Gerestylde Koude Oorlog: 'Tinker, Tailor, Soldier, Spy'

Tinker, Tailor, Soldier, Spy speelt tijdens de Koude Oorlog. Net als nu een tijd van schijnbaar onophoudelijke spanning. De Zweedse regisseur Tomas Alfredson is erin geslaagd een sterrencast bij elkaar te brengen met John Hurt, Colin Firth en Tom Hardy. Hoofdrolspeler Gary Oldman is de tegenpool van zijn personage, de introverte spionnenjager George Smiley. Kan Oldman `zijn’ Smiley tot leven brengen?
Spionnen bespioneert
Het is de tijd van MAD, van zekere wederzijdse vernietiging - Mutual Assured Destruction - waarin supermachten Amerika en Rusland elkaar naar het leven staan. George Smiley (Gary Oldman) is een uitgerangeerd adjuncthoofd van de Britse geheime dienst. Vervroegd met pensioen. Totdat de minister van Buitenlandse Zaken te horen krijgt dat er een verrader in hoogste regionen van de geheime dienst zit. Om die te ontmaskeren is iemand van buiten de dienst nodig. De minister roept de hulp van Smiley in. In het geheim gaat Smiley op onderzoek uit.
Hij wordt bijgestaan door de jonge geheim agent Peter Guillam (Bendict Cumberbatch) endoor ervaren politierechercheur Mendel (Roger Lloyd Pack). Smiley bespioneert de spionnen van de dienst en komt op het spoor van een Britse agent die in Tsjecho-Slowakije gedood is en een internationaal schandaal veroorzaakte. Omzichtig en doelgericht weet hij met behulp van Guillam de archieven van de dienst binnen te dringen. Een `veldagent’ Ricky Tarr (Tom Hardy) is doodsbang om verraden te worden door zijn eigen geheime dienst. Hij zoekt bescherming bij Smiley. Een van de vier afdelingschefs van de geheime dienst speelt vuil spel, maar wie? Smiley is een man met een missie, hij heeft een doel dat boven alles uitgaat, dit gevecht dat hij zijn leven lang al voert, te winnen. Langzaam maar zeker legt Smiley een net aan dat de juiste mazen heeft om de onbekende verrader te vangen.
Counter casting
Schrijver Le Carré baseerde zijn verhaal op zijn eigen werk voor MI5 en MI6, de geheime dienst en op de sympathie die veel Britse studenten in de jaren dertig voor Rusland hadden. Uit die studenten werden de kaders van het naoorlogse Engeland gerekruteerd. Én de spionnen voor tegenstander Rusland. De spionnenjager Smiley die hij beschrijft is dikkig, wat onhandig en onopvallend in zijn optreden. Een man die je over het hoofd ziet, een wat sullige ambtenaar in zijn nadagen.Gary Oldman daartegenover is een acteur die meestal gecast wordt voor kwaadaardige rollen en die naturel, een villein, temperamentvol stempel op die rollen zet.
Ongeveer het tegendeel van Smiley dus. Om hem voor deze rol te nemen zou een spannend voorbeeld van tegen-casting moeten worden. Onderhuidse spanning verzekerd en wellicht haal je onverwachte krachten naar boven. Oldman is een te goede acteur om daar niet bewust mee om te gaan. Hij komt geen twintig kilo aan, zet gewoon een magere Smiley neer. Wat blijft uit het boek is de ingetogenheid van Smiley met diens keurige `upper middle class’ Engels.
Oldman speelt als de vakman die hij is. Maar echte bewondering moet je hebben voor het feit dat Oldman zichzelf, tegen zijn natuur in, onderdrukt om Smiley te worden. En hij overtuigt, hij wordt Smiley. Bijna. Er ontbreekt iets. Terwijl Smiley een gedreven man is blijft de `Smiley’ van Oldman en van regisseur Alfredson leeg van binnen.
Lenin als Santa Claus
Er zitten mooie sequenties in de film, die met Control, Rickie Tarr (Tom Hardy), Peter Guillam of met Jim Prideaux (Mark Strong), maar dat zijn veelzeggend genoeg vooral scene’s waar Smiley niet in voorkomt. Beter zijn weer de terugkerende motieven in het filmverhaal, flash backs met themafeestjes van de geheime dienst, waar iedereen de internationale zingt bij een als kerstman verklede Lenin. Jammer genoeg wordt dat tijdsbeeld elders weer afgebroken door overgestileerdheid, alsof alle decorstukken zo uit het museum komen. Alles tot in de puntjes verzorgd en juist dat maakt het kunstmatig.
Ook de fotografie van Nederlander Hoyte van Hoytema heeft een aantal mooie vondsten, zoals een vliegveld waarin een vliegtuig dankzij het gebruik van extreme telelenzen dwars door een nerveuze verdachte heen dreigt te vliegen en in veel close-ups die samen kleine verhalen binnen het grote verhaal vertellen. Maar ze worden soms verzwakt door al te nadrukkelijke montage en details zoals deze: Nadat een door nervositeit hevig transpirerende ober in beeld gekomen is, valt er in close up ook nog een druppel van diens zweet -zorgvuldig midden in het kader- op tafel.
Magie
Wat de wereld van toen en nu, die van de Koude Oorlog en die van terrorisme en economische crisis, met elkaar te maken hebben is dat het beiden onzekere werelden zijn, werelden vol geweld en dilemma’s, werelden onder de rook van de vulkaan. Genoeg overeenkomsten om meer te maken van Tinker, Tailor, Soldier, Spy. Dat is niet gelukt.
Het is de Koude Oorlog gerestyled en redesigned door Wallpaper: het ziet er goed uit maar het leeft niet, het heeft geen hart. Dat zegt ook iets over film in het algemeen: met een waaier aan talenten, een goed verhaal en een stevig budget, kan het nog steeds mis gaan.
Film blijft magie.
Vanaf 15 december 2011 in de bioscopen: 'Tinker, Tailor, Soldier, Spy'