Mao Zedong: 'Ik heb al een invitatie van God gekregen' Henri Kissinger: 'Ik hoop dat u die lange tijd niet zult accepteren.'

18 juni 2023 door gastauteur
Mao Zedong: 'Ik heb al een invitatie van God gekregen' Henri Kissinger: 'Ik hoop dat u die lange tijd niet zult accepteren.'
Kissinger in 1975 Foto The White House cco

eer info De volledige originel Bovenstaand citaat komt uit een genotuleerde conversatie die Mao Tse Tung (de nieuwe transcriptie is Mao Zedong) en Henri Kissinger hadden op 21 october 1975 van 18:25–20:05 hadden in  Beijing.

Mao heeft God's invitatie een kleine jaartje nadien toch moeten aannemen, Kissinger werd op 27 mei 2023, honderd jaar oud. Denk aan grote staatslieden Richelieu, Talleyrand, Von Metternich, Bismarck, Churchill, Schuman en zijn naam past er naadloos tussen en niet vanwege zijn leeftijd maar vanwege het 'grote'. Tijd voor verdere overdenking van zijn omvangrijke politieke erfenis  komt nog, maar dit - de oplopende spanningen tussen China en de VS in overweging nemend - is wel een goed moment om  het memorandum van het Amerikaanse ministerie van BuZa (State) hier te deels vertalen. Het is moeilijk om het belang van die conversatie in 1975 in de wereldpolitiek te overschatten.  

Mao: Jij bent dit (grote ruimte tussen twee vingers) en wij zijn dit (kleine ruimte). Omdat jij atoombommen hebt en wij niet

Aanwezig bij het gesprek waren behalve de twee protagonisten: Chinees partijvoorzitter Mao Tse-tung en Henry Kissinger als buitenlandminister* en veiligheidsadviseur van Nixon, onder meer vice premier Teng Hsiao-p'ing, en Chinees BuZa minister Ch'iao Kuan-hua en Ambassadeur en later president van 1990 - 1994, George Bush Sr.

* De Amerikaanse  aanduiding voor minister van buitenlandse zaken is secretary of state. In de onderstaande transcriptie van het gesprek tussen Kissinger en Mao Tse Tung wordt het Nederlandse woord secretaris gebruikt. Dat staat hier dus voor minister van buitenlandse zaken  

Memorandum of Conversation
Beijing, October 21, 1975, 6:25–8:05 p.m.


Om 17:45 uur tijdens een ontmoeting met vice-premier Teng Hsiao-ping kreeg secretaris Kissinger te horen dat voorzitter Mao hem graag om 18.30 uur wilde spreken. Hij werd gevraagd de namen van de leden van zijn partij te noemen, inclusief zijn vrouw, die hij door de voorzitter zou willen begroeten, evenals de twee functionarissen die hem zelf naar de besprekingen zouden vergezellen. De ontmoeting met Teng duurde nog eens 15 minuten. Daarna rustten dr. Kissinger en zijn gezelschap tot 18.15 uur, toen ze van de Grote Hal van het Volk naar de residentie van de voorzitter gingen.

Elk van de volgende personen werd beurtelings voorgesteld aan de voorzitter en wisselde korte begroetingen uit terwijl foto's en films werden gemaakt: secretaris Kissinger, mevrouw Kissinger, Amb. Bush, adviseur Sonnenfeldt, adjunct-secretaris Habib, directeur Winston Lord, de heer William Gleysteen, de heer Peter Rodman (NSC) en mevrouw Anne Boddicker (NSC). De voorzitter stond op en sprak met grote moeite. Toen hij mevrouw Kissinger zag, ging hij zitten en vroeg om een ​​notitieblok en schreef de opmerking op dat ze boven secretaris Kissinger uittorende. Hij stond toen weer op en begroette de rest van het gezelschap. Daarna werden de gasten de kamer uit begeleid, behalve secretaris Kissinger, ambassadeur Bush en meneer Lord.

De deelnemers zaten op fauteuils in een halve cirkel. Gedurende het hele gesprek sprak de voorzitter ofwel met grote moeite, terwijl juffrouw Tang en juffrouw Wang ter bevestiging herhaalden wat hij zei en dan vertaalden, of hij schreef zijn opmerkingen op een notitieblok dat door zijn verpleegster werd vastgehouden. Gedurende het hele gesprek maakte de voorzitter krachtige gebaren met zijn handen en vingers om zijn punt kracht bij te zetten.


Voorzitter Mao: U weet dat ik verschillende kwalen heb. Ik ga binnenkort naar de hemel.
Secretaris* Kissinger: Niet te snel.
Voorzitter Mao: Binnenkort. Ik heb al een uitnodiging van God ontvangen.
Secretaris Kissinger: Ik hoop dat u die lange tijd niet zult accepteren.
Voorzitter Mao: Ik accepteer de bevelen van de dokter.
Secretaris Kissinger: Dank u. De president [red. Gerald Ford] kijkt erg uit naar een bezoek aan China en de gelegenheid om de voorzitter te ontmoeten.
Voorzitter Mao: Hij zal zeer welkom zijn.
Secretaris Kissinger: Wij hechten zeer veel belang aan onze relatie met de Volksrepubliek.
Voorzitter Mao: Er is enige betekenis, niet zo erg groot. (Gebaren met zijn vingers) Jij bent dit (grote ruimte tussen twee vingers) en wij zijn dit (kleine ruimte). Omdat jij de atoombommen hebt en wij niet.
Staatssecretaris Kissinger: Ja, maar de voorzitter heeft vaak gezegd dat militaire macht niet de enige doorslaggevende factor is.
Voorzitter Mao: Zoals vice-premier Teng Hsiao-ping heeft gezegd, gierst plus geweren.
Secretaris Kissinger: En we hebben een aantal gemeenschappelijke tegenstanders.
Voorzitter Mao: Ja.
Secretaris Kissinger: U zei dat in het Engels en schreef het op. Kan ik het [papier] hebben?
Voorzitter Mao: Ja. (Hij overhandigt het briefje dat hij had opgeschreven.)
Secretaris Kissinger: Ik zie dat de voorzitter vorderingen maakt met het leren van Engels.
Voorzitter Mao: Nee ( wijzend naar vice-premier Teng) ). Dus je hebt ruzie met hem.
Staatssecretaris Kissinger: Alleen over de middelen voor een doel dat gemeenschappelijk is.

Voorzitter Mao: Gisteren, tijdens uw ruzie met de vice-premier, zei u dat de VS niets van China vroegen en dat China niets van de VS vroeg. Zoals ik het zie, is dit gedeeltelijk juist en gedeeltelijk onjuist. Het kleine probleem is Taiwan, het grote probleem is de wereld. [Hij hoest en wordt geholpen door een verpleegster] Als geen van beide partijen de ander iets te vragen had, waarom zou je dan naar Peking komen? Als geen van beide partijen iets te vragen had, waarom wilde u dan naar Peking komen en waarom zouden wij u en de president willen ontvangen?

Secretaris Kissinger: We komen naar Peking omdat we een gemeenschappelijke tegenstander hebben en omdat we denken dat uw perceptie van de wereldsituatie de duidelijkste is van alle landen waarmee we te maken hebben en waarmee we het op een aantal … veel punten eens zijn.
Voorzitter Mao: (zijn schouders aantikkend) We zien dat wat u doet via onze schouders naar Moskou springt, en deze schouders zijn nu nutteloos. Zie je, wij zijn de pink. Wij zijn de kleine vinger.
Secretaris Kissinger: Wij hebben niets te winnen in Moskou.
Voorzitter Mao: Maar je kunt Taiwan winnen in China.
Secretaris Kissinger: Kunnen we Taiwan winnen in China?
Voorzitter Mao: Maar u hebt nu het Taiwan van China.
Secretaris Kissinger: Maar dat regelen we onder ons.
Voorzitter Mao: Over honderd jaar.
Secretaris Kissinger: Dat zei de voorzitter ook de laatste keer dat ik hier was.
Voorzitter Mao: Precies.
Secretaris Kissinger: Het duurt geen honderd jaar. Veel minder.
Voorzitter Mao: Het is beter om het  [Red. Taiwan] in uw handen te hebben. En als je het me nu terug zou geven, zou ik het niet willen, het is niet wenselijk. Er zit daar een enorme groep contrarevolutionairen. Over honderd jaar willen we het hebben (gebaren met zijn hand) en zullen we ervoor vechten.
Secretaris Kissinger: Geen honderd jaar.
Voorzitter Mao: (Gebaart met zijn hand, telt) Het is moeilijk te zeggen. Vijf jaar, tien, twintig, honderd jaar. Het is moeilijk te zeggen. (wijst naar het plafond) En als ik naar de hemel ga om God te zien, zal ik hem zeggen dat het beter is om Taiwan nu onder de hoede van de Verenigde Staten te houden.
Secretaris Kissinger: Hij zal zeer verbaasd zijn dat te horen van de voorzitter.
Voorzitter Mao: Nee, want God zegent jullie, niet ons. God mag ons niet (zwaait met zijn handen) omdat ik een militante krijgsheer ben en ook een communist. Daarom mag hij me niet. (Wijzend naar de drie Amerikanen) Hij houdt van jullie.

Mao: als ik naar de hemel ga om God te zien, zal ik hem zeggen dat het beter is om Taiwan nu onder de hoede van de Verenigde Staten te laten. 

Secretaris Kissinger: Ik heb nog nooit het genoegen gehad hem te ontmoeten, dus ik weet het niet zeker.
Voorzitter Mao: Ik weet het zeker. Ik ben nu 82 jaar oud. (Wijst naar secretaris Kissinger) En hoe oud ben jij? 50 misschien.
Secretaris Kissinger: 51.
Voorzitter Mao: (wijst naar vicepremier Teng) Hij is 71. (zwaait met zijn handen) En nadat wij allemaal dood zijn, ikzelf, hij (Teng), Chou En-lai en Yeh Chien-ying, zul jij nog steeds leven. Wij ouderen zullen het niet zien gebeuren. 

Secretaris Kissinger: Als ik één ding mag zeggen over wat de voorzitter eerder zei over onze relatieve prioriteiten.
Voorzitter Mao: Goed.
Secretaris Kissinger: Omdat de Sovjet-Unie een supermacht is, is het onvermijdelijk dat ze veel prioriteit heeft, en we hebben er heel vaak mee te maken. Maar in termen van strategie proberen we het Sovjet-expansionisme in toom te houden, en daarom heeft China in de strategie prioriteit voor ons. Maar we willen China niet gebruiken om naar Moskou te springen, want dat zou suïcidaal zijn.
Voorzitter Mao: U bent al gesprongen, u heeft onze schouders niet langer nodig.
Secretaris Kissinger: We zijn niet gesprongen. Het is een tactische fase die de president ook tegenover u zal bevestigen.

Voorzitter Mao: Breng alstublieft mijn groeten over aan uw president.
Secretaris Kissinger: Dat zal ik doen.
Voorzitter Mao: We verwelkomen zijn bezoek.
Heeft u een manier om mij te helpen mijn huidige onvermogen om duidelijk te spreken te genezen?
Secretaris Kissinger: Toch maakt u zich heel goed verstaanbaar.
Voorzitter Mao: Dit deel [wijzend naar zijn hersenen] werkt goed, en ik kan eten en slapen. Deze onderdelen [klopt op zijn knieën] zijn niet goed. Ze doen geen pijn, maar ze zijn niet stevig als ik loop. Ik heb ook wat last van mijn longen. Samengevat, ik ben niet erg gezond.

Secretaris Kissinger: Het is altijd een grote vreugde om de voorzitter te zien.
Voorzitter Mao: U weet dat ik een showcase ben voor bezoekers.
Secretaris Kissinger: Ik heb ons gesprek van twee jaar geleden teruggelezen, meneer de voorzitter. Ik denk dat het een zeer diepgaande uiteenzetting van internationale aangelegenheden was, die we zeer serieus nemen.

Europa is te los en verdeeld en heeft niet al te veel sterke leiders 

Voorzitter Mao: Maar er zijn nog enkele dingen die we moeten afwachten. Sommige van de inschattingen die ik heb gemaakt, nog worden beïnvloed door huidige gebeurtenissen. 
Secretaris Kissinger: Maar ik denk dat de basisinschatting die de voorzitter destijds maakte, voor zover de situatie zich heeft ontwikkeld, juist is gebleken. Daar zijn we het in principe mee eens. We hebben een moeilijke periode achter de rug door het aftreden van president Nixon en we hebben meer moeten manoeuvreren dan we hadden gewild.
Voorzitter Mao: Ik denk dat dat kan. Manoeuvreren is toegestaan.
Secretaris Kissinger: Het was essentieel, maar we laten die situatie nu achter ons.

Voorzitter Mao: Europa is momenteel te zacht.
Secretaris Kissinger: We zijn het eens met de voorzitter: Europa is te zacht.
Voorzitter Mao: Ze zijn bang voor de Sovjet-Unie.
Secretaris Kissinger: Ze zijn bang voor de Sovjet-Unie en voor hun binnenlandse situatie.

Voorzitter Mao: Japan streeft naar hegemonie.
Secretaris Kissinger: Japan is nog niet klaar om de hegemonie te zoeken. Dat vereist nog een verandering in leiderschap. Maar potentieel heeft Japan het potentieel om hegemonie na te streven.
Voorzitter Mao: Ja.
Secretaris Kissinger: Ik denk dat de volgende generatie leiders, Nakasone [red. premier van Japan van 1982 tot 1987], die een leerling van mij was toen ik hoogleraar was…, dat die generatie meer bereid zal zijn om de macht van Japan in te zetten.

Frankrijk houdt Duitsland liever verdeeld

Voorzitter Mao: Europa is te verstrooid, te los.
Secretaris Kissinger: Ja. Wij geven de voorkeur aan een verenigd en sterker Europa.
Voorzitter Mao: Dat heeft ook onze voorkeur. Maar het is te los en verspreid, en het is moeilijk voor het om eenheid te bereiken.
Secretaris Kissinger: Het heeft ook niet al te veel sterke leiders.
Voorzitter Mao: Oh, ja. 
Secretaris Kissinger: Maar Schmidt, die hier volgende week komt, is vandaag de sterkste  leider in Europa [red. Helmuth Schmidt wasvan 1974 tot 1982 bondskanselier van Duitsland]
Voorzitter Mao: Frankrijk is bang voor Duitsland (telt op zijn vingers). Ze zijn bang voor de hereniging van West-Duitsland en Oost-Duitsland, wat zou resulteren in een vuist.
Staatssecretaris Kissinger: Ja, Frankrijk houdt Duitsland liever verdeeld.
Voorzitter Mao: (ja knikkend) Dat is niet goed.
Secretaris Kissinger: Maar ze kunnen zich op nationalistische basis verenigen, Oost- en West-Duitsland.
Voorzitter Mao: Ja, we zijn voor hereniging.
Secretaris Kissinger: Het hangt ervan af onder wie.
Voorzitter Mao: West-Duitsland heeft 50 miljoen inwoners terwijl Oost-Duitsland 18 miljoen inwoners heeft.
Secretaris Kissinger: West-Duitsland is materieel gezien de sterkste.
Voorzitter Mao: Maar de hereniging van Duitsland zou nu niet gevaarlijk zijn.
Secretaris Kissinger: Wij zijn voorstander van de hereniging van Duitsland, maar op dit moment zou dit militair worden voorkomen door de Sovjet-Unie. Maar de VS steunen de hereniging van Duitsland.
Voorzitter Mao: Daar zijn we het over eens, u en wij.
Secretaris Kissinger: En we zijn niet bang voor een verenigd Duitsland, maar de Sovjetmacht in Europa moet worden verzwakt voordat dat kan gebeuren.
Voorzitter Mao: Zonder strijd kan de Sovjet-Unie niet worden verzwakt.
Secretaris Kissinger: Ja, maar het is belangrijk voor ons om hiervoor het juiste moment te kiezen, en tijdens de periode  van het Watergateschandaal  waren we niet in de positie om dat te doen. En daarom moesten we manoeuvreren. 

Secretaris Kissinger: Watergate was een kleine gebeurtenis die door kortzichtige mensen tot een nationale tragedie werd opgeblazen. President Nixon was een goede president


Voorzitter Mao: En het lijkt erop dat het niet nodig was om de Watergate-affaire op die manier af te handelen.
Secretaris Kissinger: Het was onvergeeflijk. Onvergeeflijk. Het was onvergeeflijk om het op die manier te doen. Het was een kleine gebeurtenis die door een groep zeer kortzichtige mensen tot een nationale en internationale tragedie werd opgeblazen. President Nixon was een goede president (voorzitter Mao knikt bevestigend) en ik heb nog steeds zeer frequent contact met hem.

Secretaris Kissinger: De zwakte in Europa zijn niet onze troepen, maar Europese troepen. Ik denk dat we met kernwapens de aanval kunnen weerstaan.
Voorzitter Mao: Die correspondent geloofde niet dat de VS kernwapens zouden gebruiken.
Secretaris Kissinger: The New York Times heeft de afgelopen tien jaar een gevestigd belang gehad bij Amerikaanse nederlagen. Als er een substantiële aanval komt in West-Europa, zullen we zeker kernwapens gebruiken. We hebben 7.000 wapens in Europa en ze zijn er niet om gevangen genomen te worden. Dat is in Europa. In de VS hebben we er veel meer.
Voorzitter Mao: Maar er is een aanzienlijk deel van de Amerikanen dat niet gelooft dat u ze zult gebruiken. Ze geloven niet dat Amerikanen bereid zijn te sterven voor Europa.  

Kissinger: de VS steunen de hereniging van Duitsland.  Voorzitter Mao: Daar zijn we het over eens, u en wij


Secretaris Kissinger: Meneer de voorzitter, we hebben een zeer moeilijke binnenlandse periode achter de rug, deels veroorzaakt door Indochina, deels veroorzaakt door Watergate, waarin veel defaitistische elementen openbaar zijn gemaakt. Maar als je kijkt naar wat we de afgelopen vijf jaar hebben gedaan, confronteren we altijd de Sovjet-Unie en de Sovjet-Unie trekt zich altijd terug. En ik kan u verzekeren, zoals de president u zal verzekeren, als de Sovjet-Unie Europa aanvalt, zullen we zeker kernwapens gebruiken. En de Sovjet-Unie mag nooit anders geloven - het is te gevaarlijk.
Voorzitter Mao: U hebt vertrouwen, u gelooft in kernwapens. Je hebt geen vertrouwen in je eigen leger.
Secretaris Kissinger: We moeten de realiteit onder ogen zien dat we niet zo'n groot leger zullen hebben als de Sovjet-Unie. Dat is een feit. En het belangrijkste is dat geen enkel Europees land een groot leger zal bouwen. Als ze dat zouden doen, zou er geen probleem zijn. En daarom moeten we een strategie ontwikkelen die bij die realiteit past.
Voorzitter Mao: De strategie van Duinkerken is ook niet onwenselijk.
Secretaris Kissinger: Meneer de voorzitter, we moeten een minimum aan vertrouwen hebben in elkaars verklaringen. Er zal geen Duinkerkenstrategie [red. eerst opgeven dan later terugveroveren]  zijn, noch in het Westen, noch in het Oosten. En als er een aanval komt, zullen we zeker een oorlog tegen de Sovjet-Unie winnen als we de aanval eenmaal hebben gestopt en nadat we ons hebben gemobiliseerd.
Voorzitter Mao [gebaart]: Wij passen de strategie van Duinkerken toe, dat wil zeggen dat we hen zullen toestaan Peking, Tientsin, Wuhan en Shanghai te bezetten, en op die manier zullen we door dergelijke tactieken zegevieren en de vijand verslaan. Beide wereldoorlogen, de eerste en de tweede, werden op die manier gevoerd en de overwinning werd pas later behaald.
Secretaris Kissinger: Ik geloof dat als er ergens ter wereld een massale Sovjetaanval plaatsvindt, de VS er zeer snel bij betrokken zullen raken. En het is ook mijn overtuiging dat de VS zich nooit uit Europa zullen terugtrekken zonder een nucleaire oorlog.
Voorzitter Mao: Er zijn twee mogelijkheden. De ene is jouw mogelijkheid, de andere is die van The New York Times. Dat blijkt ook uit de toespraak van senator Goldwater van 3 juni in de Senaat.
Secretaris Kissinger: Wat was zijn belangrijkste punt?
Voorzitter Mao: Zijn ongeloof in Europa.


Kissinger: Het is  mijn overtuiging dat de VS zich nooit uit Europa zullen terugtrekken zonder een nucleaire oorlog

Secretaris Kissinger: U moet begrijpen, meneer de voorzitter, dat het het jaar voor de verkiezingen is en veel van wat er wordt gezegd, wordt gezegd voor binnenlandse doeleinden. De New York Times heeft al 20 jaar een bepaalde positie en heeft een ongeëvenaarde staat van dienst als het gaat om het bij het verkeerde eind hebben.

Voorzitter Mao: U kent mijn temperament niet. Ik hou ervan dat mensen me vervloeken [hij verheft zijn en slaat met zijn hand op zijn stoel]. U moet vertellen  dat voorzitter Mao een oude bureaucraat is en in dat geval zal ik versnellen en u ontmoeten. In dat geval haast ik me om jullie te zien. Als je me niet vervloekt, dommel ik rustig weg.
Staatssecretaris Kissinger: Dat is moeilijk, vooral om u een bureaucraat te noemen.
Voorzitter Mao: Dat [bureaucraat zijn] bekrachtig ik [slaat op zijn stoel). Ik zal pas blij zijn als alle buitenlanders hun geduld verliezen en mij vervloeken.
Secretaris Kissinger: We zullen erover nadenken, maar het zal voor ons niet vanzelfsprekend zijn. Als we de voorzitter al een bureaucraat zullen noemen, is dat een tactische manoeuvre die los staat van strategie.

Voorzitter Mao: De VN nam een door de VS gesteunde resolutie aan waarin werd verklaard dat China agressie pleegde tegen Korea.
Secretaris Kissinger: Dat was 25 jaar geleden.
Voorzitter Mao: Ja. Het is dus niet direct aan jou gekoppeld. Dat was in de tijd van Truman.
Secretaris Kissinger: Ja. Dat is lang geleden en onze perceptie is veranderd.
Voorzitter Mao: [wijst op de bovenkant van zijn hoofd] Maar de resolutie is nog niet geannuleerd. Ik draag nog steeds de hoed "agressor". Ik beschouw dat evenwel als de grootste eer die geen andere eer kan overtreffen. Het is goed, heel goed.
Staatssecretaris Kissinger: Dan hoeven we de VN-resolutie toch niet te veranderen?
Voorzitter Mao: Nee, doe dat maar niet. Dat verzoek hebben we ook nooit ingediend. Dat erehoedje dragen wij het liefst. 
Chiang Kai-shek zegt dat we agressie hebben gepleegd tegen China. Dat kunnen we niet ontkennen. We hebben inderdaad agressie gepleegd tegen China, en ook tegen Korea. 

Kunt u mij alstublieft helpen om die verklaring openbaar te maken, misschien tijdens een van uw briefings? Dat wil zeggen, de Sovjet-Unie heeft mij de titel van "krijgsheer en bureaucraat" verleend en de Verenigde Staten hebben mij  de titels "oorlogsstoker en agressor" verleend.  
Secretaris Kissinger: Ik denk dat ik ú dat openbaar zal laten maken. Als ik het doe krijgt  het misschien niet de historisch correcte lading.
Voorzitter Mao: Ik heb het al voor u openbaar gemaakt. Ik heb dit ook tegen veel bezoekende buitenlanders gezegd, ook Europeanen. Heb jij geen vrijheid van meningsuiting?
Secretaris Kissinger: Absoluut.
Voorzitter Mao: Ik heb ook vrijheid van meningsuiting en de [red -retorische]  kanonnen die ik heb afgevuurd, overtreffen de kanonnen die zij [red. de Russen en Amerikanen] hebben afgevuurd.
Secretaris Kissinger: Dat heb ik gemerkt.
Juffrouw Tang {tolk]: U heeft het gemerkt…? 
Secretaris Kissinger: De kanonnen van de voorzitter.  

Voorzitter Mao: Ik draag nog steeds de hoed 'agressor' en  beschouw dat als een grote eer 

Voorzitter Mao: Doe de groeten aan uw minister van Defensie [red. James Schlesinger] .
Secretaris Kissinger: Dat zal ik doen.
Voorzitter Mao: Ik ben ontevreden dat hij naar Japan is gegaan zonder naar Peking te komen. We willen hem hier uitnodigen eerder dan de Sovjets, maar je bent te gierig. De VS zijn zo rijk, maar hierin ben je te gierig.
Secretaris Kissinger: We kunnen het bespreken als de president hier is.
Voorzitter Mao: Breng hem mee. U kunt een burger en een militair lid meenemen, met uw president, zowel een burger als een militair.

Voorzitter Mao: Wat militaire aspecten betreft, daar moeten we het nu niet over hebben. Dergelijke zaken moeten wachten tot de oorlog uitbreekt voor we erover nadenken.
Secretaris Kissinger: Ja, maar u moet weten dat we dan bereid zijn ze in overweging te nemen.
Voorzitter Mao: Zullen we dat dan het einde [van dit gesprek] noemen?
Secretaris Kissinger: Ja.

Secretaris Kissinger, ambassadeur Bush en meneer Lord namen toen afscheid van voorzitter Mao. 

Meer info : De volledige brontekst

Mao en Kissinger op 2 december 1975 voor het gesprek tussen  Mao en president Gerald Ford dat in het bovenstaande gesprek van 21 oktober 1975  voorbereid werd. Foto The White House  

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.