‘Mevrouw de burgemeester’
Nadat ik een nauwkeurige omschrijving van haar had gegeven riep Sandra, de uitbaatster van ons buurtcafé, spontaan: ,,O, die! Weet je wat die denkt…, dat zij de burgemeester is van de hele deelgemeente.’’
Zo’n twee jaar geleden kreeg ik de eerste aanvaring met deze ‘mevrouw de burgemeester’. Stoïcijns zat zij als receptioniste achter de ontvangstbalie van onze deelgemeente. Zij leek uit marmer gehakt, weinig of geen emotie, geen lachje en zonder pretlichtjes in de ogen.
Een week daarvoor had ik een nieuw paspoort aangevraagd omdat mijn oude haast was verlopen.
Ik ging nu dus naar de infobalie om mijn paspoort op te halen. De ‘marmeren’ dame mompelde iets over een nummertje trekken bij zo’n bezoekersautomaat.
Het viel mij al snel op dat mensen die na mij kwamen eerder aan de beurt waren. Op een gegeven moment liep ik naar een nog ‘leeg’ loket.
,,Begrijp er niets van,’’ zo stamelde ik. ,,Iedereen gaat mij voor.’’ De betrokken ambtenaar met een ‘big smile’: ,,O, dan moet u niet bij ons zijn, maar bij de receptiebalie achter u!’’
Ik zakte zo wat door de grond. Met een verwijtende blik in mijn ogen stap ik op de receptioniste af en zeg verontwaardigd: ,,Ligt mijn paspoort hier?’’ Zij knikte ijskoud ‘ja’. Nu beet ik haar toe: ,,Dat had u mij toch kunnen zeggen!’’ Schouderophalend, zonder enige neiging van excuses staarde ze mij aan. Of ik van een andere planeet afkomstig was.
Met een afwerend gebaar overhandigde ze mij daarna het reisdocument.
Een jaar later moest ik een nieuw rijbewijs halen. Nadat het nieuwe na enkele dagen was gearriveerd kwam ik bij hetzelfde loket terecht. Dus bij mijn favoriete receptioniste. ,,Deze keer zal jij me niet in de maling nemen,’’ zo dacht ik. Wederom trok ik verplicht een nummertje (zeker voor de statistieken…).
Al wachtende keek ik haar van een afstand strak aan. Ik wist nu immers dat mijn rijbewijs bij haar lag en niet bij de andere loketten.
Maar mevrouw de receptioniste ging uitgerekend nu haar boterhammetje opeten achter de balie en liet mij dus wederom onnodig wachten. Met een hypnotiserende blik bleef ik haar aankijken. Net zo lang totdat zij geen hap meer door haar keel kreeg. Uiteindelijk, bij ‘godsgratie’ overhandigde ze mij het broodnodige document.
De deelgemeenten worden volgend jaar opgeheven. Tegen die tijd zal ik u toch nog gaan missen, ‘mevrouw de burgemeester’. Al was het alleen maar voor de gespreksstof.