Immuniteit is het nieuwe goud

Immuniteit tegen corona is goud waard. Alle lange termijn strategieën zijn daarop gericht. Zowel op de schaal van hele populatie en landen, als op het niveau van de groep en van individuen. Op de schaal van bevolkingen is dat het streven naar kudde-immuniteit waarbij 60 tot 80% immuun wordt. Op het niveau van de groep zijn dat maatregelen zoals de te ontwikkelen apps, het afstand houden en het voorkomen van besmetting. Op het niveau van individuen zijn dat maatregelen van hygiëne en de ontwikkeling van een vaccin.
Boeiend onderzoek naar de hoeveelheden antistoffen van verschillende coronapatiënten werd getoond in de briefing van het RIVM aan de Tweede Kamer op 8 april door professor Jaap van Dissel in functie van directeur infectieziekten van het RIVM. Dat onderzoek is gedaan door Marion Koopman van het Erasmus MC. We leerden eruit dat er verschillende wijzen van het testen van die antistoffen zijn, dat verschillende patiënten verschillen hoeveelheden antistoffen hebben en dat er grofweg een correlatie is tussen de hevigheid van de doorgemaakte en overleefde ziekte en de hoeveelheid antilichaampjes tegen het virus en daarmee de mate van immuniteit.
GGrafiek met antilichaampjes in verschillende tests onderzoek Marion Koopmans Erasmus MC Foto RG
Door een slimme vraag van Esther Ouwehand van de Partij van de Dieren, ‘Veel mensen hopen dat als ze corona gehad hebben ze weer hun ouders of grootouders kunnen bezoeken omdat ze immuun en niet meer besmettelijk zijn’, kwam de hierbij belangrijke kwestie van de grensgebieden aan de orde. Ze vroeg wanneer mensen met zogeheten ‘milde klachten’ kunnen weten dat ze immuun zijn en als dat niet precies bekend is ‘betekent dat dan, dat er een groep mensen is die voortdurend milde klachten hebben en voortdurend weer besmettelijk kunnen zijn?’
Van Dissel antwoordde dat het onduidelijk was of mensen met milde klachten die de ziekte te boven gekomen zijn, immuun geworden zijn.
Professor Jaap van Dissel in de parlementaire briefing Foto RG
Mensen die een bepaalde hoeveelheid antistoffen tegen corona hebben, zijn voor middenlange tijd immuun voor nieuwe besmetting en zullen binnen die periode ook geen besmetters van corona zijn. Dat is het goede nieuws. Recent Duits onderzoek gaat uit van een paar jaar (Eichenberger, 2020:2). Helaas is onbekend wanneer precies iemand voldoende antistoffen heeft om immuun te zijn. Ook is onbekend hoe lang die immuniteit precies voor iemand duurt. Dat is het slechte nieuws. De waarde van het onderzoek van professor Koopman ligt erin dat het de aanwezigheid en de hoeveelheid van antistoffen tegen het virus in een gevarieerde patiëntengroep in beeld brengt. Bovendien laat het zien waar (serologische) testen erin slagen om praktische hanteerbare uitspraken te doen over de aanwezigheid van antistoffen en waar niet.
Hoeveelheden antilichaampjes na verloop van tijd bij verschillende patienten. Uit onderzoek professor Marion Koopmans op briefing 8 april. Foto RG
Vrijwel altijd symptomen
Juist bij milde aandoening van coronavirus is het lastig om ook middels tests stellige uitspraken te doen over immuniteit en het wijken van besmettingsgevaar.
Een ander belangrijk punt dat aan de orde kwam in de briefing was dat de ziekte, daarin was Van Dissel namens het zogeheten Outbreak Mangement Team (OMT) vrij stellig. Ook al raakt het virus de patient maar heel licht, gaat dat vrijwel altijd gepaard met symptomen: lichte neus, verkoudheid, dat soort dingen. Zogenaamde a-symptomatische patiënten zijn waarschijnlijk praktisch nauwelijks of niet besmettelijk, zo kwam in de briefing als antwoord op een vraag van kamerlid Joba van den Berg (CDA) ter sprake.