Ik noem de Rotterdamse binnenstad een mislukking
De collega´s van Vers Beton hebben de discussie geopend over de aanblik van de binnenstad. Zijn we tevreden of hadden we achteraf moeten kiezen voor de aanpak van Dresden waar men het gebombardeerde centrum in oude luister heeft hersteld?
Dresden heb ik nog nooit bezocht maar ik ken wel Munster, dat door geallieerde luchtvloten een aantal malen zwaar onder handen is genomen. Nu tonen de inwoners van de stad trots de bovenzaal van het stadhuis waar in 1648 de beroemde vrede is gesloten. Die dateert uit de vroege jaren vijftig van de vorige eeuw maar je merkt er niets van.
Stratenpatroon
Munster heeft er voor gekozende oude stratenpatronen met de bijbehorende bebouwing zoveel mogelijk te herstellen. Dat het allemaal vrij nieuw is merk je als je een hotelkamer hebt met een raam op de achterzijde. Die is namelijk zakelijk en modern gehouden. De krotten, de stegen en de gangetjes waarmee Munster ongetwijfeld vol zat, zijn niet teruggekeerd. Ze hebben de woonellende van voor de oorlog uiteraard niet terug gerestaureerd.
Munster heeft een geslaagde binnenstad waar het ook ´s-avonds gezellig is. Wie vooroorlogse foto´s bekijkt van de Coolsingel, het Hofplein, de Hoogstraat of de Hoofdsteeg, wordt van weemoed en heimwee naar het verleden vervuld. Verwoest, verdwenen, kaalgeslagen. Niet alleen door de Duitse bommenwerpers maar net zo goed door ingenieur Ringers, de nationale wederopbouwcommissaris, die alle grond in de binnenstad naastte en alle beschadigde gebouwen op de Laurenskerk na liet neerhalen. Zo bleef er een kale vlakte over voor een volstrekt nieuwe stad waar de auto vrij baan zou krijgen. Een stad van de toekomst. Hadden we maar ….zoals ze in Dresden en Warschau ook hebbengedaan?
Radertjes in de machine
Ik zelf neig er toe de Rotterdamse binnenstad een mislukking te noemen en wat die mislukking veroorzaakt, wordt juist uitgebouwd. De burgers voelen zich dwergen te midden van de steeds meer intimiderende hoogbouw, radertjes in een machine die ergens door een onbekende macht in beweging wordt gehouden. De binnenstad van Rotterdam is antidemocratisch, antihistorisch en antimens.
Cees van der Leeuw
Een der hoofdverantwoordelijken hiervoor is Cees van der Leeuw, bouwheer van de Van Nelle fabriek. Hij werd gebiologeerd door de architectonischeopvattingen van Le Corbusier en consorten met hun dromen van de nieuwe mens in grote geometrisch vorm gegeven kolossen. Hij heeft er voor gezorgd dat Rotterdam koos voor de hoogbouw die het nu kenmerkt. Daarvoor moest het wederopbouwplan van stadsarchitect W.G. Witteveen wijken zodat de schepper verbitterd ontslag nam.
Witteveen
Ook Witteveen wilde eigentijdse gevelwanden maar die moesten wel aansluiting bieden op het Rotterdam van weleer. Het oude gebouw van de Rotterdamsche Bank op de Coolsingel, waar nu Donner huist, geeft aan wat hem in tegenstelling tot Van der Leeuw en zijn kompanen voor ogen stond. Als Witteveen was aangebleven, had Rotterdam er nu anders uitgezien. Het was in ieder geval menselijker geweest.
Overschie
En dan komt óók nog het nieuws binnen dat het Cuypersgenootschap haar strijd voor het behoud van de wederopbouwflats uit 1948 in Overschie heeft verloren. Woonstad mag ze afbreken. Die flats zijn tekenend voor de tijd van kort na de oorlog. Ze werden uit geprefabriceerde componenten samengesteld en het zou me niet verbazen als die weer bestonden uit samengeperste as en puin van het bombardement. Ondanks hun eenvoud hebben ze toch karakter. Ze horen wat aanblik betreft ook niet thuis in het schoonheidsideaal van Cees van der Leeuw.
Weg er mee. Afbreken. Oude klerezooi.
Wat een stad.
Oud en nieuw Bld. AI geïnstrueerd door de auteur
hanvanderhorst@vandaagenmorgen.nl