‘Undercover’

Nu de koning aanstaande donderdag het nieuwe Centraal Station gaat openen ligt ook de ‘Koninklijke’ horecagelegenheid Engels er na jaren weer ‘spic en span’ bij. Hoe anders was dit eind jaren tachtig toen ik bij het bekende restaurant in het Groothandelsgebouw aan het Weena een kleine slapstick meemaakte.
Dat was destijds samen met horecalegende Theo van der Vaart, onder meer barkeeper van cafés Timmer en Melief Bender. Theo was een kleurrijk figuur in de stad en is helaas vroegtijdig overleden.
Het was zo’n tien uur ’s ochtends en ik kwam net terug van een ‘nachtdienst’ bij mijn krant. Achter de bar stond een kleine nichterige kelner, een soort van mr. Humphrey van de Engelse tv-serie ‘Are you being served?’ In die tijd bestond Perron Nul nog. Theo en ik zagen eruit alsof wij daar zo van waren weggelopen. Leren jackies, gympies, lange haren en ongeschoren.
Bij de kelner van Engels, ‘Louis’ (beschermnaam) bestelde ik een kopje koffie voor mijzelf en een biertje voor Theo, die een alcoholische versnapering al vroeg lustte. Louis zette het gevraagde voor ons neer. Maar dan precies omgekeerd. ,,Nee,’’ zeg ik kortaf, ,,het biertje is voor die meneer en de koffie voor mijzelf.’’
Als door een adder gebeten antwoordde Louis fel: ,,Niet lopen zeiken hier. Gewoon opzuipen!’’
Kennelijk hield hij ons voor ‘Perron Nullers…’
Bij de tweede ronde, expres door hem weer omgekeerd neergezet, werd hij nog grover in zijn mond. Even ging bij mij een lichtje op. De toenmalige uitbater Jan Engels jr. moest ik nog hebben voor een krantenpublicatie. Dus zeg ik tegen Louis: ,,Kunt u voor ons even eigenaar Engels bellen?’’
Louis begon haast hysterisch te lachen: ,,Zo, moeten jullie nou de heer Engels zelf hebben? Zeker om je klauwen op te houwen, hé!’’
,,Nee,’’ antwoordde ik schalks, ,,wij zijn van Bijzondere Wetten. De rechercheurs Postma en Van der Vaart.’’
Louis verschoot van kleur. Opgewonden belde hij Jan Engels jr. Daarna maakte hij meteen een tafeltje voor ons vrij. Poetste het op, verschoonde de asbak en was het ineens ‘meneer voor’ en ‘meneer na’. Twee werelden van verschil. Met een stomverbaasde Jan Engels jr., die mij goed kende, deed ik even later de krantenzaken. Daarna vertelde ik hem, min of meer hilarisch over onze kelner Louis.
,,Maar wij willen geen consequenties voor hem,’’ voegden wij in koor er nadrukkelijk aan toe.
Jan Engels verdween nu met een knipoog. Later hoorden wij dat hij Louis naar Bijzondere Wetten had gestuurd. Om zijn excuses aan te bieden bij de ‘rechercheurs’ Postma en Van der Vaart.
Bij het politieloket kreeg hij echter te horen: ,,Van der Vaart en Postma? Nooit van gehoord!’’