Oranje Rotterdam (2)

26 februari 2023 • 00:00 door Manuel Kneepkens
Oranje Rotterdam (2)
Beatrix, Claus, burgemeester Van Hall en een klein jongetje in Rotterdam in 1968 Foto Jac de Nijs / Anefo Nat. Archief

Wilhelmina schonk na de oorlog Rotterdam het predicaat Sterker door Strijd. Sindsdien mag haar beeld tronen aan de rand van Het Park – het park onder de Euromast.

Het beeld is van de hand van Charlotte van Palland. Een tweede exemplaar van dit befaamde beeld siert de beeldentuin van Kasteel Nijenhuis in Wijhe. Het verblijf, waarin de ex-directeur van het Boymans Hannema zich terugtrok, nadat hij zijn straf wegens collaboratie had uitgezeten. Hij had zich o.a. laten verleiden om Gevolmachtigde Museumwezen te worden in de marionettenregering, die Mussert in 1943 van de Duitsers mocht vormen.

Ook was hij het belangrijkste lid van de commissie die zich tijdens de oorlog moest buigen over het kunstbezit van het (gevluchte) koninklijk huis. Gelukkig voor het koningshuis was Hannema behalve voorstander van de Nieuwe Orde ook zeer oranjegezind. Dat kan blijkbaar samen gaan ( zie ook de familie van Hoey Smits hieronder...). En als zodanig hij heeft zowaar weten te verhinderen dat het koninklijk kunstbezit naar Duitsland werd afgevoerd. Behalve wat jachttaferelen dan, behorend aan Prins Bernhard, die vond Hannema grove kitsch.

In 1937 werd vanuit Rotterdam het NSB- verlovingsgeschenk aangeboden aan Prinses Juliana en Prins Bernhard. Het geld daartoe was verzameld door het echtpaar van Hoey-Smit, eigenaar-bewoner van het Arboretum Trompenburg.

In die tuin prijkt heden nog steeds het Zonnewende-podium, waarop 'het Arisch Zonnewendefeest' toentertijd werd gevierd.

Roel van Duijn schreef in 2018 het boek 'Een zoon voor de Führer'. Dat gaat over de beste vriendin van het echtpaar, de NSB- freule Julia Op ten Noort. Zij trad op als de secretaris van hun 'NSB- comité Verlovingsgeschenk' en woonde hier in Rotterdam aan de Honingerdijk, vlakbij Trompenburg.

Wij arriveren nu in het omineuze jaar 1918. Einde Eerste Wereldoorlog. Revolutionaire woelingen alom. Lenin grijpt de macht in Rusland. In Duitsland wordt het Keizerrijk opgevolgd door de Weimarrepubliek.

Zou de onrust ook naar Nederland overslaan? Het Rotterdamse zakenleven maakte zich grote zorgen.

Op zaterdag 9 November 1918, het begin van de 'Rode Week', bracht havenvakbondsman Arie Heijkoop verslag uit aan Pieter Jelles Troelsta, de leider van de SDAP., van een gesprek dat hij die dag had gevoerd met Nijgh, voorzitter van de Rotterdams werkgevers in de Scheepvaart.

Nijgh hoopte na de Wapenstilstand snel het Rotterdams handelsverkeer met het Duitse achterland te herstellen en hij wilde de nieuw handelskansen niet verziekt zien door mogelijke opstandigheid onder de havenarbeiders (Er heerste door het wegvallen van het handelsverkeer met Duitsland grote werkeloosheid

in de Rotterdamse haven. )

Nijgh toonde zich, tot verbazing van Heijkoop bereid om met de SDAP samen ter werken voor een 'ordentelijke machtsoverdracht'.

Dat zou afschaffing van de monarchie betekenen. Het verkiezingsprogramma van de SDAP was duidelijk daarover.

Troelstra formuleerde het zo: “Erfelijkheid moge een geschikt leidend beginsel opleveren voor paard- en rundveestamboeken, voor het bekleden van publieke ambten kan het geen leidraad zijn.”

Beter kan het niet geformuleerd.

Het ongevraagde aanbod van de zakenwereld van Rotterdam om mee te werken aan een overdracht van de macht, heeft Troelstra waarschijnlijk gesterkt in zijn overtuiging dat er in Nederland ook zoiets als een revolutionaire stroming bestond zoals in Rusland en Duitsland

Voor het verenigingsgebouw van het Algemeen Werklieden Verbond aan de Goudse singel - in de oorlog weggebombardeerd; in het wederopbouwpand aldaar haal ik vandaag de dag mijn spiritualiën bij Dirk III – riep Troelstra daadwerkelijk de revolutie uit!

Dat bleek een vergissing.

Er ontstond een succesrijke contrarevolutie.

Op 17 November 1918 werd er op het Malieveld een Nationaal Eerbetoon georganiseerd. Klokslag een uur kwam daar het hofrijtuig aan met koningin Wilhelmina en prins Hendrik. Met als vertederende noot het jonge, geheel in het wit gestoken prinsesje Juliana.

Vlak bij het Malieveld hielden de manschappen van het regiment Grenadiers de stoet stil, spanden de paarden uit en trokken zelf het rijtuig door de juichende menigte.

Troelstra had het nakijken.

En last but not least, de invoering van de Oranjemonarchie in 1813 in ons staatsbestel was... een Rotterdams initiatief! Die invoering is immers geheel en al het werk geweest van één Rotterdams zakenman ( een Rotterdams zakenman, alweer...) Gijsbert Karel van Hogendorp.

Van Hogendorp had met twee door hem 'geronselde' edellieden van der Duijn van Maasdam en van Limburg Stirum, een Driemanschap gevormd en uit kracht van dat Driemanschap – met een eigenlijk geheel uit de lucht gegrepen geplukte legitimiteit – Willem Frederik de zoon van de naar Engeland gevluchte stadhouder Willem Vijf,verzocht naar Nederland te komen om het Koningschap te aanvaarden.

Van Hogendorps motivatie om een Oranjemonarchie in het leven te roepen was zijn overtuiging dat zo'n monarchie goed zou uit pakken voor het zakenleven.

En op dat punt stelde de nieuwe koning niet teleur.

Willem I is de geschiedenis ingegaan als de 'Koning-Koopman'.

Voor het huidig steenrijk zijn van de Oranjes is toen de basis gelegd

Resumerend moeten wij concluderen dat het met die verknochtheid van Rotterdam aan ons Koningshuis nogal op en neer is gegaan. Dat die diep geworteld zou zijn, klopt in elk geval niet.

Wat moeten we dan met burgemeester Aboutalebs uitspraak, dat die wèl diep is?

Volgens mij gaat het hier om een geval van Speak for yourself. Het is niet Rotterdam maar de burgemeester van Rotterdam, die een diepe band met ons koningshuis ervaart.

Heb ik bewijs voor deze stelling?

Ik baseer mijn bewijs op een ware gebeurtenis, op een feit...! In 2012 nam Burgemeester Aboutaleb het eerste exemplaar van mijn bundel Een zomer voor alle seizoenen in ontvangst in toenmalig litterair café Tsjechov.

Bij de gelegenheid noemde hij mij in zijn toespraak, zijn derde meest geliefde Nederlander... ! Waarom? Omdat ik... een politiek actief dichter was!

Zijn eerste Geliefde Nederlander bleek... zijn vrouw, en zijn tweede... Koningin Beatrix!

Ik beschouw mijn stelling dat niet zozeer de stad Rotterdam verknocht is aan het Koningshuis als wel de burgemeester van de stad Rotterdam, als bewezen!

Over de columnist

Manuel Kneepkens

M.M.M. (Manuel) Kneepkens (Heerlen, 26 februari 1942) is een Nederlands dichter, publicist, politicus en jurist-criminoloog. 

Na het gymnasium op het Bernardinuscollege ging hij in Leiden rechten en criminologie studeren. In 1971 vertrok hij naar de Erasmusuniversiteit in Rotterdam. Daar was hij 23 jaar docent strafrecht en criminologie.

Marko Pastors, gouverneur generaal van de kolonie Rotterdam Zuid
06 dec
Marko Pastors, gouverneur generaal van de kolonie Rotterdam Zuid
Kan Sint Nicolaas nog wel?
05 dec
Kan Sint Nicolaas nog wel?
Zwarte vrijdag?
02 dec
Zwarte vrijdag?
Sinterklaas
25 nov
Sinterklaas
Over Beschaving en Barbarij
23 nov
Over Beschaving en Barbarij
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.