HES van beurs na handig waarderen

En weer verdwijnt
een ‘havenfonds’ (HES Beheer) van de Amsterdamse effectenbeurs. Dat wil
overigens niet zeggen dat de Rotterdamse haven steeds meer in handen komt van
buitenlandse ondernemers en beleggingsmaatschappijen. Alleen voor de ‘grote
jongens’ is dat geval.
Daarnaast zijn er echter honderden bedrijven (vaak bv’s)
die nog een Rotterdamse en Nederlandse oorsprong of aandeelhouders hebben.
Dus de boodschap die vele media verkondigen dat de haven niet meer ‘Nederlands, laat staan Rotterdams’ is, klopt deels niet. Bovendien is van de in totaal ruim 90.000 arbeidsplaatsen in het havengebied bijna 100 procent Nederlands én Rotterdams. Ook alle beslissingen over (blijvende) vestigingen en vergunningen zijn een Rotterdamse aangelegenheid. Internationalisering is trouwens vaak een goede zaak.
Veldslag
Niettemin heeft
er in wat betreft de op de effectenbeurs genoteerde puur Rotterdamse
ondernemingen een veldslag (lees: meerwaarde aan de aandelen) plaatsgevonden.
De laatste die van de beurs wordt gehaald is HES Beheer; in Rotterdam beter
bekend als de moedermaatschappij van EMO (Europees Massagoed Overslagbedrijf),
EBS (European Bulk Services), Rotterdam Tank Terminal en Frans Swarttouw. Niet
voor niks noemt zij zich ‘holding in bulk’.
Het Amerikaanse
investeringsfonds Hestya Energy neemt via financiële constructies (de nieuwe
mode) HES over voor in totaal naar schatting ruim 400 miljoen euro. Van de
aandeelhouders is 96,44 procent ingegaan op het bod op het havenfonds.
Opvallend is dat een oude bekende in Rotterdam, Marcel van Poecke, als een van
de aandeelhouders hierin een politiek van vestzak-broekzak heeft gevolgd. Van
Poecke wordt ook beschouwd als het financiële brein achter de overname.
Hij is bekend van
financiële waardevermeerderingen, zoals hij ooit rijk is geworden door met
medeaandeelhouder Willem Willemstein Petroplus in Rotterdam op te richten. Ook
die onderneming (handel en opslag in oliën) is via de Amerikaanse Carlyle Group
overgenomen, deels verkocht en de restanten zijn in Zwitserland ondergebracht.
'Kerstbomen'
Van Poecke had
een belang van 25 procent in Carlyle dat hij nu verkoopt. Indirect trekt hij
ook weer aan de touwtjes bij Hestya dat op zijn beurt weer voor het grootste
deel in handen is van een investeringsfonds. Kerstbomen van financiële
belangen, noemden we dat vroeger.
Met recht kan
worden gesproken dat Van Poecke een
handige – inmiddels schatrijke - financiële belegger is die met geld geld weet
te maken. Medevennoot Willemstein van Petroplus was meer de man van de
‘activiteiten’ maar is uiteraard ook bezweken voor het grote geld. Een
Rotterdamse grootheid bij HES Beheer - en bij het grote publiek niet bekend -
is Jan Peter Peterson. Hij blijft aan als voorzitter van de raad van
commissarissen. Een andere oude bekende als aandeelhouder van HES is de
familieholding Onderdijk van een Rotterdamse oliehandelaar.
Bij HES Beheer
dreigt een zelfde scenario als met Petroplus, waarbij in een later stadium bedrijven
worden opgesplitst, doorverkocht of zelfs failliet worden verklaard als zij
slecht draaien. De toekomst zal uitwijzen of de duizenden werknemers in
Rotterdam weer een andere topbaas zullen krijgen.
Lubbers
Sinds beginjaren
’90 zijn vermaarde beursondernemingen uit Rotterdam verdwenen (vaak overgenomen
of opgegaan in grotere gehelen) als Internatio-Müller, Nedlloyd, Pakhoed,
Autoindustrie Rotterdam, Econosto, Furness, Van der Giessen de Noord (Krimpen
aan den IJssel), HAL-aandelen, Hoek’s Machinefabriek (Schiedam),
Hollandia-Kloos (Krimpen aan den IJssel, bekend van de familie Lubbers, Ruud
was ex-premier), IHC Caland (Schiedam), Volker Stevin, Stad Rotterdam
(verzekeringen) en de Vereenigde Glasfabrieken (Schiedam).
Het heeft er
natuurlijk ook mee te maken dat tegenwoordige aandeelhouders in grote
meerderheid uit zijn op koerswinsten van hun stukken en veel minder uit zijn op
dividend. Met dat laatste zijn zij gemiddeld genomen altijd beter uit als het
aandelenfonds goed draait dan met de lage spaarrente van nu.
Waardevermeerdering
Aandeelhouders
zijn thans dan ook steeds meer gericht op de zogenoemde ‘shareholdersvalue’ die
aangeeft dat het allerbelangrijkste de waardevermeerdering in de koers is. De
tijd dat het risicodragend vermogen nog een familieaangelegenheid (voor later!)
is, is al lang voorbij. We hebben zelf in de jaren ’80 en ’90 nog meegemaakt
dat hele families kwamen opdraven op aandeelhoudersvergaderingen (ook in
Rotterdam) met maar één doel, het in stand houden van het ‘Hollands Glorie’
bedrijf.
Met de
verwatering van aandeelhouders, het onderbrengen van het aandelenbezit bij
familieleden die helemaal niks meer hebben met het familiebedrijf en door de
nieuwe financiële trends (zoals met Van Poecke) om zoveel mogelijk geld met geld
te maken is de situatie op de effectenbeurs helemaal veranderd van beleggen
naar de sfeer van ‘handel’ met aandelen.