Tour de France (2) de Galibier, tourchef Henri Desgrange, De rol van de radio

15 juli 2022 door Ard Heuvelman
Tour de France (2)  de Galibier, tourchef Henri Desgrange, De rol van de radio
Desgrange (2e van rechts) bij de Tour van 1913 Bld. cco

De lezers smulden van de verhalen over de bergetappes. Dus de berijdbare Alpenpassen konden er ook nog wel bij. De Tourmalet in de Pyreneeën en de Galibier in de Alpen behoren tot de meest beklommen bergen in de Tour de France. Beide toppen zijn voorzien van monumenten van vroegere Tourbazen, de Tourmalet is getooid met een standbeeld van Victor Goddet en de Galibier kent een groot monument voor de eerste Tourchef Henri Desgrange. Ook dit jaar is de Galibier weer in het parcours opgenomen.

 Desgrange (links) in 1905 Foto La Vie au Grand Air du 30 juin 1905, p.546 cco 

Desgrange kon er als journalist overigens zelf ook wel wat van. Vooral als een Fransman de overwinning behaalde, dan was de pen van Henri niet meer te stuiten en de lezers genoten daarvan. De koers was voor Desgrange een epische strijd tussen de reuzen van de weg. Zo pakte hij in de Tour van 1923 flink uit over de prestaties van winnaar Pélissier. Henri had toegeslagen in de etappe van Nice naar Briançon over de Col d’Allos en de Col d’Izoard: ‘Henri Pélissier heeft ons de hele dag een voorstelling gegeven die alle kunstuitingen waard is. Zijn overwinning heeft het prachtige programma en het classicisme van de werken van Racine, zij heeft de schoonheidswaarde van een perfect standbeeld, een puntgaaf schilderij, van een muziekstuk dat is voorbestemd om in ieders geheugen te beklijven’. Hij reed dan ook niet op een fiets, maar, volgens Desgrange, op ‘la célèbre violine de Saint Etienne Automoto et du pneu Hutchinson’ (hij reed dus op een fiets van Automoto met Dunlop-banden). Ook de Vlaming Karel Van Wijnendaele ging graag die toer op, maar dan vooral als het om de prestaties van (West-) Vlamingen ging. Deze nogal bombastische vorm van journalistiek heeft zeker tot de Tweede Wereldoorlog standgehouden. Daarna werd het zakelijker, mede door de komst van andere media.

Monument voor Desgrange op de Calibier Foto Mosson cco 

Kortegolfradio

De geschreven pers kreeg in de jaren twintig langzaamaan meer aanvulling van het nieuwe medium radio. De omroepzenders nemen in aantal steeds verder toe en eind jaren dertig zijn er veertien commerciële en twaalf publieke radiostations in Frankrijk. Daarmee was er een medium dat de ontvangers een rechtstreeks verslag kon aanbieden van wat op een andere plaats gaande was, en geen uitgesteld, zoals bij de krant. En daarmee ideaal voor een wielerronde die gedurende weken verre en onbekende oorden aandoet. Maar aanvankelijk was dat nog niet zo eenvoudig vanwege het gebrek aan krachtige mobiele zenders. De radio besteedde voor het eerst aandacht aan de Tour de France in 1927. Radio Toulouse bracht elke avond een samenvatting van een kwartier over de die dag verreden etappe. De eerste volledig in directe reportages gecoverde Tour komt in 1929 door verslaggever Jean Antoine die met een busje, uitgerust met kortegolfapparatuur, de Tour volgt. De kranten L’Intransigeant en Match financieren de reportages die via de zender van Radio-Cité de ether ingaan. Het signaal wordt met het telefoonnet via Parijs over Frankrijk verdeeld. De geluidskwaliteit is meestal abominabel, maar niettemin, de wedstrijdontwikkelingen kunnen nu direct aan het publiek doorgegeven worden. 

Lezen wat je op de radio al gehoord hebt

Nou ja, publiek. In 1929 telt Frankrijk nog maar een half miljoen radio-aansluitingen. Op lokaal niveau organiseren de luisteraars zich en men luistert gezamenlijk bij het enige toestel in het dorp. Natuurlijk vooral in de cafés die alleen al door het aanschaffen van een toestel een aanzienlijke omzetverhoging kunnen bereiken. En zo zijn er toch miljoenen luisteraars getuige van de gloriedagen van de Franse nationale ploeg in de Tour vanaf 1930. In dat jaar zenden alle radiostations van het Franse nationale netwerk vier maal per dag uit. De reportages worden zo belangrijk voor het succes van de Tour, dat de etappes steeds meer op de maat van de radio-uitzendingen worden gesneden met de finishreportage aan het eind van de middag. In die tijd concurreerden radio en kranten helemaal niet met elkaar: mensen wilden juist graag lezen wat ze op de radio al gehoord hadden, liefst aangevuld met mooie foto’s.

Charly Gaul in 1959 Foto Mondadori publishers cco

 De jaren vijftig zijn de gouden jaren van de radio in de Tour. Ja, misschien ook wel de gouden jaren van de wielersport. De grote Italiaanse vedetten Bartali en Coppi, de Zwitsers Kübler en Koblet, de Fransen Bobet en later Anquetil, de klimmers Charly Gaul en Bahamontes, spreken de mensen bijzonder aan. Door de voortschrijdende techniek wordt er steeds meer mogelijk. In 1955 zet Europe 1 een verslaggever op een motorfiets die met een sterke zender contact maakt die in een auto achter het peloton aanrijdt. In de jaren daarna worden steeds meer motoren voor de radioverslaglegging gebruikt. De stem van de reporter boven de rijwind uit, het geschreeuw van de toeschouwers en claxons alom: Voor de luisteraars is het zeer opwindend, zij krijgen voor het eerst het gevoel midden in de wedstrijd te zitten.

(Deel 3 van dit vierdelig feuilleton over de Tour volgt rond 20 juli)

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.