Lyrische film over liefde voor Feyenoord

12 februari 2014 door Ronald Glasbergen
Lyrische film over liefde voor Feyenoord

‘Niet lullen maar poetsen, dat verwachten we van het elftal ook’, legt de chef van een stuwadoorsbedrijf in de film uit over Feyenoord. Hij is één van de handvol mensen, - ondernemers, werkende moeder met kind, stuwadoor, anesthesist, havenwerknemers - die uit de massa van trouwe supporters gevist zijn, om in de film te getuigen van hun betrokkenheid bij FC Feyenoord.

,,We lijden met zijn allen gruwelijk,’’ vertelt een supporter met Rotterdamse humor. Zegt een aanhanger in de rust over de tegenstander: ,,’t Lijkt wel of ze d’er eentje meer hebben.’’ Een doorgewinterde supporter kan dat zeggen, maar naar buiten wordt het front liefst gesloten gehouden.
Niet voor niets is de maker van de film, Leonardo Pansier, een gepokte en gemazelde Feyenoordaanhanger. Hij heeft als deelnemer in de harde kern van een kleine twintig jaar geleden, in de gevangenis gezeten. Hij was veroordeeld tot vier jaar. Daar is van alles over te vinden op internet. Inmiddels is Leonardo zevenendertig en vader. En tevens dus filmmaker.

Betekenis
Tien jaar geleden ontstond bij Leonardo Pansier het plan om iets te maken waarmee je kon laten zien wat de club Feyenoord voor zijn supporters betekende. ,,Het ging,’’ vertelt de filmmaker, ,,in die tijd tamelijk slecht met Feyenoord.’’ Dat ging hem net als andere fans aan het hart.

Het voetbal op de mat in de Kuip komt in de film niet in beeld, de supporters des te meer. Filmstill: IFFR

Pansier vertelt over de groep Varkenoord, de fanatieke aanhang die zich zorgen maakte over de prestaties van de club. De groep zou later nog vaker van zich doen spreken. Zo begon Pansier aan zijn film te schrijven, maar de zaak brak pas door, toen hij Feyenoord bestuurslid Hennie Huigen over zijn plannen vertelde. Het klikte, hij kreeg steun en de plannen werden concreet gemaakt.

Ervaring
Zo ging twee jaar geleden het filmen van start. Hij begint eraan samen met Brandon Baan, de zoon van een vriend van hem. Brandon is dan nog geen twintig, maar heeft al aardig wat ervaring met video. Pansier en Baan bezoeken de uit- en thuiswedstrijden van Feyenoord. De techniek helpt een handje. De digitale spiegelreflexcamera’s van nu, filmen zo goed, dat je er een volwassen, in de bioscoop geprojecteerde film, mee kan maken.
Het voetbal op de mat in de Kuip komt in de film niet in beeld, de supporters des te meer. Dat heeft met de televisierechten te maken maar ook met de focus van de film. Zo zie je zoals zo vaak in de kunsten, de beperkingen, die je ook als mogelijkheden kan zien, de vorm bepalen. De supporters en de stad in alle maten en soorten zijn de grote spelers in deze film. Stad en Feyenoord zijn hier onverbrekelijk met elkaar verbonden. Ook al komen sommige fans helemaal uit Friesland naar Rotterdam, de meesten zijn Rotterdammers.

De Buick van Marck
Zo is er Ismaël een anesthesist in Dijkzigt, die vertelt over zijn vriend Marck, die een legendarisch supporter was, mede omdat hij ooit op een verkeerd moment een bal extra het veld ingooide waardoor de uitslag van de wedstrijd negatief beïnvloed werd. Diezelfde Marck werd niet lang geleden gediagnosticeerd met een dodelijke kanker. Toen Ismaël dat hoorde, zei hij ,,Dan krijg ik jouw auto.’’ Marck was de bezitter van een fraaie Amerikaanse Buick oldtimer. Marck antwoordt: ,,Dan krijg jij die auto, dan verdien je hem.’’
In de film zien we het eerbetoon aan Marck, we zien hem op een groot spandoek, we zien Ismaël met zijn geërfde Buick.
De film toont: de enige ‘Voice Over’ is die van Philip Bloemendal in de zwart-wit Polygoonbeelden uit de jaren vijftig waarmee de film begint. Met gedragen stem wordt gewag gemaakt van de heroïsche prestaties van het bouwende en hard werkende Rotterdamse volk.

Poëzie
In de indeling van de Amerikaanse filmkenner Bill Nichols zou dit een documentaire in de Poëtische modis zijn. Een documentaire zonder verklarende stem die de lyrische, de emotionele en de ritmische aspecten van de wereld benadrukt.

‘Mijn tweede vrouw is het spel gaan begrijpen’, zegt een supporter, ‘een klein beetje’.

Noeste koppen en -stad en lange, door symfonische popmuziek gedragen helikoptershots van de havens. Rotterdam en Feyenoord zijn synoniemen in de film, net zoals ‘de haven’ en de stad dat zijn. De film versterkt de mythe, de liefde voor de club waarin iedereen één is, van ondernemer tot voetballend jongetje dat Feyenoord met de paplepel binnen gegoten krijgt. Als voetballend jongetje, of tegenwoordig ook meisje, zijn ze begonnen.

Tien jaar geleden ontstond bij Leonardo Pansier het plan om iets te maken waarmee je kon laten zien wat de club Feyenoord voor zijn supporters betekende. Foto: IFFR

Veel lof
Natuurlijk vraag je bij zoveel lof en haast geen onvertogen woord je af of ook niet de andere kant, de duistere kant, het vandalisme en het geweld belicht hadden kunnen worden. En er is een moment waarop het hooliganisme even ter sprake komt, in beeld komt het nooit.
Een oudere supporter vertelt: ,,’t Begon met de wedstrijd tegen Tottenham Hotspur in 1974, toen werden we voor het eerst met voetbalgeweld, met hooligans geconfronteerd.''
Britse import dus. Maar dat is het enige: de club FC Feyenoord wilde een positief beeld en Leonardo Pansier staat achter deze vorm en kan zich, nu de film klaar is, niet goed voorstellen hoe het anders zou moeten.
Wat hem voor ogen stond is gelukt. Het is een loflied over Feyenoord geworden. Daar is niks mis mee maar in een lofzang is weinig plaats voor kritische kanten. De spelers spelen niet altijd zoals je wilt, maar lijden past wel bij deze stad. De ingewijden mogen wel eens kankeren maar naar de liefde voor de club gaat boven veel en soms alles.

Dichterbij
En bij de scene in de film waarbij de muziek vakkundig aanzwelt en het legioen in dichte drommen om de spelersbus dringt en de spelers uit het noodluik op het dak één voor één naar buiten komen, moet je als Feyenoord supporter van goeden huize komen om je ogen droog te houden.
Een supporter in de film: ,,Ik denk dat we genoeg geleden hebben, het kampioenschap komt dichterbij.''
Je ziet iets van Nietsches Ewige Wiederkehr terug in het supportersbestaan, steeds opnieuw dezelfde vreugden en hetzelfde ‘leed’. Voetbalgeloof is een geloof in het eeuwige nu, dat dragelijk gemaakt wordt door de hoop en door de ontlading. Wat daarin keurig past is de dionysische roes en de aristocratische moed.
,,Eigenlijk,’’ zegt filmmaker Leonardo Pansier door de telefoon als hij over zijn film praat, ,,heb ik dit altijd al gewild.’’

De film ‘The Other Side of my Heart is White’ van Pansier en Baan, draait van af woensdag 12 februari 2014 in Pathe Rotterdam Zuid naast de Kuip. Besprekingen zijn gaande over mogelijke verdere distributie.
 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.