Ik heb Churchill nog gezien
Vrij kort na de Tweede Wereldoorlog bezocht de voormalige premier van het Verenigd Koninkrijk en natuurlijk de grote overwinnaar van Nazi-Duitsland Winston Churchill Rotterdam. Staande in zijn auto op een nog vrijwel weggebombardeerde Coolsingel wierp hij het restant van zijn sigaar op straat. Dat werd opgepikt door een Rotterdammer die de peuk zorgvuldig verpakte en bewaarde.
Via het veertiendaagse blad ‘De Oud-Rotterdammer’ kwam dat verhaal onlangs weer naar boven met als gevolg dat een nabestaande van de ‘peukenraper’ voor een niet onaardig bedrag die peuk van Churchill aan een verzamelaar kon verkopen.
Genoeg daarover. Op 7 juli 1960 was ik als jong student in Londen omdat mijn vader daar een aardige baan zou krijgen. Een Engelse vriend vroeg aan mij of ik wel eens in het Lagerhuis was geweest. Dat was ik niet. Dus toen wat lessen uitvielen – dat gebeurde toen ook – gingen we samen naar ’The Public Gallery’ van het Lagerhuis in Westminster. Er was nauwelijks beveiliging. Je moest alleen een formulier invullen dat je geen bommen, granaten of buskruit tot ontploffing zou brengen. Waarschijnlijk nog een herinnering aan Guy Falkes die in het begin van de 17e eeuw heeft geprobeerd het hele parlement op te blazen.
Dat is nu wel anders. Elke vier, tot vijf meter staan zwaar bewapende politiemensen. Je wordt gevisiteerd alsof je een vlucht naar het Midden-Oosten hebt geboekt.
Daarna is het weer ontspannen. De Britse vrouwelijke gids leidt je eerst door het Hogerhuis, waar de Lords vergaderen. Een heel rijk gebouw. En dan het, veel eenvoudiger, Lagerhuis. Ik vertelde de gids dat ik in 1960 hier Winston Churchill nog had gezien. Ze zei: ,,Kom straks in het Lagerhuis even naast mij staan en vertel dat verhaal.” Dus ik vertelde. Winston Churchill zat rechts vooraan op de eerste regeringsbank. Ik stond er, recent in Londen, ongeveer twee meter vanaf.
De dag voordat wij in 1960 het Lagerhuis bezochten, was de mijnwerkerszoon en plaatsvervangend fractievoorzitter van de Labourpary Aneurin Bevan overleden. Hij kreeg van de premier, Harold McMillan, zijn fractieleider Hugh Gaitskell en de voorzitter van het Lagerhuis een schitterend in-memoriam.
Het vragenuurtje was voorbij. En het Lagerhuis stroomde leeg. Mijn Britse vriend tikte me op mijn schouder: ,,Kijk,” zei hij: ,,Sir Winston blijft zitten.”
Toen het Lagerhuis vrijwel leeg was, stond Sir Winston op. Hij liep naar de plek aan de overkant waar Aneurin Bevan altijd had gezeten. Op het dieptepunt van de Tweede Wereldoorlog in 1942 had Bevan Churchill nog verweten: ,,Terwijl wij hier het ene vruchteloze debat na het andere voeren, verliezen wij veldslag op veldslag.”
Nu naderde hij die plek en maakte een korte buiging.
De Britse kant The Guardian schreef de volgende dag: ,,Het verdriet van Winston. Bevan was toch zijn beste vijand.”