Uitstoot broeikasgassen daalt, maar niet genoeg

13 november 2019 door de redactie
Uitstoot broeikasgassen daalt, maar niet genoeg
Afwijkingen van het normale temperatuurpatroon volgens NASA

De uitstoot van broeikasgassen in Nederland daalt. In 2018 was de uitstoot 15 procent lager ten opzichte van 1990. Daarnaast gaat de Nederlandse energievoorziening gaat de komende jaren sterk veranderen en is er al veel veranderd. Intussen heeft niet alleen Nederland maar ook de rest van de wereld moeite zijn energieproductie zodanig aan te passen dat de klimaatdoelen van Parijs gehaald worden.

De bijdrage van conventionele energie aan de economie is teruggezakt als gevolg van de verminderde gaswinning, terwijl de bijdrage van energiebesparing en hernieuwbare energie in de lift zit. De rol van fossiele energie in de energievoorziening, zoals van kolen en gas, wordt veel kleiner. Dat geldt voor de elektriciteitsproductie, maar ook voor de verwarming van onze woningen en gebouwen en het energieverbruik in de land- en tuinbouw. Na vijftig jaar is een einde gekomen aan de netto export van aardgas. Door de snelle afbouw van de winning van aardgas in Groningen, is Nederland sinds 2018 meer gas gaan importeren dan er geëxporteerd wordt. Naar verwachting neemt het aandeel hernieuwbaar opgewekte elektriciteit de komende jaren spectaculair toe: tot tweederde deel van de totale Nederlandse elektriciteitsproductie in 2030 (was 15 procent in 2018).


uitvoering van afspraken blijft moeilijk

Door de lat hoog te leggen heeft de energietransitie veel in beweging gebracht, maar de uitvoering van gemaakte afspraken blijkt weerbarstig. Het Europese doel van 14 procent hernieuwbare energie in 2020, opgenomen in het Energieakkoord uit 2013, wordt met tussen de 10 en 12 procent niet gehaald. Naar verwachting wordt er in 2020  80 procent bespaard van de ten doel gestelde 100 petajoule (1 petajoule is (ca 280 miljoen kwh) die in 2020 ten doel gesteld was. Het doel om in 2023 een aandeel van 16 procent hernieuwbare energie op te wekken wordt met tussen de 14-17 procent waarschijnlijk wel gehaald. Zowel de Europese als de Nederlandse inspanningen hebben geleid tot een daling van het energieverbruik die zich ook de komende jaren voortzet.

 

2030 twee derde van de stroom hernieuwbaar 

Voor 2030 zijn de ambities hoog; de komende tien jaar moet twee keer zoveel worden gereduceerd als in de afgelopen dertig jaar. De Nederlandse energievoorziening gaat de komende jaren veranderen door een sterke afname van energie uit fossiele bronnen zoals kolen en gas, en een sterke toename van hernieuwbare energie. De elektriciteitsproductie bestaat bijvoorbeeld in 2030 naar verwachting voor tweederde uit hernieuwbaar opgewekte elektriciteit.

Het stellen van ambitieuze doelen heeft in de energietransitie veel in beweging gebracht, maar de uitvoering van gemaakte afspraken blijkt weerbarstig. Meerdere doelen voor 2020 worden naar verwachting niet gehaald, zoals het door de rechter opgelegde Urgenda-doel (25 procent afname van broeikasgasemissies) en twee doelen van het Energieakkoord: het aandeel van 14 procent hernieuwbare energie en 100 petajoule energiebesparing.

 

klimaatwet

De Klimaatwet stelt een doel voor de afname van de uitstoot van broeikasgassen in 2030 met 49 procent ten opzichte van de uitstoot in 1990. Op basis van het beleid dat in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019 is meegenomen, verwachten we in 2030 een afname van 35 procent, leidend tot een resterende uitstoot van 144 megaton CO2-equivalenten. Ook voor dat cijfer geldt dat er onzekerheden zijn waardoor de afname tussen 28 en 39 procent kan uitkomen. Door het verbod op kolen en de minimum CO2-prijs, vermindert vooral de uitstoot van de elektriciteitssector fors. Voor 2030 resteert er nog een reductieopgave van 31 megaton aan broeikasgassen (22 tot 46 megaton, uitgaande van de onzekerheden) om het gat met de doelstelling te dichten. Het Klimaatakkoord, dat deels buiten de reikwijdte van deze KEV valt, heeft als doel dat gat te dichten. Het PBL (Planbureau Leefomgeving) gaat in een aanvullende analyse in op de vraag of het eind juni gepresenteerde pakket aan maatregelen toereikend is.

 

wereldwijde moeite met halen klimaatdoelen

Die moeite die Nederland heeft om de energie en klimaatdoelen van 2030 te halen is niet uitzonderlijk. Ook de ons omringende landen worstelen met het omzetten van de ambities in concrete uitstootvermindering. Wereldwijd zijn de inspanningen (nog) onvoldoende om de in 2015 in Parijs gemaakte klimaatafspraken te kunnen halen.

Dit concludeert het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) in de Klimaat- en Energieverkenning (KEV) 2019, die het in samenwerking met het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), ECN part of TNO en het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) en ondersteund door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) heeft opgesteld. De KEV 2019 geeft een geactualiseerd beeld van de Nederlandse energiehuishouding en verkent toekomstige ontwikkelingen in het energiesysteem en de uitstoot van broeikasgassen. Deze KEV vervangt de Nationale Energieverkenning (NEV) 2017 en geldt als het nieuwe basisscenario voor toekomstige analyses over de nationale broeikasgasuitstoot en het energiesysteem tot 2030.

De in het klimaatakkoord aangekondigde afspraken zijn afzonderlijk geanalyseerd in de policy brief ‘Het Klimaatakkoord: effecten en aandachtspunten’, die het PlanBureauLeefomgeving gelijktijdig met deze Klimaat en Energieverkenning publiceert.

Foto's: NASA

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.