven werken en te blijven kijken hoe je het beter kunt doen. Dus daar blijf ik in elk geval aan werken de komende anderhalf jaar’.
’In Rotterdam leef je korter dan op veel andere plaatsen in Nederland
Tot slot noemt Astrid drie belangrijke onderwerpen waarvoor zij zich wil inzetten. Het eerste is het milieu. Rotterdam is een van de grote vervuilers in Nederland. Astrid: ’In Rotterdam leef je korter dan in veel andere plaatsen in Nederland doordat de lucht hier erg smerig is. Als Rotterdamse politiek kun je daar iets aan doen; je hebt er invloed op als je zorgt voor minder autoverkeer, voor het sluiten van kolencentrales en voor een schonere haven’.
Kansen, wonen en schonere lucht
Wonen is een tweede onderwerp want Rotterdam komt woonruimte te kort. Er moet gebouwd worden. Astrid: ‘Als we extra woningen bouwen, moeten we dat op de goede manier doen. Het is noodzakelijk om te verdichten in de stad en niet uit te wijken naar het groen daarbuiten. Binnen de stad kun je gebruik maken van bestaande voorzieningen, gebouwen hergebruiken en heb je openbaar vervoer dichtbij. Je kunt bovendien het geld dat je investeert in woningbouw ook inzetten om dat stukje stad wat groener en aangenamer te maken voor zowel de nieuwe als de huidige bewoners. Soms is dat ingewikkeld omdat huidige bewoners die toren van 15 verdiepingen niet in hun achtertuin willen. Daar schuurt het ‘stadmaken’ en daar moet je dan met bewoners over in gesprek’.
Verder vindt Astrid dat er in Rotterdam nog een slag te maken is om ervoor te zorgen dat mensen een gelijke uitgangspositie krijgen in hun leven. Astrid: ‘Zorgen dat er werk is, dat kinderen niet in armoede opgroeien en dat ze met een goede boterham naar school kunnen. Dat is iets waar wij als GroenLinks erg aan hebben getrokken en waardoor een aanzienlijke budget voor armoedebestrijding is vrijgemaakt’.
Ook de bejegening van Rotterdammers door de gemeente is van belang. Er was een tijd dat burgers door de overheid met argwaan werden behandeld. 'Wij denken dat als je mensen vraagt: wat zou je nou willen bereiken, dat bijna iedereen gewoon de handen uit de mouwen wil steken. Ik denk dat dit de afgelopen periode verbeterde en nog steeds beter wordt en daar draag ik graag mijn steentje aan bij'.