Rood wit gaat nooit verloren

22 november 2024 • 10:00 door Ronald Sørensen
Rood wit gaat nooit verloren
Sparta elftal in 1958 op Het Kasteel . Foto A. Groeneveld -collectie Ary Groeneveld - Gem. Archief

Mijn zwager, van kind af aan Spartasupporter, zei me een beetje trots: ”Ik hoorde je naam nog bij een rapportage van ESPN over Sparta.” “Klopt “zei ik: “Ben blij dat ze bij daar nog aan me gedacht hebben.”

Feijenoordbink

Liefde voor het voetbal is me met de paplepel ingegoten. Tot mijn zevende jaar woonden mijn ouders op de Bree, op een steenworp afstand van de Kuip. Om de twee weken ging ik met mijn vader mee om op een harde grijze bank naar de wedstrijden van Feijenoord (nog geen Feyenoord) te kijken. Ik ging op een kinderkaartje, behalve als ze tegen Sparta speelden. Dan was het altijd uitverkocht en kreeg ik een gewone zitplaats, zodat mijn vader me niet op schoot hoefde te nemen. Mijn moeder breide een rood-witte sjaal en ik voelde me een echte supporter. Zo werd ik een Feijenoordbink.

Spartapiet?

Op mijn zevende jaar verhuisden mijn ouders naar een flat op de
Mathenesserweg: een Spartabuurt pur sang. In mijn klas op de lagere school was ik de enige jongen met voorliefde voor de club van zuid. We voetbalden vrijwel ieder vrij uur op het schoolplein. Mijn matige optreden bevestigde het vermoeden dat er op zuid slecht gevoetbald werd. Ik werd getolereerd, maar stelde me zeker als de derby naderde uiterst terughoudend op. Twee keer werd ik boos aangesproken. Dat was nadat Feijenoord voor de zekerheid Holland Sport opkocht* en toen Tinus Bosselaar naar Zuid verhuisde. Verder viel het wel mee, want ik liet duidelijk merken dat Sparta mijn tweede club was. De Spartamars kende ik uit mijn hoofd, omdat ik na iedere overwinning van mijn club op Sparta gedwongen werd dit lied luidkeels te zingen.

Kapsones

Mijn vader ging nu uiteraard om de twee weken naar Sparta, maar ik moest er maar “in piepen” vond hij. Als het me lukte, kreeg ik achteraf het geld van een kaartje. Hij hoopte zo een “echte man” van me te maken. Meestal liep ik gewoon met de menigte mee, maar op den duur werd ik herkend. Op een gegeven moment kon ik over een hek bij de Lange Zijde klimmen, waarbij ik altijd door het publiek geholpen werd. Pas toen ik naar de HBS ging, kreeg ik van mijn vader een seizoenkaart. Twee van mijn klasgenoten speelden bij Sparta. Ze moesten door een ballotage, waarbij naar het beroep van hun vader gevraagd werd. Toen mijn vader dat hoorde, vond hij dat wel passen bij die “kapsones” club.

Sparta bijna verloren

Toen Leefbaar Rotterdam ongeveer twee jaar de scepter zwaaide in onze stad, dreigde de kasteelclub ten onder te gaan; een faillissement leek onafwendbaar. Alleen de gemeente kon uitkomst brengen. In mijn fractie betoogde ik, dat als de gemeente miljoenen in een symfonieorkest en een toneelgezelschap kon stoppen, ze ook Sparta konden helpen. Om de week amuseerden zich in Spangen duizenden stadgenoten. Een schenking of subsidie stuitte op vele juridische en praktische problemen. Uiteindelijk wist wethouder Wim van Sluis*een oplossing: de gemeente leende een flink bedrag met als onderpand het Kasteel (het is ondertussen afbetaald) Onze politieke tegenstanders (PvdA, GL en SP) waren faliekant tegen. Er werd gestemd en op de ESPN rapportage over de hele toestand was nog net te horen hoe ik “voor” riep.

Beloning

De kapsonesclub heeft me er voor beloond. Sommige fractieleden en ik kregen een vrijkaartje (pannetje) voor de bekerwedstrijd Sparta-FC Utrecht. Bij aankomst bleek ik een zitplaats te hebben naast tegenstemmer Hans Kombrink, iemand die Fortuyn zwaar beledigd had en met wie ik – laat ik het voorzichtig zeggen – niet veel op had. Daarbij zaten we midden tussen de Utrecht aanhang, die ging staan, ons uitzicht belemmerde en door alcoholgebruik (?) steeds luidruchtiger en baldadiger werd. Geen ontspannen wedstrijdbezoek dus. Gelukkig won Utrecht, zodat we opgelucht en ongeschonden de bezoekerstribune konden verlaten.

Ik weet nog steeds niet waaraan we die behandeling verdiend hadden. Supporters van de club van Zuid** (de boerenzij) of dedain t.o.v. de politieke partij van de gewone man?
De rapportage van ESPN gaf ook geen uitsluitsel, maar ze wisten in ieder geval wel, wie Sparta in die barre tijden geholpen had.


*Bij de invoering van betaald voetbal dreigde Feijenoord niet in de
eredivisie te komen. Holland Sport (Den Haag) stond veilig.
**Een wethouder met financieel inzicht: accountant. Speelde ooit in de Feyenoordjeugd.
***In Spartakringen wordt de naam Feyenoord nooit gebruikt

Over de columnist

Ronald Sørensen

Ronald Sørensen (Rotterdam,1947) studeerde biologie en geschiedenis en was 32 jaar leraar in het voortgezet onderwijs. Hij is medeoprichter van Leefbaar Rotterdam en was van 2011 tot 2015 lid van de Eerste Kamer. Vanaf 2016 schrijft hij columns voor RV&M.

Het wordt tijd dat de bezem door deze zwijnenstal gaat
30 nov
Het wordt tijd dat de bezem door deze zwijnenstal gaat
Een naaldje meer of minder
30 nov
Een naaldje meer of minder
Cinerama in gevaar
23 nov
Cinerama in gevaar
Talkshowterreur
17 nov
Talkshowterreur
Boodschappen doen in vroeger tijd
16 nov
Boodschappen doen in vroeger tijd
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.