Michel Piccoli 1925 -2020
Markies De Sade in 'La Voie Lactée' ofwel 'De Melkweg' uit 1969 van Louis Bunuel, een ontslagen werknemer die wraak neemt op de samenleving door zich in te metselen en nu en dan een mens vangt om op te eten in 'Themroc' (1972) van Claude Faraldo, dinergast in het surreële 'La Charme discret de la bourgeoisie opnieuw van Bunuel, één van de vier vrienden die besluiten zich dood te gaan eten in een ultieme reeks maaltijden in 'La Grande Boeuffe' (1973) van Marco Ferreri; zeggen dat de onlangs overleden Franse acteur Michel Piccoli een voorliefde had voor het absurdisme, is niet overdreven.
'Le Mépris'
Beroemd werd hij al eerder. Hij speelde in 1963 al de minnaar van Brigitte Bardot die het af moet leggen tegen de Amerikaan Jack Palance. Dat was in 'Le Mépris' van Jean Luc Godard. Over iconische films gesproken, in 'Le Mépris' komt alles bij elkaar. Natuurlijk Bardot, het onovertroffen Casa Malaparte (zie de foto onderaan dit artikel), Alberto Moravio die het scenario schreef, de eeuwige Jean Luc Godard, genoemde Jack Palance en Michel Piccoli.
'Le Mépris': Brigitte Bardot en Michel Piccoli Foto Disprezzo Errix via CC
De Fransen van die tijd, zeker die van het filmtijdschrift Cahiers des Cinema waaronder Godard, waren gek op alles wat Amerikaans was vandaar Jack Palance, maar Piccoli mocht in het verhaal dan wel het onderspit delven van Palance, het is Piccoli die van de mannelijke cast in herinnering blijft. Een man die zachtheid uitstraalt ook als hij een gangster is zoals een jaar eerder in 'Le Doulos' uit 1962 van de Franse noir-meester Jean-Pierre Melville.
Pierre Bezoechov
Literatuur heeft zo zijn helden Pierre Bezoechov in Oorlog en Vrede, Frits van Egters in de Avonden, ze komen zo nu en dan tot leven in een film die altijd minder is als het boek, maar Bezoechov blijft Bezoechov wie hem ook vertolkt, Egters blijft Egters en Ka uit 'Sneeuw' van Pamuk, blijft Ka al is hij voor iedere lezer een ander. Zo gaat dat met boeken. Maar bij goed geregisseerde films lijken de goede acteurs het over te nemen. Mastroianni in Fellini's 'La Dolce Vita' en 'Otto e Mezzo'.
'Chinatown'' van de onlangs hier -naar aanleiding van een andere film- besproken Polanski, zou moeilijk denkbaar zonder Nicholson, Louis Malle's 'Ascenseur pour l'eschavot' zonder Jeanne Moreau, Hitchcock's 'Rear Window' zonder James Stewart zijn niet alleen lastig voorstelbaar, ze zijn hermetisch deel van het tableau van de film. Zo gaat dat bij grote filmregisseurs die met grote filmacteurs werken en dat geldt ook voor elke film die Piccoli met een goede regisseur maakte. De film klinkt acteurs en personage voor altijd samen. En veel acteurs zijn nu eenmaal groter dan de door hen vertolkte personages.
Michel Piccoli in 1945 aan het begin van zijn loopbaan Foto Studio Harcourt via CC
Piccoli voegde er zijn warmbloedigheid aan toe, hij leek altijd meer Italiaan dan Fransman. Zoon van een Franse pianiste en een Italiaanse violist was hij. Geboren en opgegroeid in Parijs. Hij begon zijn acteercarrière al op school met in 1944 een eerste kleine filmrol, toen theater en film met de bevrijding in de rug een nieuwe start doormaakten. De warmte zat hem in het bloed, de voorliefde voor de absurdistische kanten van het bestaan lagen in die naoorlogse jaren zeker in het theater in Frankrijk - Ionesco, Beckett, Artaud, Cocteau - voor het oprapen. En met twee musici als ouders is ook zonder detailkennis van het leven van de acteur duidelijk, dat kunst -de opvoering van iets dat aan de werkelijkheid refereert, maar er iets mee doet, dat zonder dat we precies weten waarom of waarin het recept schuilt, het naar een ander en fascinerend plan tilt, hem van kind af aan vertrouwt moet zijn geweest.
12 mei zo stond in de kop van 'France Soir', 'monstre sacré du cinéma', inmiddels boven alle wereldse kritiek verheven, echtgenoot voor een jaar van Juliette Gréco, speelde met een lange lijst grote filmmakers van Alfred Hitchcock en Jean Renoir tot Jaques Démy en Youssef Chahine en overleed 94 jaar oud aan een beroerte. Achterblijven al die films, zo'n tweehonderd, met heel veel zeer boeiende ertussen en Michel Piccoli zoals miljoenen 20e eeuwers hem kennen.
Villa Malaparte uit 'Le Mépris' (1963) met Piccoli Foto Peter Schüle via CC