`Fabula` of de toenemende entropie van een Limburgs gangsterleven

De Nederlandse film Fabula, de openingsfilm van IFFR 2025, gebruikt alle mogelijke middelen om zijn verhaal te vertellen. De film, net als zijn hoofdpersoon, de 55-jarige kleine crimineel Jos (gespeeld door de bekende Nederlandse acteur Fedja van Huêt), houdt zich niet aan een specifieke theorie. De titel roept echter sterk theoretische concepten op, met name de narratieve theorieën van Propp en Shklovsky uit het begin van de 20e eeuw. Voor hen verwees fabula naar de chronologie van het verhaal - in dit geval het levensverhaal van Jos - terwijl syuzhet de manier aangaf waarop het verhaal is gestructureerd en verteld door filmmaker Michiel ten Horn. Tot zover het kruipen in de huid van de oude Russische formalisten waarvan de filmmaker het tegenovergestelde lijkt.
In Fabula volgt het verhaal Jos, die samen met zijn veel jongere Turks-Nederlandse handlanger Özgür (Sezgin Güleç) een lucratieve criminele baan aanneemt - een deal in de drugshandel - die hem in één klap van zijn schulden en financiële problemen belooft te bevrijden. De baan gaat echter mis en er vindt een sterfgeval plaats.
Op dit punt in de film hebben we al kennisgemaakt met Jos' voorouders, die in de veengebieden van Zuid-Nederland ploeterden voor een beter leven. Hoewel dat betere leven tot op zekere hoogte is gerealiseerd, blijft hun afstammeling Jos, net als veel van zijn Nederlandse tegenhangers, verankerd aan de onderkant van de samenleving en voelt hij zich slachtoffer van een duister lot. Een klein insect dat Jos infecteert met een ziekte die subtiele hallucinaties met zich meebrengt, lijkt dit te bevestigen.
De waanideeën van Jos, samen met de hoofdstukindelingen, de muziek, de talrijke plotwendingen en de vele gangsterpersonages - waaronder Hendrik (Georg Friedrich), Jos' moorddadige broer - worden onderdeel van de vertelmethode van de filmmaker en om even terug te keren naar de theorie, ze maken deel uit van de syuzhet, het vertelapparaat. Om dit complexe ensemble compleet te maken, is er ook een alwetende verteller in de vorm van een voice-over. Mythische figuren en echte gangsters dragen allemaal bij aan de grotere wanhoop. In dit enigszins sinistere carnavaleske landschap hebben de personages geen drugs nodig voor hun waanideeën, hoewel - net als in de echte grensgebieden van Nederland - de productie en handel van organische en synthetische drugs hier een belangrijke rol spelen.
We zien het verhaal vanuit de toenemende verwarring in het hoofd van Jos. De muziek van Djurre de Haan versterkt deze chaos en creëert van begin tot eind een gevoel van evolutie. Regisseur Michiel ten Horn (1983) verloochent zijn roots in animatiefilms en zijn liefde voor zwarte komedies - in 2014 maakte hij de veelgeprezen 'Aanmodderfakker' (2014) - en gangsterfilms niet. In Fabula combineert hij live-action met observaties van de moerassige setting van de film - de Peel - een plek vol fabels, legendes, sprookjes en carnaval als vorm van verlossing.
Fabula is een film die zijn naam als fabel, een sprookje eer aandoet. Hiervoor gebruikt hij alle mogelijke middelen om het verhaal van Jos, de oplichter, te vertellen. Compleet met steekpartijen, schietpartijen en een onorthodoxe onthoofdingsscène die nogmaals de afkomst en voorkeuren van de filmmaker onthult - en horrorfans zal bekoren - is de film een Nederlandse, Duitse en Belgische coproductie. Hij komt voort uit een productieklimaat dat, net als de syuzhet van 'Fabula', alle registers open moet trekken.
Maar de beloning is het waard. De finale van de film zou Propp en Shklovsky zeker bevallen.
(een versie van deze recensie verscheen eerder op ScreenAnarchy.com)