Boven de stad klapwiekt de armoe met haar grijze vlerken
Afgelopen zondag moesten wij bij Coolblue op het Oostplein een klein tv-toestel ophalen. Voor de deur stond al een rij klanten die zich een eindweegs langs het trottoir van de Hoogstraat uitstrekte. Iedereen hield keurig anderhalve meter afstand tot elkaar en bij de winkeldeur fungeerde een medewerker als portier. Hij scheidde de bokken van de schapen die zo verstandig waren geweest om van te voren een afspraak te maken. Niemand verloor daarbij zijn goede humeur of zijn geduld waardoor deze verkoper een prestatie van betekenis neerzette.
Achter ons zwol de rij aan wat een nieuw licht wierp op de economische depressie die door de lockdown wordt veroorzaakt. In den brede gezien was het echter allemaal schijnwelvaart. Hier stonden vast mensen in de rij met een betrekking bij de overheid of een aannemelijk pensioen die net het voorschot op hun zonvakantie hadden terugontvangen. Nu kochten ze daar in arren moede maar electronica van.
het is veel te rustig in de Rotterdamse haven
Ik besloot de rij te verlaten om een café americano en een cappuccino to go te halen. De Hoogstraat was op de wachtenden na leeg en verlaten. Ik vond achter een steiger verborgen een grote dagzaak waar ik mijn bestelling plaatste. Je kon merken dat ik die dag een van de weinige klanten was en dat ook zou blijven. Boven de stad klapwiekt de armoe met haar grijze vlerken. Wie goed kan kijken ziet de schaduw overal.
Ik nam mijn plaats in de rij voor de Coolblue weer in en moest denken aan vijfenzeventig jaar geleden, 19 april 1945, een dikke twee weken voor de bevrijding. Toen stonden de mensen ook in de rij maar dan voor dunne soep uit de gaarkeuken. Zou het ook zo´n prachtige lentedag zijn geweest? Daar valt nog niet zo makkelijk achter te komen. Het weerbericht was een goed bewaard militair geheim. Je kunt nu in de rij voor een luxe-artikel op de Hoogstraat in het herbouwde Rotterdam met je i-phone direct de kranten van 19 april 1945 oproepen, legaal en illegaal. De Rotterdamse editie van Het Parool meldde dat er in Zuid ¨kers-versche¨ SS-troepen waren binnengetrokken die zeiden op doortocht te zijn naar Hoek van Holland. Nog twee berichten: ¨Het vorderen van auto´s is weer begonnen. Niets wordt meer ontzien, zelfs de voedselvoorziening niet. De wagens, die gisteren gepakt werden, zijn terstond gecamoufleerd en denzelfden dag nog volgepropt met soldaten vertrokken¨. Die moesten er blijkbaar de moed in houden, want, zo schrijft Het Parool: ¨De bezetting wordt weer gevoed met zangzaad. Om den dag moeten marschen worden gemaakt waarbij ein, zwei, drei, vier de imposantste melodieën kräftig aangeheven dienen te worden.
Wie in de rij stond dacht misschien eerder aan de komende verdeling van het Rode Kruis die met ingang van 22 april zou plaats vinden. Bij overleggen van bon A497 kreeg je 400 gram brood en 125 gram margarine mee. Bon C10 gaf recht op 250 gram graanproducten en 250 gram smeerkaas. Allemaal gratis en gewoon bij de winkelier waar je altijd met je bonnenboekje inkopen deed. Dit kwam bovenop het gewone rantsoen. Voor de week vanaf 19 april kon men op bon 406 één kilo aardappelen kopen, op bon 407 drie kilo suikerbieten en op bon B451 250 gram kindermeel, dan wel voedingssuiker of 210 gram tarwebloem. Op bon 402 mocht een ons kaas worden gekocht en op E9 een half pond suiker.
Alles bij elkaar duurde het wachten op een TV bij de Coolblue een half uur. Al die tijd werden we scherp in de gaten gehouden door een man met een tekentablet die aan de overkant voor de Chinese afhaal op een bankje zat. Hij bleek een van de drie stadstekenaars te zijn, die in opdracht van het gemeente-archief een jaar lang Rotterdam in beeld brengen. Ze zijn gewoon op de stad losgelaten. Ze mogen schetsen wat ze opvalt. Aan het eind van het jaar volgt als we allemaal veel geluk hebben met deze crisis een expositie in de Kunsthal. We zullen dan de verbeelding zien van de historische tijden die we beleven. Nu leren ook wij wat het betekent om op straat voor een winkel op je beurt te wachten. Natuurlijk, het is geen vergelijk met drie kwart eeuw geleden. Er staat geen agent bij om een stormloop op de gamellen te voorkomen. Van schaarste is nog geen sprake, of het moest gebrek aan ruimte zijn in wat wij optimistisch de anderhalve meter economie noemen.
Toch: het is veel te rustig in de Rotterdamse haven. We lezen in de media steeds zorgelijke commentaren over stilvallende export. Dan moet het met de import net zo goed fout lopen. Volgens mij worden in het geheim al voorbereidingen getroffen voor een mogelijke schaarste en anders zouden we wel een heel frivole overheid hebben.
Foto's: HvdHcorona