Tour de France (slot): De radio, de TV en het mooie landschap

23 juli 2022 door Ard Heuvelman
Tour de France (slot): De radio, de TV en het mooie landschap
Theo Koomen Foto BeeldenGeluid cco

Met ingang van 1962 wil de Franse nationale omroep RTF het laatste deel van de Tour de France-etappes rechtstreeks uitzenden. Die beslissing wordt op het laatste moment met een jaar opgeschort vanwege een conflict van de organisatie met het SNPQR, het Syndicat National de la Presse Quotidienne Régionale. De regionale kranten protesteerden namelijk uit vrees voor omzetdaling. Door de afnemende belangstelling voor de Tour en de grote druk van de merkenploegen zag de wedstrijdorganisatie zich genoodzaakt van de landenformule af te zien. De Tour werd, net als voor 1930, in 1962 weer door merkenploegen betwist. Het leverde echter, net als in 1961, weinig spektakel op. Jacques Anquetil wint, zoals voordien Thys en Bobet, zijn derde Tour voor Jef Planckaert en debutant Raymond Poulidor, die bij de huldiging meer applaus krijgt dan Anquetil. De etappes worden wel in samenvatting uitgezonden. De Nederlandse tv-kijkers werd deze Tour onthouden, terwijl toch na jaren weer eens een landgenoot in de persoon van Ab Geldermans twee dagen in de gele trui reed en als vijfde eindigde in Parijs. 

Ab Geldermans in 1960 Foto Nat Archief

De omroepbazen weigerden de Franse beelden uit protest tegen het commerciële karakter en gingen zelfs zo ver dat ook de radioreportages werden gestaakt. In plaats daarvan werd er bericht over de Tour de l’Avenir, de Ronde van de Toekomst, ingericht voor amateurs en onafhankelijken, een categorie tussen profs en amateurs in. Die Toekomstronde was overigens best succesvol voor de Nederlanders met een sterke Jan Janssen, die drie etappes won en derde werd in de eindstand. Ook de Nederlandse geschreven pers walgde van de vercommercialisering van de Tour. In de krantenartikelen werden de merken niet genoemd, maar kregen de ploegen de naam van hun ploegleider. Zo was Mercier de ploeg Magne en Saint Raphael met Anquetil en Geldermans heette de ploeg Geminiani. Er bestond kennelijk gerede angst dat het lezerspubliek massaal aan het in Nederland totaal onbekende aperitief zou gaan.

‘hardfietsen’ vond hij maar niks

Sinds 1963 werden van alle Touretappes de laatste dertig kilometer live door de Franse televisie uitgezonden. De rechtstreekse reportages namen daarna in lengte en kwaliteit gestaag toe. En ook de radio ging steeds meer aandacht aan de Tour besteden. Begin jaren zeventig werd de dagelijkse uitzending van Radio Tour de France in Nederland vooral populair door het enthousiaste commentaar van Theo Koomen, gelardeerd met veel Franstalige muziek. Die populariteit ging zo ver dat veel televisiekijkers het geluid van het tv-commentaar afzetten en de radio aan. En dat terwijl zowel Koomen als wielrennen aanvankelijk slecht lagen bij de leiding van de omroep. In eerste instantie keerde men zich, zoals toen gebruikelijk was, tegen de verregaande commerciële uitingen van het beroepswielrennen. 

‘Bij de NOS spreek je ABN en draag je een jasje met een das’

Pas in 1968 was de Tour de France in Nederland voor het eerst op televisie te volgen geweest. Nog niet live, want het finishverslag van de Franse tv werd opgenomen, gemonteerd tot een samenvatting van een half uur en ‘s avonds uitgezonden onder de vlag van NTS Sport. Dat programma heette van 1959 tot 1966 Sport in Beeld en in 1969 kreeg het de naam die we nu kennen, Studio Sport. Hoofdredacteur was Bob Spaak, die een sterke voorkeur had voor voetbal, atletiek en vooral schaatsen. Dat ‘hardfietsen’ vond hij maar niks. Uiteindelijk stemde hij, op aandringen van zijn redacteuren, toe in rechtstreekse uitzending van de laatste twee etappes van de Tour van 1968 op zaterdag en zondag, waarbij Fred Racké het commentaar leverde. Die zondag won Janssen de Tour voor miljoenen kijkers. De kijkcijfers openden de ogen van Spaak en een gevolg was dat het aantal live sportreportages drastisch werd opgevoerd en dat vanaf dat moment alle Touretappes live zijn uitgezonden. Bob Spaak had ook helemaal niets met zijn radioreporter Theo Koomen, die hij beschouwde als een entertainer, niet als een serieuze journalist. Hij kon echter niet meer om de populariteit van Theo heen. Bovendien wilde hij de wielerjournalist Jean Nelissen niet in de studio voor de camera zetten, want die sprak Limburgs en was slecht gekleed. ‘Bij de NOS spreek je ABN en draag je een jasje met een das’. 

De tour met en zonder mythe

 ‘De Neel’ was in die periode een van de weinige deskundige Nederlandse wielerjournalisten. Dat is bij televisie hard nodig, want het bleek al snel een compleet ander medium dan radio te zijn. Het probleem is namelijk dat iedere kijker kan zien wat er gebeurt. Aanvankelijk werden oud radioreporters ingezet, maar die kregen in hun beginperiode tijdens grondig commentaar vaak een papiertje onder hun neus gedrukt met de tekst ‘geen radio’. Niet vertellen wat iedereen kan zien, maar kennis van het wielrennen is achter de microfoon noodzakelijk om uit te leggen waarom renners zich op bepaalde momenten gedragen zoals ze doen. De befaamde Franse L’Equipe columnist Antoine Blondin maakte zich al zorgen in 1960 over de mythische status van het wielrennen door de invloed van televisie. Volgens hem werd de Tour de France ‘…als gevolg van de perfectie van de informatievoorziening via de radio en televisie, in de ogen van iedere burger die zich er ook maar even voor interesseert, gedemythificeerd, zoals de sociologen zeggen. Doordat ze haar mysterie verliest, verliest ze haar sacrale karakter, en daarvan is ze zich bewust. Ze verwaarloost het fundament waarop ze rust’. 

Antone Blondin Foto cco 

Robert Chapatte bijgenaamd ‘Bébert la Valise’

Net als bij het vroegere krantenartikel moet het televisieverslag aan bepaalde eisen voldoen om het voor de kijker interessant te maken. De reporter moet op de hoogte zijn van de interne verhoudingen in het peloton. Het gaat om een interpretatie van het getoonde, want de werkelijkheid van de beelden spreekt niet altijd voor zich als het om het gedrag van renners gaat. Om die reden werden in de traditionele wielerlanden al direct ‘kenners’ achter de televisiemicrofoon gezet. In Italië Adriano De Zan, zoon van operettezangers en misschien daarom zelf niet vies van enige show, maar bijzonder goed op de hoogte van het wielrennen. In Frankrijk Robert Chapatte, een ex-renner (bijgenaamd ‘Bébert la Valise’) die zelf nog de Tour had gereden in de naoorlogse jaren. En in België een ex-renner met een grote erelijst, Fred De Bruyne. In Nederland gebeurde dat pas in een veel later stadium.

Maar daarmee is lang niet alles gezegd over de registratie van een wielerwedstrijd op de weg. Zo’n wedstrijd gaat vanuit een locatie naar een andere plaats en speelt zich op de openbare weg en in een wisselend landschap af. Kortom: er is in de context veel te zien dat eigenlijk niet rechtstreeks met de wedstrijd te maken heeft. Bovendien heeft zo’n rit kenmerken van een reis. En in de praktijk blijkt dat ook. De tv kijker blijkt niet alleen geboeid door de wedstrijd. Als het om de grote rondes gaat dan hebben veel kijkers ook oog voor het decor waarin de wedstrijd zich afspeelt. Frans onderzoek laat zien dat er vele niet-wielerfans zijn die graag kijken naar de reportages van de Tour. Zij zitten hoofdzakelijk voor de buis vanwege ‘les beaux paysages’ (31%) en de bergetappes (26%). Pas op de derde plaats komt bij hen de sportieve strijd (20%). 

voor de buis vanwege ‘les beaux paysages’

De televisieregistraties van grote wielerrondes zijn tevens een virtuele reis door het land met alle bijzondere landschappen, monumenten en bezienswaardigheden. Dat is sinds de komst van de televisie eigenlijk van meet af aan het geval. In de jaren vijftig openden de tv-verslagen van de Touretappes al steevast met beelden van de startplaats zoals kerken, karakteristieke architectuur, monumenten en dergelijke, ‘als een ontdekkingsreis voor de Franse kijkers’ volgens Fabian Wille, onderzoeker aan de Universiteit van Lille die daar een proefschrift aan wijdde. In 1959 hadden de eerste livebeelden vanuit de lucht van de Col de l’Iseran een enorme impact. Luchtbeelden vanuit de helikopter bleken niet alleen een grote verrijking van de reportages wat betreft het koersverloop, maar ook om de indrukwekkende schoonheid van het landschap te tonen. Vermoedelijk is in 1988 het rondvliegen rond een kenmerkend punt als onderdeel van de live reportages begonnen, mede als gevolg van de uitbreiding van de registratietechniek. Dat betrof die eerste maal de kathedraal van Reims. Er was toen voor het eerst een vliegtuig als schakelstation tussen heli’s, motoren en de studio beschikbaar. Sindsdien zijn dit soort beelden schering en inslag.

Tourdirecteur - journalist Jaques Goddet Bld cco

de rondzwevende rode wouw is de favoriete vogel in wedstrijden als de Tour de France

Tegenwoordig is dat de gangbare praktijk van registratie geworden. Dat houdt in dat beelden van het wedstrijdverloop doorsneden worden met, vaak van tevoren opgenomen, beelden van de natuur, van steden en kenmerkende gebouwen, van dieren in weiden en op berghellingen. Vooral de rondzwevende rode wouw is een favoriete vogel in wedstrijden als de Tour de France. Daarbij worden ook geluiden toegevoegd. Soms levert dat een flagrante breuk met de continuïteit van de beelden op, bijvoorbeeld bij verschillende weersomstandigheden en lichtval waarin beelden gefilmd zijn. Maar meestal is dit niet storend door het doorlopende verhaal van de wedstrijd die gaande is. De urenlange uitzending van een Touretappe wordt zo voor de kijker een virtuele reis. De Tour de France, waarin het om snelheid gaat, zeker wanneer de renners met ruim tachtig kilometer per uur een berghelling af denderen, wordt zo een ultieme vorm van slow tv. Voor veel kijkers een waar genoegen en in een aantal landen al met succes toegepast in urenlange uitzendingen over treinreizen, brandende haardvuren, wol verwerking vanaf het scheren van een schaap tot en met het breien van een trui, en andere onderwerpen. Ook de Duitse zender ZDF heeft in nachtelijke uren een aantal stevige treinreizen uitgezonden die vanuit de bestuurdersstoel waren opgenomen. Het is voor veel kijkers een zeer ontspannende kijkervaring, helpt sommigen hun dagelijkse beslommeringen te vergeten en laat hen reizen zonder daar zelf moeite voor te hoeven doen.

‘de Nederlandse bocht’ op Alpe d’Huez

Bovendien spelen publieksshots een steeds belangrijker rol in de registratie van de koers. De organisatoren, en zij niet alleen, waren verbijsterd over de massaal bezochte Tourstart van dit jaar in Denemarken. En wij zullen natuurlijk weer smullen als ‘de Nederlandse bocht’ op Alpe d’Huez straks in beeld komt, liefst met beschonken corpsballen die een roeiwedstrijd nabootsen, genietend van echte heroïek die in hun hockey- en roeiwereld nu eenmaal ontbreekt.

Drie en een half miljard TV kijkers? Deel maar door 50

Hoeveel mensen kijken er nu eigenlijk naar de Tour de France op tv? Daarover bestaan grote claims, maar slechts weinig betrouwbare cijfers. Zo claimt organisator ASO dat de Tour wereldwijd door drie en een half miljard mensen op televisie wordt gevolgd. De halve wereldbevolking, dat zijn wel heel verbluffende kijkcijfers. Zoveel kijkers zou moeten betekenen dat massa’s mensen in grote landen als China, India, de Verenigde Staten en Rusland de Tour via tv zouden volgen en dat is, gezien de geringe tot bijna afwezige populariteit van wielrennen in die landen, buitengewoon onwaarschijnlijk. Om hoeveel kijkers het in werkelijkheid gaat brengt enig giswerk met zich mee. Er zijn uiteraard massa’s mensen die wel iets van de Tour op de buis zien, maar wie volgen de volledige wedstrijd over drie weken? 

Volgens onderzoekers Daam Van Reeth en Wim Lagae van de KULeuven moeten we het cijfer van ASO delen door tien, dus zou het gaan om 350 miljoen kijkers. Dat zijn dan niet alleen de mensen die de ritten elke dag live volgen, want daar heb je gedurende drie weken bijna een dagtaak aan, maar om kijkers die de live reportages en/of de samenvattingen zien bij elkaar opgeteld. Aangenomen dat het per etappe steeds ongeveer dezelfde mensen zullen zijn, zou het dan gaan om 17 en een half miljoen vaste kijkers, namelijk 350 miljoen totaal gedeeld door ruim twintig ritten. Maar nogmaals, hoewel het hier een ‘educated guess’ betreft, het blijft giswerk. 

Wij kijken natuurlijk wel. En we gaan virtueel op reis. Naar de kasseien van het Bos van Wallers, naar bergen als de Galibier en Alpe d’Huez en naar de zwarte Madonna van Rocamadour.

(Dit is het 4e en laatste deel van dit vierdelig feuilleton over de Tour )

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.