‘Geheime dienst’
Zodra Martin (schuilnaam) het stamcafé kwam binnenlopen, verstomden de gesprekken aan de bar. Voor velen van ons bleef hij een ‘mysterieman’. Al jarenlang dreef hij een winkeltje op de Nieuwe Binnenweg.
,,Een dekmantel,’’ zo werd gefluisterd in de kroegwandelgangen.
Zo’n toko voor verzekeringen en administratie waar je alle kanten mee op kon. Op de meest rare tijdstippen was de ‘Firma Martin’ gesloten. Klanten of activiteiten zag je er zelden of nooit.
Martin, inmiddels begin vijftig, was van nature joviaal en zeer rap van tong. Wel vaak gehaast. Of Jan en Alleman hem constant op de hielen zat. In het stamcafé nam hij keurig netjes een kopje koffie, hooguit een of twee biertjes.
Kwam hij toevallig als een ‘tornado’ rondom het borreluur binnen, dan wilde hij wel eens een whisky pakken. Maar dat was meer om zijn standing op te houden.
Als hij een kwartiertje binnen was kon je er vergif op innemen dat zijn mobiel begon te rinkelen. Hij liep dan meteen naar buiten. Daar ijsbeerde hij zo’n vijf minuten al pratend aan de lijn. Om daarna hard naar binnen te roepen, zodat iedereen het kon horen: ‘Jongens, sorry, maar ik word weer weggeroepen.’
Zo verdween hij als een hazewindhond, niet zelden zonder te betalen.
Op een keer kwam ene ‘Truus’ nieuwsgierig het bruine café binnengelopen. Zij stelde zich voor als de vrouw van Martin. ,,Loopt hij hier ook zo vaak weg na een telefoontje?,’’ vroeg zij argwanend. ,,Bij mij doet hij dit zelfs tijdens een verjaardagsfeestje!’’
Antwoordt Nel de barjuffrouw nuchter: ,,Ja, wij kennen hem niet anders.’’
Truus: ,,En altijd zo geheimzinnig hè. Net of hij bij de geheime dienst werkt. Ik vroeg het eens op de man af.’’ Zegt hij: ,,Ja, als jij het weet, dan weet de hele wereld het!..’’
Twee maanden later kwam Truus voor de tweede keer naar de toog en sprak opgewonden tegen Nel: ,,Die zakkenwasser was vanochtend zijn mobiel vergeten!’’
Nel: ,,Nou, en?’’
Truus: ,,Het was al die tijd zijn minnares!’’
Martin hebben wij daarna nooit meer terug gezien.