Aboutaleb stopt ermee. Is dat erg?
Is het erg dat burgemeester Aboutaleb er later dit jaar mee wil gaan stoppen?
Het antwoord is, als je het mij vraagt, nee. Het werd wel tijd.
Nu de nuances. Hoewel ik meer van Bram Peper hield, vooral vanwege zijn enorme eruditie, was Ahmed Aboutaleb de minst slechte burgemeester sinds ik in Rotterdam woon. (Dat is vanaf 1983)
Burgemeester is een heel raar beroep. Met meer aanzien dan feitelijke macht. Die ligt eerder bij de gemeenteraad en de wethouders. En het is vooral een ceremoniële bezigheid. Als je daar goed mee om gaat kan je er veel mee bereiken. Aboutaleb was geknipt voor die functie. Want slim, maar ook autoritair, traditioneel en ijdel. De gemiddelde Rotterdammer stelt een overwegend autoritaire en conservatieve vaderfiguur als burgemeester op prijs.
Dat werkte dus. Bovendien was hij zeer bedreven in het bespelen van de media. Je zag dat hij het leuk vond om in talkshows op te treden.
Mijn mening over hem doet er minder toe. Ik heb Aboutaleb meerdere keren ontmoet, gesproken en ook geïnterviewd. Vooral zijn optreden in ‘zwakke’ buurten vond ik sterk. Als je daar met hem rondwandelde ging hij begripvol en met kennis van zaken met de bewoners om.
Aboutaleb is als zoon van een imam in een dorp in de Rif opgegroeid. Heel knap hoe hij vervolgens in Nederland is geïntegreerd. Dat neemt niet weg dat hij in mijn ogen een schijndemocraat is. Als stadmaker en Middellandman had ik veel te maken met de bewonersinvloed op buurtniveau. In het boek Handel Dapper (uitgeverij Oostenwind, Amsterdam, 2015) staat een interview met de Rotterdamse burgemeester. Citaat: Ik probeer erachter te komen of hij wat betreft de wijkaanpak ook van de oude stempel is. Mijn eerste vraag is hoe de gemeente de burger in de praktijk wil gaan faciliteren nu de deelgemeenten verdwenen zijn.
Aboutaleb: “De nieuwe burger is vaak redelijk gebekt, maar let op, dertig procent van de Rotterdammers verwacht nog een sterke overheid in the lead. Ik zie een proces voor me van co-creatie, samendoen, ideeën ontwikkelen die vaak voor een paar centen te realiseren zijn.” Einde citaat.
Hoe hij mijn vragen beantwoordt, is Aboutaleb ten voeten uit. Hij had kunnen aangeven hoe hij de burger meer invloed wil geven, maar hij zegt dat dertig procent behoefte heeft aan een sterke overheid. Hij had kunnen zeggen hoe hij buurten, vaak zo groot als kleine steden, een fors budget zou willen toekennen om zelf mee aan de slag te gaan, maar heeft het over co-creatie en ideeën waar je maar een paar centen voor nodig zou hebben. Tot op de dag van vandaag heeft de burger in Rotterdam op decentraal niveau, ondanks ‘Wijk aan zet’-achtige beloften, nul procent invloed.
Ik ben voor een gekozen burgemeester. Helaas zal ik in dat geval zeer waarschijnlijk genoegen moeten nemen met iemand uit de hoek van de PVV of Denk. Zoals de meeste Amerikanen voor Trump kiezen, zullen de meeste Rotterdammers, als hun stem serieus zou worden genomen, het liefst een populaire rechtse man of vrouw op de Coolsingel willen begroeten.
Mijn voorkeur zou uitgaan naar een progressieve kandidaat die op komt voor de zwakkeren in onze stad. Iemand als Lilian Marijnissen of Hans Spekman.
Al die al of niet ex Haagse politici, die in Rotterdam wonen, hoeven wat mij betreft niet te solliciteren, hoewel ik voorspel dat Rotterdam aan het eind van 2024 toch weer bestuurd zal worden door een ‘Haagse Rotterdammer’.