Sparta of Feyenoord?
Pas was ik als Spartaan voor het eerst op Varkenoord. Op een zonnige zaterdagmiddag speelde Feynoord A1 tegen AZ A1. We wonnen met 3-2. Spannend tot de laatste seconde.
In de kantine was het zoals het in een voetbalkantine hoort. Nog steeds weet ik niet of Gaston Taument mij dronken wilde voeren of dat hij werkelijk zo’n goede gastheer was. Heerlijke gesprekken over Jorien, Gert Jan, de jeugdopleiding, en natuurlijk Mario.
Ik kan u verzekeren, het komt allemaal goed. De jeugdopleiding draait als een tierelier, (A1 is kampioen) de jeugdtrainers kennen Mario als iemand die de club begrijpt, iemand die nog meer van de jeugd gebruik zal maken, iemand die begrijpt dat op Varkenoord de toekomst van Feyenoord ligt.
Heerlijk al dat optimisme in al weer een miserabel seizoen. De kantine stroomt vol met Feyenoorders die voor de wedstrijd tegen Twente nog even een pilsje met gelijkgestemden willen drinken. Ik moet het toegeven, verdomde gezellig. Of komt dat door de gastvrijheid van Gaston?
Ik besef opnieuw hoe besluiteloos ik ben. Sparta of Feyenoord? Als zevenjarig jochie werd ik in de Aalscholverstraat op zuid door Feyenoord gescout tijdens een potje straatvoetbal. Een mijnheer kwam naar mij toe en vroeg me op een proeftraining te komen. Dat kon niet. Twee weken later emigreerden we naar Canada. Daar speelden ze geen voetbal. Ze deden meer aan ijshockey. Eindeloos stond ik tegen een muurtje te trappen.
Terug in Nederland woonde ik in Spangen. Ik voetbalde iedere dag op het pleintje voor het Kasteel bij het eindpunt van lijn 16. Toch bleef ik hardnekkig voor Feyenoord. Al die jaren in ballingshap was Feyenoord mijn baken in een vreemde wereld geweest.
Mijn oom bracht mij in verwarring. Hij nam mij iedere thuiswedstrijd mee naar het Kasteel, met Janny Schilder, Tony van Ede, Tinus Bosselaar, Hans de Koning, de keepers van Dijk , Van Leeuwen en Doesburg.
Totdat mijn oom een verrassing voor me had. We gingen naar De Kuip. Naar Feyenoord - Sparta. Ik verheugde me erop Feyenoord Sparta te zien afmaken, totdat ik de jongens het veld op zag komen. Schilder, Van Ede, Bosselaar, Van Dijk, mijn hart klopte sneller, toen de speaker hun namen voorlas. Ik had hun handtekeningen, De Feyenoorders kende ik alleen van naam. Zes van hen vormden het hart van het Nederlands elftal. Ik zag ze het veld oplopen en dacht, jullie kunnen de kolere krijgen. Hup Sparta. En zo gebeurde het. Sparta won met 0-1.
Mijn oom was bedroefd voor mij.
‘’Geeft niet oom, ik ben vanmiddag van club veranderd’’.
Hij kon het nauwelijks geloven.