Overheden communiceren te vaak niet met de burgers
Wat is het verschil tussen schone beloften aan het electoraat en de werkelijkheid? In deze na-verkiezingstijd valt het te bezien of de hoop op verandering in beleid 'voor de mensen in Nederland' en 'luisteren naar de mensen' waarheid wordt. In Rotterdam blijkt dat reageren op aangescherpte vragen van de burger tijd neemt. Deze moet maar genoegen nemen met de cliché tegenwerping ‘het is erg druk’. Het gevolg is dat er in lokaal en nationaal beleidsland straffeloos slecht tot niet mag worden gecommuniceerd met de burgers en het bedrijfsleven.
Rotterdamse praktijk
De wettelijke overschrijding van het tijdslot voor beantwoording van ingezetenen in Nederland kan zonder sancties. De Rotterdamse praktijk leert bijvoorbeeld dat direct telefonisch contact met een WMO ambtenaar bijna niet mogelijk is om de zaak wat te bespoedigen. De woordvoerder van de wethouder met ouderenbeleid in portefeuille bepaalt of de vragensteller een privépersoon is of een journalist die toevallig als privépersoon op een serie problemen stuit. In alle gevallen moet de vragensteller maar netjes afwachten voor hij/zij antwoord krijgt, als dat antwoord er komt. Vraag de Ombudsman in Rotterdam maar hoe taai de materie is om beleidsverantwoordelijken tot beantwoording te bewegen.
Voorbeelden van fout handelen
Nieuwsgierig naar wat voorbeelden van de handelswijze van de gemeente Rotterdam? Wat te denken van de aankondiging van de gemeente die drie jaar geleden plompverloren aankondigde Recreatieoord Hoek van Holland te willen verkopen. Na taaie volharding van de actievoerende bewoners en de Ombudsman die forse kritiek had op de gemeentelijke manier van doen, kan komend jaar eindelijk het beheer van het terrein worden overgedragen aan de bewoners zelf.
Het onvoordelig uitpakkende contract van de gemeente met de gecombineerd vervoersorganisatie Trevvel levert nog steeds problemen op voor de Wmo gerechtigde gebruikers daarvan . De wethouder die verantwoordelijk is voor dit contract, en zijn woordvoerder blijven zich vooralsnog hullen in stilzwijgen. Uiteindelijk komt een beleidsadviseur Wmo op 30 november in beweging na eerdere mailberichten van 22 september en herhaling op 3 november. Hij verontschuldigde zich nog wel voor de late reactie, maar stuurt in zijn beantwoording de vragensteller vervolgens het spreekwoordelijke bos in.
Spelregels
De beleidsadviseur Wmo wijst op de spelregels die de Nederlandse gemeente toepassen voor het zogenoemde Collectief Aanvullend Vervoer (CAV): “Een rit kan dus voor de reiziger langer duren dan op het eerste gezicht lijkt. Dat kan voor de betrokkene vervelend zijn. [ ] Maar alleen op deze wijze is het vervoer van 25.000 Rotterdamse CAV-pashouders uitvoerbaar en betaalbaar. Omdat er grenzen zijn aan voornoemde marges, hebben wij met Trevvel kwaliteitspercentages inzake stiptheid en omrijden afgesproken. In 2023 voldoet Trevvel aan die normen.”
Slecht monitoren van de werkelijke slechte situatie en vervolgens niets doen aan de onbetrouwbare vervoersdienstverlening blijft het parool, ook al zegt de Trevvel directie verbetering van het vervoersaanbod na te streven. In feite blijft de gebruiker van deze diensten op achterstand. Hij/zij is immers slechts het ‘product’ dat Trevvel volgens het contract met de gemeente Rotterdam moet leveren. Hoe dat gebeurt, is kennelijk irrelevant.
Schadelijke overheidshandelswijze
Het is maar een kleine greep van slecht handelen van lokale gemeenten. De overheid kan er ook wat van. Daardoor dreigen scheepseigenaren in de binnenvaart in de problemen te raken door de overheidsschorsing van de keuringsorganisatie NBKB. Zo zouden ze acuut zonder geldig certificaat komen te zitten en dus niet kunnen varen. Intussen heeft schippersorganisatie ASV in een overleg met toezichthouder Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) wat resultaten geboekt. De schippersvertegenwoordiging bemiddelde voor enkele scheepseigenaren zodat het certificaat voor hun schip geldig blijft voor een bepaalde tijd. Daarmee zijn de certificeringsproblemen nog niet allemaal opgelost.
Gelukkig blijven er strijdbare burgers in dit land en organisaties en politici die naar Rotterdamse slogan ‘geen woorden, maar daden’ willen handelen om beleidsmakers te activeren ten gunste van de hulpvragers. Daarvoor blijft wel taaie volharding nodig.
Zie ook hieronder 'Yes Prime Minister' over de manier waarop er vooral geen antwoord moet worden gegeven op directe vragen.