Bloemen Prinsjesdag klaargezet
Namens de regering spreekt Koning Willem-Alexander de troonrede uit. Deze begint altijd met de woorden: 'Leden van de Staten-Generaal'. Dit zijn de Eerste en de Tweede Kamer samen. Tijdens het voorlezen van de troonrede zijn leden van het Koninklijk Huis, het kabinet en de Eerste en Tweede Kamer en een aantal gasten aanwezig.
Uit de troonrede blijkt hoe het land er volgens de regering voor staat en wat de belangrijkste plannen zijn voor het komende jaar. Iedere minister heeft voor zijn eigen beleidsterrein een bijdrage geleverd aan de troonrede. De minister-president maakt er een geheel van.
De Miljoenennota en de rijksbegroting
De overhandiging van de Prinsjesdagstukken uit het koffertje van de minister van Financiën is het tweede traditionele hoogtepunt van Prinsjesdag. In het koffertje zitten de Miljoenennota en de rijksbegroting voor het komende jaar. De Kamervoorzitter neemt het koffertje in ontvangst.
Commissie van in- en uitgeleide
De Voorzitter van de Tweede Kamer heeft tijdens de Verenigde Vergadering een bijzondere rol. Martin Bosma is voorzitter van de commissie van in- en uitgeleide. Samen met een aantal leden van de Eerste en Tweede Kamer begeleidt hij de leden van het Koninklijk Huis bij hun aankomst en vertrek uit de Koninklijke Schouwburg. De griffier van de commissie van in- en uitgeleide roept bij binnenkomst in de zaal: ‘De Koning!’. De aanwezigen gaan dan staan.
Begrotingscyclus
De woensdag en donderdag na Prinsjesdag volgen de Algemene Politieke Beschouwingen. De fractieleiders debatteren dan over de hoofdpunten van de kabinetsplannen. De minister-president voert het woord namens het kabinet. In de week daarna volgen de Algemene Financiële Beschouwingen, waarin de financiële consequenties van de plannen uitgebreid worden besproken. In de maanden tot 1 januari behandelt de Kamer de begroting van elk ministerie afzonderlijk. Deze debatten moeten voor het nieuwe jaar afgerond zijn, omdat de plannen uit de rijksbegroting dan uitgevoerd gaan worden.