NASA's Webb onthult kraamkamer van de sterren

16 juli 2022 door een van onze medewerkers
NASA's Webb onthult kraamkamer van de sterren
NGC 3324 op 7.600 lichtjaar afstand, vastgelegd door Webb's Near-Infrared Camera (NIRCam) en Mid-Infrared Instrument (MIRI) Bld. NASA, ESA, CSA en STScI

Het 'landschap' op de foto is eigenlijk de rand van een nabijgelegen, jong, stervormingsgebied genaamd NGC 3324 in de Carinanevel. Deze afbeelding is vastgelegd in infrarood licht door NASA's nieuwe James Webb Space Telescopedie 25 december 2021 gelanceerd werd.  De beelden onthullen voor het eerst de voorheen onzichtbare gebieden waarin sterren ontstaan.

Cosmic Cliffs

Het schijnbaar driedimensionale beeld van Webb, dat de Cosmic Cliffs wordt genoemd, ziet eruit als steile bergen op een maanverlichte avond. In werkelijkheid is het de rand van de gigantische, gasvormige holte in NGC 3324, en de hoogste "pieken" in deze afbeelding zijn ongeveer 7 lichtjaar hoog. Het spelonkachtige gebied is uit de nevel gesneden door de intense ultraviolette straling en sterwinden van extreem massieve, hete, jonge sterren die zich bevinden in het midden van de bel, boven het gebied dat in deze afbeelding wordt getoond.

De zinderende, ultraviolette straling van de jonge sterren beeldhouwt de wand van de nevel door deze langzaam weg te eroderen. Dramatische pilaren torenen uit boven de gloeiende muur van gas en weerstaan deze straling. De "stoom" die uit de hemelse "bergen" lijkt op te stijgen, is in feite heet, geïoniseerd gas en extreem heet stof dat door de meedogenloze straling van de nevel wegstroomt.

Cosmic dust en protostellaire jets

Webb onthult opkomende stellaire kraamkamers en individuele sterren die volledig verborgen zijn in foto's van zichtbaar licht. Vanwege de gevoeligheid van Webb voor infrarood licht, kan het door kosmisch stof turen om deze objecten te zien. Protostellaire jets, die duidelijk naar voren komen in deze afbeelding, schieten uit enkele van deze jonge sterren. De jongste bronnen verschijnen als rode stippen in het donkere, stoffige gebied van de wolk. Objecten in de vroegste, snelle fasen van stervorming zijn moeilijk vast te leggen, maar de extreme gevoeligheid, ruimtelijke resolutie en beeldvormingscapaciteit van Webb kunnen deze ongrijpbare gebeurtenissen beschrijven.

Geboorte veroorzaakt weer nieuwe sterren

De waarnemingen van NGC 3324 zullen licht werpen op het proces van stervorming. Stergeboorte plant zich in de loop van de tijd voort, veroorzaakt door de uitzetting van de eroderende holte. Terwijl de heldere, geïoniseerde rand in de nevel beweegt, duwt hij langzaam het gas en stof in. Als de rand instabiel materiaal tegenkomt, zal de verhoogde druk ervoor zorgen dat het materiaal instort en nieuwe sterren vormt.

Omgekeerd kan dit soort verstoring ook stervorming voorkomen als het stervormende materiaal wordt wegërodeerd.  Uit een heel delicate balans ontstaan daar zo de sterren. 

​Webb zal enkele van de grote, open vragen van de moderne astrofysica bestuderen: wat bepaalt het aantal sterren dat zich in een bepaalde regio vormt? Waarom ontstaan sterren met een bepaalde massa?
Webb zal ook de impact onthullen van stervorming op de evolutie van gigantische wolken van gas en stof. Hoewel het effect van massieve sterren – met hun gewelddadige wind en hoge energie – vaak duidelijk is, is er minder bekend over de invloed van de talrijkere sterren met een lage massa. Terwijl ze zich vormen, creëren deze kleinere sterren smalle, tegengestelde jets die hier te zien zijn, die veel momentum en energie in de wolken kunnen injecteren. Dit vermindert de fractie nevelmateriaal dat nieuwe sterren zaait.


James Webb telescoop gezien vanaf de zijde van de zon Bld. NASA

Tot nu toe hadden wetenschappers heel weinig gegevens over de invloed van de vele jonge en kleinere sterren. Met Webb kunnen ze een volledige telling van hun aantal en impact in de nevel verkrijgen. Webb's Near-Infrared Camera (NIRCam) en Mid-Infrared Instrument (MIRI) onthullen honderden voorheen verborgen sterren en  talloze achtergrondsterrenstelsels. 

NGC 3324 werd voor het eerst gecatalogiseerd door James Dunlop in 1826. Zichtbaar vanaf het zuidelijk halfrond, bevindt het zich in de noordwestelijke hoek van de Carinanevel (NGC 3372), die zich in het sterrenbeeld Carina bevindt. De Carinanevel is de thuisbasis van de Sleutelgatnevel en de actieve, onstabiele superreus Eta Carinae. 
Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.