Italiaanse droomstart Tour de France

29 juni 2024 door Ard Heuvelman
Italiaanse droomstart Tour de France
Florence gezien vanaf Piazzale Michelangelo Foto H. Agmon-Snir / CC BY-SA 4.0

Hoewel de Giro d’Italia nog maar net achter de rug is zal binnenkort een nieuwe grote wielerronde in Italië van start gaan. Dit jaar zal de Tour de France niet alleen al in juni beginnen, maar ook een ongewoon parcours kennen, tussen Florence in Italië en de aankomst in Nice aan de Middellandse Zee. Normaliter is de finish in Parijs, maar men wijkt uit naar de Côte d’Azur vanwege de Olympische Spelen. En een start buiten Frankrijk, hoe ongewoon is dat?

Zeshoek langs de grenzen

Alle grote wielerkoersen hebben tientallen jaren een nagenoeg gelijk parcours gekend. Zo verliep de Tour de France jarenlang in de vorm van een zeshoek langs de grenzen van Frankrijk, met een start en finish in Parijs. Steden moesten flink in de buidel tasten ten behoeve van de organisatie om als start- of aankomstplaats op de route in aanmerking te komen. Het leverde de betreffende plaatsen namelijk enorm veel publiciteit op, die ze steeds meer te gelde konden maken.

Vooral de startplaats van de Tour stond nogal in de belangstelling omdat voorafgaand aan het vertrek alle Tourpubliciteit met de plaats verbonden is. De Fransen noemen dit dan ook bescheiden ‘le Grand Départ’. Op 29 juni is er voor de eerste maal een Grand Départ in Italië.

Een start buiten Frankrijk is al tientallen jaren niet ongewoon meer. De Tour startte eerder al vijfmaal in België, viermaal in Duitsland, tweemaal in Spanje, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk, en éénmaal in Denemarken, Ierland, Zwitserland en Monaco. In dit jaar gaat de Tour dus voor de eerste maal in Italië van start. 

Start van de Tour in 1954 vanuit het Olympisch Stadion in Amsterdam Foto J van Bilzen (Anefo) / NationaalArchief

Meeste buitenlandse starts in Nederland 

Verrassenderwijs vonden de meeste buitenlandse starts in Nederland plaats. Teruggaand in de tijd in Utrecht in 2015, Rotterdam in 2010, ’s Hertogenbosch in 1996, Leiden in 1976, Scheveningen in 1973 en Amsterdam in 1954. Precies zeventig jaar geleden vond dus voor het eerst een Grand Départ buiten Frankrijk plaats, na vijftig jaar Tour. Maar waarom toen en waarom vanuit het ver van Frankrijk gelegen Amsterdam?

Concurrentie op de loer

Het klinkt nu misschien vreemd, maar zeventig jaar terug lag er concurrentie voor de Tour op de loer. Een aantal concurrenten van Tourorganisatoren L’Equipe en Le Parisien Libéré, had namelijk het plan opgevat om een Ronde van Europa te laten verrijden. Een wedstrijd met een parcours, waarin België, Luxemburg, Nederland, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië zouden worden aangedaan met een aankomst in het Franse Straatsburg. Toen die plannen eind 1953 werden gepubliceerd in France Soir en de Vlaamse krant Het Volk, werd het menens voor Tourbaas Jacques Goddet. De Tour moest met een route buiten Frankrijk worden uitgebreid.

Zuinige Van Walsum 

Hij wilde aanvankelijk niet te ver van Frankrijk starten, dus in eerste instantie werd een vertrek vanuit Antwerpen overwogen. Toen dat niets opleverde werd aan het noordelijker gelegen Rotterdam gedacht. Burgemeester Van Walsum vond echter de contractprijs van een ton (honderdduizend gulden) veel te hoog. Zo kwam Amsterdam, dat al eerder een aanvraag had ingediend in aanmerking. De organisatie daar wist nog twintigduizend gulden af te dingen en de financiering kwam snel rond. Overigens werd de Ronde van Europa uiteindelijk ook verreden in september 1954, maar die kon qua belangstelling en media-aandacht niet tippen aan de Tour en stierf daardoor een stille dood. De Ronde van Europa werd helemaal niet genoemd in de redenen om de Tour in Amsterdam te laten vertrekken. Volgens de Tourdirectie hadden de prestaties van de Nederlandse renners, en dan vooral het winnen van het ploegenklassement in de Tour van het jaar daarvoor de doorslag gegeven. Dat klonk aanzienlijk positiever.

Overschie en Maastunnel 

‘Dankzij de Tour mag Nederland voor het eerst in de geschiedenis drinken tot het krieken van de dag’, luidt de kop van L’Ėquipe daags voor de start in het Olympisch Stadion. De route door de met duizenden vlaggen versierde wegen langs de bollenvelden, Den Haag en Rotterdam naar België staat vol toeschouwers, die onder andere accordeoniste Yvette Horner haar ‘valse musette’ horen spelen. In de reclamekaravaan staande op het dak van de auto van het likeurmerk Suze. In Rotterdam staan de toeschouwers drie of meer rijen dik langs de route, die vanuit Overschie voert over de Abraham van Stolkweg, Aelbrechtskade, Rochussenstraat door de Maastunnel naar de Pleinweg, over het Zuidplein, Breeweg via de Marathonweg naar de rijksweg naar Dordrecht.

De Rochussenstraat laat het spektakel van de ravitaillering zien. De verzorgers staan een stukje op de weg en reiken de renners hun musetten aan, linnen tasjes met eten en drinken. Langs de weg is een tribune gebouwd, waar duizenden toeschouwers tegen betaling van ƒ 1,25 het gebeuren mogen aanschouwen. Houthandel Van Stolk heeft een premie uitgeloofd waar fel om wordt gesprint. Dit gebeurt allemaal rond twee uur ’s middags, de mensen hebben even vrijaf van het werk gekregen.

Het duurde een paar jaar voor er weer een nieuw buitenlands Grand Départ plaatsvond. En deze maal kon het wel in België, namelijk in de hoofdstad Brussel in 1958. In de jaren zestig vond de start voor de Dom in Keulen plaats in 1965. Dat was ook niet zover van Frankrijk gelegen en dus makkelijk in de route in te passen.

Steeds meer Niet-Franse Grand Départs

In de jaren zestig vonden twee grote veranderingen plaats in de Tour. Vanaf 1962 werd niet langer met landenploegen gereden maar met commerciële sponsormerken voor o.a. aperitieven, koffiezetapparaten, frisdranken, bier, koelkasten en zelfs dameslingerie.

Bovendien waren de etappes vanaf 1963 rechtstreeks op televisie te volgen. In de jaren daarna trokken de uitzendingen in meerdere landen talloze kijkers en het werd voor de Tourorganisatoren lucratief om de tv rechten te gaan verhandelen en een beroep te doen op steden die aan citymarketing konden doen door de Tour in huis te halen. Daardoor vond er een ware explosie van niet Franse Grand Départs plaats. In 1973 in Scheveningen. 1975 in Charleroi, 1978 Leiden en 1980 Frankfurt am Main.

Drie etappes Italië 

Daarna kwamen steeds meer Europese steden als vertrekplaats in aanmerking tot zelfs het verre Kopenhagen aan toe, maar merkwaardigerwijs nooit plaatsen in het Franse buurland Italië. En dat terwijl het Bel Paese samen met België en Frankrijk tot de traditionele wielerlanden behoort met een rijke wedstrijdcultuur en grote vedetten als Binda, Coppi, Bartali, Moser, Nibali en vele anderen.

Dat wordt nu goedgemaakt met een driedaags verblijf, waar gestart wordt in Florence en de eerste dag gereden wordt naar Rimini aan de Adriatische Zee. Vervolgens gaat de reis van Cesenatico, een eindje noordelijker aan de kust, naar Bologna.

En tenslotte van Piacenza naar Turijn. In de vierde etappe vertrekken de renners in Pinerolo, om vervolgens door de bergen naar de eerste hoge top in Frankrijk, de Galibier te klimmen. Daarna speelt de rest van de Tour zich helemaal in het Franse land af.  

Marco in Pantani bij een zege in de Gito in 1998 Fotograaf onbekend uit  guerinsportivo.it, 7 juni 2021 / cco 

Eerbetoon 

De vetrekplaatsen van de eerste en tweede rit zijn te zien als een eerbetoon aan twee legendarische Italiaanse renners. Voor Florence is dat Gino Bartali. Gino ‘de vrome’, lid van de Katholieke Actie, kwam openlijk uit voor zijn overtuiging in het Italië van de Duce en maakte zich zo zeer geliefd bij de kerkelijke leiders.

Gino noemde zijn nieuwe fiets Santa Maria, droeg altijd een beeltenis van de heilige Theresia van Lisieux bij zich en vulde zijn bidons het liefst met wijwater. In de katholieke pers werd hij daarom bij voortduring de hemel in geprezen. Onder paus Pius XII, die in 1939 aantrad, ging Bartali als boegbeeld van de katholieke kerk dienen. Niettemin won hij ook tweemaal de Tour de France, in 1938 en nogmaals tien jaar later.

Trieste man met de flaporen

Voor Cesenatico is dat de trieste man met de flaporen, de kleine kale Marco Pantani, daar geboren en aan een schimmig einde gekomen op een hotelkamer in Rimini op Valentijnsdag 2004. Hij kreeg door zijn oorringetjes en bandana de bijnaam ‘il pirata’.

Zijn carrière verliep voorspoedig tot aan winst toe in de Giro d’Italia en de Tour in hetzelfde jaar, 1998. Een jaar later werd hij uit de Giro gezet vanwege een te hoog hematocrietgehalte van het bloed. Zoals alle toppers gebruikte hij ook wondermiddel epo. Daarna ging de ranke klimmer alleen nog maar bergafwaarts. Nog steeds wordt hij in Italië vereerd als de laatste grote wielerheld.

Droom

Maar we beginnen in de contreien van Gino Bartali die, volgens de overlevering, na zijn Tourzege in 1948 met zijn ploeggenoten in een open auto gezeten ‘s nachts door de straten van Parijs reed, en met schorre stem luidkeels zijn favoriete lied aanhief: ‘Firenze sogna’.

Florence droomt.  


Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.