Beelddicht: KLANG!
Zegt de Maillol in ’t Boymans, de zwaar geschapene
als ik op haar metalen billen mep
( Moet je horen hoe luidkeels rood en paars
de sirenes ruisen
straks, als ik de Salvador Dalì’s jat…)
II
Uit de broosheid van haar borsten
steel ik
de kleur van het (bijna) niets
Steels buigt ze zich voorover
melknaakt haar schoot
: “Liefste,
ben ik soms ook door Van Meegeren geschilderd ?’’
O, Boy! O, Boy-
mans ! Net Bambi, Delfts Blauw !
III
Schilder, in het rijk van het geluk
gloeit mijn schoot rood op
als op een gouache van Kandinsky
Kom dan, zijn alle minnaars van de Kunst niet
een
twee, drie
vier
voet-
noten
bij een klein, wit naakt van Paul Klee?
Kom
dan-
sen wij samen op linnen!
KLANG!