Zoenen en roken in het fietsenhok
Op de Vlaggeman ULO tegenover de oude ingang van Diergaarde Blijdorp, een houten noodschool waar nu de scholengemeenschap Wolfert van Borssele is gevestigd, had ik in de vierde en laatste klas een leuk vriendinnetje. Ik kwam graag bij haar thuis. Ze had een gastvrije moeder en een vader met wie ik de zaken van de dag en de week als late puber heel goed kon bespreken.
Zij zat in de derde klas. Ik geloof dat zij was blijven zitten, een lot dat mij nog net was bespaard. Op een zeker ogenblik werden wij door het Hoofd der School betrapt omdat wij in het fietsenhok niet alleen stonden te roken, maar ook te zoenen.
We werden direct naar huis gestuurd. Onze vaders moesten komen. Mijn vader om twee uur in de middag en haar vader om half die.
Mijn vader kende de vader van mijn vriendinnetje wel. Ik hoor hem nog telefoneren: ,,Hoe laat ben jij besteld?”
Antwoord: ,,Om half drie.”
Mijn vader: ,,Zullen we samen om twee uur gaan?”
Dat was goed.
Tegen mij zei hij: ,,Heb je nog zo’n schoolreglement.”
Dat had ik wel. Hij las het door en stak het zwijgend in zijn binnenzak.
De volgende dag ontstond grote opwinding onder de leerlingen toen de twee vaders gezamenlijk om twee uur over het schoolplein liepen.
Het Hoofd der School had dit niet verwacht en begon over ons gedrag te klagen.
Mijn vader onderbrak hem, en haalde het reglement uit zijn zak.
,,Ik heb hier het reglement van uw school. Er staat inderdaad in dat roken ook in de omgeving van de school is verboden.”
Hij wachtte even. ,,Maar er staat niets over zoenen. Ze komen morgen gewoon weer terug naar school.”
Hij was op 10 december jarig en zou nu 99 jaar zijn geworden. Daarom moest ik daar even aan denken.
Deze column verscheen eerder op RV&M in december 2013