Hoofdstadlobby deert Rotterdam niet

,Steden spelen een heel belangrijke rol voor de economische ontwikkeling van ons land. Maar ‘de stad’ bestaat niet. Elke stad heeft eigen kwaliteiten en potenties,’’ schrijft de SER in een advies aan het kabinet.
In elk grote-stads-gebied moet de ontwikkeling en benutting van talent en van ondernemerschap centraal staan. De samenwerking tussen alle betrokkenen in de regio is essentieel, concludeert het rapport.
Toeristen
De Amsterdamse lobby om van de hoofdstad de belangrijkste regio van ons land te maken is sterk. Maar SER-voorzitter Mariëtte Hamer heeft al in diverse interviews verteld dat Amsterdam niet het non plus ultra is van economische ontwikkeling. Rotterdam heeft zijn wereldhaven, Amsterdam zijn financiële en zakelijke centra en is de grootste toeristentrekker van ons land, Eindhoven heeft zijn ‘brainport’ (kennis- en ontwikkelingsactiviteiten) en Den Haag is bij uitstek de topambtenarenstad.
Hoogleraar Zef Hemel, verbonden aan de universiteit van Amsterdam, vindt dat het inwoneraantal van de stad zou moeten verdubbelen naar 1,6 miljoen. Dat zou volgens hem goed zijn voor Nederland als geheel met de belangrijkste regio’s in Engeland (Londen) en in Frankrijk (Parijs) in het achterhoofd.
Andere economische deskundigen, onder wie die van de SER, trekken dat echter in twijfel. Per regio is er beleid nodig om tot welvaartsgroei van iedereen in ons land te komen. We laten tot zover alle open deuren die in het rapport van de SER worden opengetrapt voor rekening van deze studie. Wel interessant zijn een paar analyses over de regio Rotterdam.
Zuid
Vooral valt de sociaaleconomische achterstand van Rotterdam-Zuid op. Niet voor het eerst heeft de projectdirecteur Marco Pastors (oud-wethouder) daarop voortgeborduurd tijdens een presentatie voor de SER-commissie. Rotterdam-Zuid is in feite een stad (van 200.000 inwoners) binnen de stad Rotterdam.
Dit deel van Rotterdam bestaat onder meer uit zeven zogenaamde focuswijken waarin 74 procent van de inwoners van allochtone afkomst is, 22 procent van de huishoudens heeft een werkloosheids- of bijstandsuitkering. Een derde van de kinderen maakt deel uit van een huishouden met een inkomen van maximaal 110 procent van het sociaal minimum (nationaal 10 procent).
Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) is een gezamenlijk programma waarin
rijksoverheid, gemeente Rotterdam, onderwijs- en zorginstellingen, woningcorporaties en bedrijfsleven de handen ineen hebben geslagen om een nieuw en beter perspectief voor Rotterdam-Zuid te realiseren.
Maatwerk
Het is maatwerk om gezinnen in een betere dagbesteding te krijgen: ofwel naar school ofwel aan het werk. De gemeente zet in samenwerking met de woningcorporaties in op een veilige woonomgeving en het bieden van een wooncarrière, opdat ook mensen die stijgen op de sociale ladder in de wijk kunnen blijven.
Het is wel een project van lange adem, maar een voorbeeld hoe een regio zich sterker kan maken. Heel concreet betekent het dat in Rotterdam-Zuid de scholen langer lesgeven, kinderen eerder naar school gaan (vanaf 3 jaar) en mensen wat meer bij de hand worden genomen om de benodigde stappen te zetten op weg naar een zinvolle dagbesteding.
Ook zal er tussen de vijf grote regio’s van ons land – Rotterdam, Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Eindhoven – meer samengewerkt moeten worden.
Groei
Een paar krenten uit de pap van het SER-rapport betreffende de regio Rotterdam:
- Voor de positie van de Rotterdamse haven is de verbinding met Antwerpen en met het Duitse achterland (Ruhrgebied) cruciaal.
- Als bedrijven zich ergens vestigden, dan volgden werknemers vanzelf. Zo kon Rotterdam in relatief korte tijd uitgroeien tot een wereldhaven en maakten industriesteden als Tilburg en Enschede een snelle bevolkingsgroei door.
- Naast vergrijzing en vergroening hebben (grote) steden het hoge percentage inwoners van allochtone afkomst als bijzondere eigenschap. Mensen die zich vanuit het buitenland in Nederland vestigen, gaan meestal op plekken wonen waar al meer migranten uit hetzelfde herkomstland wonen.
- Zij vestigen zich in voornamelijk de grote steden in het westen van het land, zoals Amsterdam, Rotterdam en Den Haag. Het merendeel van de bijna twee miljoen niet-westerse allochtonen woont in de Randstad en dan vooral in de vier grote steden. Waar het landelijk gemiddelde op 12 procent ligt, heeft Rotterdam 37 procent inwoners van niet-westerse origine en Amsterdam en Den Haag 35 procent.
- Aangevuld met migranten uit westerse landen en Oost-Europa ligt dit percentage nog een stuk hoger. Dit brengt extra uitdagingen met zich mee, vooral op het gebied van onderwijs, arbeidsmarkt en woningbouw.
- Rotterdam scoort, ondanks dat ze nog steeds de grootste haven van Europa heeft, slecht op sociaaleconomisch terrein: plaats 40. De stad neemt de laatste plaats in bij bijstand, werkloosheid en armoede, vooral door Rotterdam-Zuid.
- Hoewel de stadregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden samen ongeveer evenveel inwoners hebben als de Metropoolregio Amsterdam (rond 2,4 miljoen) ligt het bruto regionaal product van de Metropoolregio Amsterdam (MRA) circa 20 procent hoger. Het aandeel in het bruto nationaal product van de MRA steeg in de periode 1995-2012 van 15,2 naar 16,8 procent. In de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) was daarentegen sprake van een licht dalend aandeel: van 14,8 procent in 1995 naar 14,6 procent in 2012. Er zijn diverse verklaringen voor het feit dat de MRDH achterblijft bij het nationaal gemiddelde en dus niet profiteert van otentiële agglomeratievoordelen. Deels zijn deze gelegen in de stad zelf: de sectorstructuur, opleidingssamenstelling, type bedrijvigheid, maar ook de aantrekkelijkheid van culturele voorzieningen.
- Dat het loonverschil in Rotterdam achterblijft bij de andere drie steden komt vooral doordat er in deze stad minder hoogopgeleiden wonen.
Naschrift: we hebben ons in dit artikel vooral gericht op de Rotterdamse invalshoeken, positief en/of negatief.