De dans van Iansã

29 januari 2025 • 00:00 door Han van der Horst
De dans van Iansã
Clara Bld. AI geïnstrueerd door de auteur

Donald Trump is door God gered om Amerika naar een gouden eeuw te leiden. Maar er is meer tussen hemel en aarde dan dit opperwezen op zijn Amerikaans. Dat blijkt uit deze geschiedenis die zich op de Statenweg afspeelde. Wat als een orixa het leven overneemt van een Rotterdams echtpaar. Chatgtp geeft het antwoord. Ditmaal voegde ik toe: doe het in de stijl van João Ubaldo Ribeiro, wiens meesterwerk “Brazilië, Brazilië (Viva o Povo Brasileiro) ik van harte aanbeveel. Aanvankelijk maakte AI fouten bij de beschrijving van de attributen en de kleding van Iansã. Dat moest ik corrigeren.

Albert had altijd iets voor rommelmarkten. Er was iets magisch aan die plekken, alsof je op zoek ging naar verloren tijd, vergeten verhalen. Het Heemraadsplein was dan ook een van zijn favoriete stekken. Daar vond hij altijd wel iets van zijn gading, iets dat het waard was om mee naar huis te nemen, een stukje geschiedenis verstopt in het stoffige raamwerk van een vergeten hoek. Op een dag stuitte hij op iets bijzonders, een houten beeld van een vrouw. Het was niet veel groter dan een kind, maar er zat iets onmiskenbaar vreemds in de manier waarop ze daar stond: een wijde jurk, het gezicht verborgen achter een waaier van kralenkettinkjes die als een voile voor haar ogen hingen. Er was iets onverklaarbaars aan dit beeld, iets dat zijn nieuwsgierigheid direct wist te prikkelen. Na wat afdingen kreeg hij het voor vijftien euro mee, alsof het een bizar geheim met zich meedroeg, klaar om onthuld te worden.

Thuis op de Statenweg plaatste Albert het beeld voorzichtig op de houten salontafel, in het licht van de namiddagzon. De zonnestralen leken te spelen met de levendige kleuren van het beeld, waardoor het houtsnijwerken wel een een geheime taal leek. Zijn vrouw Clara was druk in de keuken, haar geurige stoofpot stond te pruttelen op de inductieplaat.

"Clara, kom eens kijken wat ik gevonden heb!" riep Albert, zijn stem vol opwinding, als een kind dat een schat had ontdekt.

Clara veegde haar handen af aan haar schort en slenterde naar de woonkamer. Ze keek met milde nieuwsgierigheid naar het beeld, haar ogen gleden over de mysterieuze figuur. De vrouw leek naar haar terug te glimlachen, een glimlach die iets zei dat niet uit te leggen was.

"Wat is er?" vroeg Clara, terwijl ze dichterbij leunde om het beter te kunnen bekijken.

"Ik weet het niet zeker," antwoordde Albert. "De verkoper zei dat het een oud stuk uit Brazilië is. Iets met een orixa… Iansã, denk ik. Althans, dat zei die verkoper, en een orixa, dat moet dan een of andere godheid zijn."

Op dat moment gebeurde er iets waarvoor geen woorden bestonden. De de kamer vulde zich met een onuitspreekbare spanning. De glimlach van het beeld werd breder, de kleuren van het hout lichter, alsof het beeld plotseling tot leven kwam. Het was niet langer een object, maar een aanwezigheid. De lucht werd kouder, een onzichtbare kracht dook op, greep Clara, en haar ogen werden groot. Ze voelde een rilling over haar ruggengraat trekken, alsof een onzichtbare hand haar binnenste vastgreep.

De glimlach van het beeld werd breder, de kleuren lichter, en ineens klonk er een zacht, ritmisch drumgeluid. Clara's ogen rolden terug in haar hoofd, haar lichaam verstarde, haar handen vlogen naar haar borst, alsof ze worstelde tegen een kracht die ze niet begreep. Albert stond verstijfd, zijn adem stokte.

"Clara, wat is er aan de hand?" vroeg hij, maar zijn stem leek te verdwijnen in de verstikkende stilte die de kamer vulde.

Haar stem was niet meer die van haar, maar iets diepers, een resonantie die eeuwen leek te dragen. "Ik ben Iansã," zei ze, haar mond bewoog, maar haar woorden kwamen uit de diepte van een ander bestaan. "De orixa van begin en overgangen."

De kamer leek te draaien, de meubels verschoven, op de tv flikkerden beelden van regenwouden en vurige ritmes. De gordijnen fladderden, alsof een onzichtbare storm hen teisterde, en de planten op de vensterbankbogen zich naar Clara toe, als in aanbidding. De geur van de stoofpot werd doordrongen door een mysterieuze geur van verbrande kruiden, het was een teken dat de grenzen tussen het gewone en het heilige begonnen te vervagen.

"Iansã spreekt," zei Clara met een fluisterende kracht die het hele huis leek te vullen. "Je hebt me in je huis gehaald, Albert. Je hebt, zonder het te weten, een geest van grote kracht opgeroepen."

De lucht werd zwaarder, de kamer vulde zich met een gewicht dat Albert niet kon begrijpen. Zijn mond bleef open, maar geen woorden kwamen eruit. "Waarom heb je dit gedaan?" vroeg Iansã, haar blik scherp en allesomvattend.

Albert stamelde, "Ik… ik wist het niet. Ik vond het beeld gewoon leuk."

Iansã leunde achterover in haar nieuwe gestalte, haar ogen zagen door hem heen. "Je intentie was zuiver," zei ze, "maar je moet oppassen. Met grote macht komt grote verantwoordelijkheid."

En ineens was alles weer stil. De kamer was terug in haar gewone gedaante, op de achtergrond borrelde de stoofpot die de geur van gebrande kruiden verspreidde. Clara stond daar, verwilderd, haar ogen groot van verwarring. "Albert, wat is er net gebeurd?"

Albert, nog bevend van de intensiteit van de ervaring, haastte zich naar de keuken, de stoofpot in chaos. "Ik denk dat je Iansã net hebt ontmoet," zei hij. "De orixa van het standbeeld."

Clara voelde langzaam een vreemde energie uit haar lichaam verdwijnen. Ze keek naar haar handen, die nog lichtjes trilden van de ervaring. "Wat doen we nu?" vroeg ze, haar stem een mengeling van verwondering en onzekerheid.

"We moeten meer leren," zei Albert, zijn stem onzeker, "we kunnen dit niet negeren. We zijn niet voor niets gekozen."

Ze keken naar de rook die uit de keuken kwam, het verbrande bewijs van de verstoorde tijd. Het was het moment waarop hun leven veranderde, het begin van iets nieuws, iets dat niet te negeren viel.

En zo begon hun reis, een pad in de wereld van Candomblé, een religie die de orixas vereert. Clara leerde hoe ze de energie van Iansã kon kanaliseren en als een gids anderen kon beschermen. Het beeld, dat ooit slechts een goedkope vondst op een rommelmarkt was, werd het brandpunt van hun nieuwe leven, een symbool van de goddelijke kracht die hen had gekozen.

Clara begon zich in het rood te tooien, de kleuren van Iansã, het symbool van zowel zuiverheid als woede. Ze droeg lange jurken en zilveren accessoires, en haar blauwe sjaals dansten om haar heen als een zichtbare manifestatie van de oneindigheid van het universum. Ze was nu de belichaming van de storm en het begin van nieuwe mogelijkheden. Het rood stond voor de helderheid van haar nieuwe pad, het blauw voor de reis die nog moest komen.

Clara en Albert leefden voortaan in een huis dat niet alleen van hen was, maar ook van de goden. Iansã liet steeds weer haar sporen in hun leven achter, haar invloed voelde als een onzichtbare kracht die hen met elke stap volgde.

Elke ceremonie, elke ritueel die Clara uitvoerde, voelde als een dans tussen het menselijke en het goddelijke. De orixa, die ooit slechts een mysterieus figuur uit een ver land leek, werd nu een voortdurende aanwezigheid in haar leven. Ze leerde de energie van Iansã te kanaliseren, de kracht van de storm en de wervelwind die alles vernieuwde, die alles doorbrak wat in de weg stond. Haar longen vulden zich met de ritmes van de aarde, haar handen gaven kracht aan de energie die hen omhulde. De verering van Iansã was geen handeling, maar een manier van zijn.

Zij moest nu ook het dieet van Iansã volgen, Zij openbaarde Clara haar culinaire code.

Het begon met de aubergines. Clara leerde al snel dat deze vruchten niet zomaar konden worden gekookt. Ze moesten eerst met de juiste hand worden gesneden, precies op het juiste moment, wanneer het mes hun huid zou openen zonder de diepte van hun wezen te verstoren. Het vuur moest zacht genoeg zijn, alsof de aubergines niet wilden verdragen dat het vuur hen al te hard zou aanraken. En dan waren er de moerbeien, zo zoet en toch met zoveel diepgang in de smaak alsofde adem van een oude ziel d haar geheimen in het fruit verstopte.

De kidneybonen waren moeilijker te temmen. Clara leerde dat zegeduld vereisten dat haar hart op de proef stelde. Ze moesten urenlang weken, wachten tot hun harten eindelijk zacht werden en hun jasje hun ware smaak kon loslaten. Van blikvoer was Iansã nu eenmaal niet gediend. Maar het was het geitenvlees dat haar uitdaagde, haar in de ogen keek en haar iets leerde dat geen andere voeding ooit had gedaan: geduld en respect voor de kracht die een levend wezen in zich draagt. Het vlees werd langzaam bereid, alsof het in de handen van de tijd werd gewikkeld, en uiteindelijk was het een gerecht dat alles bijeenbracht, zelfs de verre sterren.

De chocolade was anders. Het had iets magisch. Clara begreep pas na enige tijd dat de chocolade het geheim was van Iansã's kracht, de sleutel tot haar onverzettelijke geest. Het smelten van de chocolade was geen alledaags proces. Het moest gebeuren met een ritueel, een dans van handen die voorzichtig door de lucht gleden, als een gebed dat de ruimte vulde met een verlangen naar de onbereikbare horizon.

Rijst, eenvoudig en toch verheven, was het fundament waarop alles rustte. Het werd niet gekookt, maar gekoesterd, als een kind dat je in je armen vasthoudt om zijn kracht te laten groeien, om hem een toekomst te geven die in de lucht zelf zou zweven.

Maar het grootste avontuur was Acarajé. Clara had Iansã er altijd over horen spreken, maar het was pas toen zijzelf met haar handen de ingrediënten begon te mengen, dat zij het volledige mysterie begreep. Het was een gebed in de vorm van deeg, een zonsopgang die zich ontvouwde in de olie. Het deeg, met zijn geur van uien, knoflook en het geheim van de palmolie, werd zorgvuldig gevormd. De olie moest de perfecte temperatuur hebben,. Wanneer de Acarajé's eenmaal goudbruin waren, het vlees van de geit en de pinda’s in hun buik droegen, leerde Clara iets meer dan koken. Ze leerde wat het was om zelf onderdeel van een ritueel te zijn, om de smaken van de goden in je handen te voelen, de kracht van Iansã te begrijpen zonder dat zij ooit sprak.

Het was een transformatie, een alchemie die begon in de keuken maar zich uitstrekte tot de grenzen van haar ziel. Clara begreep eindelijk wat het was om de wereld, met al haar smaken en geuren, niet te beheersen, maar te omarmen, om het te voelen als een adem in de lucht, altijd

Albert, die aanvankelijk de onwetende partner was, begon te groeien in zijn begrip van wat er in hun huis gebeurde. Hij voelde een diep respect voor de kracht die Clara nu beheerste, maar er was ook de constante vraag: "Wat is mijn plaats in dit alles?" Zijn liefde voor Clara was niet veranderd, maar haar transformatie had hen in een nieuwe richting gestuurd, een richting die hij niet had voorzien. Hij begreep dat de rol die ze nu vervulde niet alleen die van een vrouw was, maar van een krachtige spirituele gids, en zijn respect voor haar evolueerde naar een toegewijde bewondering.

Toch waren er momenten van onzekerheid. Het beeld, het symbool van de godin die haar leven was binnengekomen, stond altijd op de salontafel, als een stille getuige van hun nieuwe pad. Clara had de gave van Iansã ontvangen, maar met die gave kwam ook de last van verantwoordelijkheid. In de momenten van twijfel, wanneer de storm in haar geest weer opsteeg, keek ze naar het beeld en wist ze dat ze niet alleen was. Ze was de belichaming van de orixa, en met die kracht kwam de verplichting om haar pad te volgen, om anderen te begeleiden, maar ook om het evenwicht te bewaren.

Albert zag hoe Clara veranderde, hoe haar kleding, de lange jurken en de zilveren accessoires, haar meer dan alleen een vrouw maakten. Ze was een krachtige gids, een orakel voor hen die haar hulp zochten. De blauwe sjaals die ze droeg fladderden als de vlagen van de storm, de wind van verandering die altijd met haar meereisde. Ze was niet alleen zijn vrouw meer; ze was een kanaal voor een oude kracht, een vrouw die de storm had omarmd en haar energie had leren gebruiken.

HClara leidde niet alleen hun huis, maar de gemeenschap die zich om hen heen begon te vormen. Mensen kwamen naar hen toe voor hulp, voor bescherming, voor begeleiding. Albert was haar steun, haar rots, en samen boden ze een plek van kracht en veiligheid in een wereld die vaak in chaos verkeerde.

Op een dag, tijdens een ritueel waarin Clara de energie van Iansã aanriep, keek Albert naar het beeld op de salontafel, dat nu met een nieuwe eerbied werd behandeld. De vrouw in de wijd uitstaande jurk met de kralenkettinkjes voor haar ogen was meer dan een object geworden; ze was de poort naar een andere wereld, een wereld van geesten, van kracht, van de onveranderlijke natuur van het leven. Het beeld was hun gids, hun eerbiedwaardige leraar, die hen had geleid naar een hogere waarheid.

"Iansã heeft ons veranderd," zei Albert zacht, terwijl hij de handen van Clara vasthield, die nu een diepere rust had gevonden in haar nieuwe rol. "We hebben meer geleerd dan we ooit hadden kunnen verwachten."

Clara knikte, haar ogen stonden vol kennis. "De wereld is niet wat we dachten dat hij was. Maar met de kracht van Iansã kunnen we haar aansteken, haar verlichten, en haar opnieuw creëren."

Het was een zonovergoten middag toen Clara, haar blik scherp als een mes, Alberteen fbevel gaf. DHaar stem had die bepaalde klank, die van iemand die de wind goed had weten te lezen en de rivier wist te sturen. "Ga," zei ze, "zoek de sabel en de zweep. Iansã wacht."

Albert, knikte zonder aarzeling. In zijn binnenste vond hij, zoals altijd, een stille berusting in haar opdrachten, een acceptatie die hem alles had gebracht wat hij wilde: een leven vol vertrouwen in de kracht van haar blik en de zekerheid dat haar wil nu de enige wet was die telde.

De stad lag voor hem,haar winkelstraten waren het kloppende hart van een andere wereld, waar alles kon worden gevonden, zelfs de wapens van eeengodin. . Sabel en zweep, de krachtige symbolen van Iansã, zouden niet moeilijk te vinden zijn; hun aanwezigheid was overal, maar toch was het als een heilige zoektocht, een reis naar iets ongrijpbaars, het vinden van een stuk van de hemelse storm die Iansã zo goed beheerste.

Toen Albert de winkel binnenstapte, voelde hij de atmosfeer veranderen. Niet dat er iets bovennatuurlijks te merken was voor wie geen rituelen kende, maar de geur van leer en ijzer was doordrenkt met iets dat hij alleen herkende als de kracht die Clara in haar ogen droeg. De verkoper, een oude man met een baard die zich niet had aangepast bijhet verstrijken der jaren, keek Albert aan met een blik die wel wist wat hij zocht. "Iansã," zei de man met een knik, "je zult haar zwaard vinden in het verleden en haar zweep in de storm."

Met een rustige hand reikte Albert uit naar de voorwerpen die hem toevertrouwd waren. De sabel glansde als het bliksemlicht en de zweep lag zwaar in zijn hand, zoals de vloed de aarde kust voor hij zich weer terugtrekt. Met deze attributen in zijn armen voelde hij een nieuwe verantwoordelijkheid; ze waren geen simpele voorwerpen, maar belichamingen van een godin die heerst over de winden, de stormen, de chaos.

Toen hij terugkeerde naar Clara, lag haar glimlach als een belofte in de lucht. Ze nam de sabel en de zweep uit zijn handen, alsof ze iets van een andere wereld in ontvangst nam, iets dat al zijn kracht had maar pas pas in haar handen zijn volledige betekenis zou vinden. Ze bewaarde ze zorgvuldig voor het beeld van Iansã, en Albert wist, zoals altijd, dat zijn taak was voltooid, maar dat er altijd een storm aan de horizon dreigde.

Op een middag, terwijl Albert aan tafel zathoorde hij Clara achter zich. Ze droeg haar rode jurk en de rode hoofdtooi. In haar hand hield ze de zweep.

“Het is tijd, Albert,” zei ze met een glimlach d. “Je moet haar macht voelen, anders kun je haar niet begrijpen.”

Albert stond op, zijn adem stokte. “Clara, dit is niet normaal. Stop met dit spel.” Maar Clara schudde haar hoofd. “Het is geen spel. Het is respect. En dat moet je leren.”

Ze tilde de zweep op en liet hem neerkomen, niet hard, maar met een scherpe klap die door de kamer galmde. Albert hapte naar adem. Een warm, prikkelend gevoel verspreidde zich over zijn rug, gevolgd door een onverwachte helderheid in zijn hoofd. Het was alsof het geluid van de klap de kamer vulde met een onzichtbare energie.

“Iansã accepteert je,” zei Clara zacht. “Nu ben je van ons.”

Het pad dat voor hen lag was onzeker, de storm die hen had geraakt was slechts het begin van iets veel groters. Wat begon als een vondst op een rommelmarkt had hun levens voor altijd veranderd. Ze waren niet langer de mensen die ze ooit waren. Hun relatie, hun spirituele verbinding, was niet meer alleen van liefde, maar van een hogere opdracht.

Iansã had hen gekozen, had hen in haar storm getrokken en hen uitgedaagd om de diepte van hun zonden en hun deugden te omarmen. Ze zouden hun leven voortzetten in de turbulentie van de goddelijke energie die hen omhulde, leren, groeien, en uiteindelijk misschien de storm temmen. In hun huis, hun heiligdom, zou de kracht van Iansã altijd aanwezig blijven, als een eeuwige getuige van hun reis.

Samen, als partners in het goddelijke, zouden Clara en Albert hun nieuwe leven voortzetten, terwijl het beeld van Iansã hen voortdurend eraan herinnerde dat met de gave van kracht, ook de last van verantwoordelijkheid kwam.



hanvanderhorst@vandaagenmorgen.nl




Over de columnist

Han van der Horst

Han van der Horst werkte van 1978 tot 2012 bij de Nuffic, de Nederlandse organisatie voor internationale samenwerking in het hoger onderwijs. Hij was een aantal jaren boekbespreker bij het VPRO-radioprogramma OVT, dat in teken staat van geschiedenis. Van der Horst is voorzitter van het Comité Open Monumentendagen Schiedam. Zijn boeken over geschiedenis zijn geschreven voor een breed publiek en worden uitgegeven door onder andere het Schiedamse Scriptum (bekend van Snoecks), Prometheus of Polak & Van Gennep. Hij was ook vaste radiocolumnist bij Radio Rijnmond (2011-2015). Sinds januari 2016 is hij radiocolumnist bij het radioprogramma De Late Avond.

Alle hens aan dek
09 feb
Alle hens aan dek
Beelddwang
08 feb
Beelddwang
Ook Geesje wil een nieuwe partij: de Partij voor Naakte Vooruitgang (PNV)
06 feb
Ook Geesje wil een nieuwe partij: de Partij voor Naakte Vooruitgang (PNV)
Tesla-schaamte? Tesla-trots!
01 feb
Tesla-schaamte? Tesla-trots!
Mijn mooiste kado
01 feb
Mijn mooiste kado
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.