CO2-opslag diep onder de Noordzee & waterstofeconomie steeds dichterbij
De projectorganisatie Porthos heeft met vier bedrijven een overeenkomst gesloten om de komende driekwart jaar parallel te werken aan de voorbereiding van afvang, transport en opslag van CO2. Het gaat om ExxonMobil, Shell, Air Liquide en Air Products.
De afvang moet bij deze raffinaderijen en waterstofproducenten in Rotterdam gaan plaatsvinden. Transport naar en opslag onder de Noordzee wordt voorbereid door Porthos, een projectorganisatie van EBN, Gasunie en Havenbedrijf Rotterdam.
CCS (CarbonCapture and Storage) wordt door deskundigen gezien als een van de weinige manieren waarmee de industrie op korte termijn grote hoeveelheden CO2 tegen relatief lage kosten uit de atmosfeer kan houden. CCS is daarom een belangrijk onderdeel in het behalen van de doelen van het Nederlandse en het Rotterdamse Klimaatakkoord. Ook is CCS nodig om klimaatneutrale, blauwe waterstof te kunnen maken, waarmee de waterstofeconomie snel op gang gebracht wordt.
De projectorganisatie Porthos is inmiddels gestart met de FEED-fase. In deze fase worden enkele tientallen miljoenen euro uitgegeven aan technische voorbereidingen. Daarom is voor Porthos een vorm van commitment wenselijk van de kant van het bedrijfsleven om in de toekomst daadwerkelijk gebruik te gaan maken van de CO2-infrastructuur. Dat commitment is nu door deze vier bedrijven gegeven. Er blijkt ruim voldoende belangstelling om CO2 aan te leveren. Het commitment van het bedrijfsleven is overigens niet bindend: de bedrijven kunnen zich nog terugtrekken en er kunnen ook andere bedrijven aansluiten. Tegelijkertijd heeft Porthos zich gecommitteerd om door te gaan met de voorbereidingen voor het transport en de opslag van CO2 onder de Noordzee.
Planning is dat in september 2020 de SDE++ tender, het nationale subsidieprogramma voor CO2-reductie, van start gaat. SDE++ subsidie is nodig om het verschil in de kosten voor ETS en de totale kosten voor afvang, transport en opslag te overbruggen.Hierdoor kunnen de bedrijven een bijdrage leveren aan het behalen van de Nederlandse klimaatdoelen én tegelijkertijd concurrerend blijven.
Verwachting is dat vroeg in 2021 duidelijk is of deze subsidie wordt verstrekt en hoe het financiële plaatje er voor alle betrokken partijen uitziet. Bedrijven maken dan de finale afweging CO2 af te vangen en aan Porthos te leveren. Eind 2023 kan de eerste CO2 diep onder de Noordzee worden opgeborgen.
Eerder heeft de projectorganisatie Porthos aangegeven te verwachten dat 2 tot 5 miljoen ton CO2 per jaar opgeslagen kan worden in lege gasvelden onder de Noordzee.
In het afgelopen jaar is gewerkt aan het ontwerp van het systeem. De totale investeringskosten hiervoor worden geraamd op € 400 tot 500 miljoen. Daarmee is het een project waarbij voor relatief lage kosten CO2-uitstoot kan worden vermeden in vergelijking met andere reductiemaatregelen. Een beslissing over realisatie van Porthos zal naar verwachting eind 2020 genomen worden en hangt in belangrijke mate af van de plaats die CCS krijgt in het Klimaatakkoord.
Vanuit de Europese Unie is grote belangstelling voor het project omdat afvang, gebruik en opslag van CO2 (CCUS) gezien wordt als een belangrijke maatregel om klimaatverandering tegen te gaan. Porthos is een uniek project omdat het een gemeenschappelijke infrastructuur ontwikkelt waar verschillende bedrijven op kunnen aansluiten. Door de EU is het project erkend als een Project of Common Interest (PCI) en daarom heeft de Europese Commissie recentelijk € 6,5 miljoen subsidie beschikbaar gesteld voor vervolgstudies. Ook voor de komende projectfase is opnieuw de zogenoemde PCI-status aangevraagd.