De kwetsbaarheid van hoogbouw
Er is brand geweest op de 48e verdieping van de Zalmhaventoren. Dat was schrikken. Bewoners slaagden erin met de lift de begane grond te bereiken terwijl je toch altijd hoort dat je dan altijd de trap moet nemen. Aan de andere kant: het trapgat fungeert maar al te vaak als een schoorsteen. Dat heeft de ervaring mij bijna veertig jaar geleden geleerd.
Ik woonde toen op de eerste verdieping van de Grensflat in Schiedam. In de kelder was een brandje en ik wilde op straat gaan kijken hoe de spuitgasten het aanpakten. Via de galerij bereikte ik het trappenhuis, dat inmiddels vol rook stond. Ik opende de deur en merkte meteen dat ik door die giftige dampen nooit de buitendeur zou kunnen bereiken al was het maar paar treden. Als dat in de Zalmtoren ook was gebeurd, dan hadden veel bewoners als ratten in de val gezeten. Oudere lezers herinneren zich vast nog wel The Towering Inferno*, bloedspannende rampenfilm uit 1974 waarin Paul Newman en Steve McQueen als brandweerlieden het allerergste weten te voorkomen in een nieuwe wolkenkrabber waar men de veiligheidsvoorschriften aan de laars heeft gelapt.
Meer gevaren
Brand is niet het enige gevaar. Er bestaan sluipender processen die woontorens net zo goed onbruikbaar maken. Zij zijn namelijk volstrekt afhankelijk van een goed functionerende energie- en watervoorziening. Zonder liften kunnen bewoners op zijn aller- allerbest de zevende verdieping nog via het trappenhuis bereiken. Hoger klimmen wordt een expeditie die serieuze voorbereiding vergt en regelmatige rustpauzes noodzakelijk maakt. Dan nog zullen weinigen de veertigste verdieping halen. Als de stroom uitvalt worden de bewoners in de praktijk van hun appartement afgesneden. Of ze zitten er juist in vast.
Nu al stellen alle deskundigen vast dat de stroomvoorziening over enkele jarenbegint te haperen omdat de energietransitie een veel te grote wissel trekt op het net. Het zal niet lukken de capaciteit tijdig voldoende te vergroten. Zonder stroom latenkeukenapparatuur en verwarming het afweten.Ook komt de druk op de waterleiding in gevaar. Daardoor worden de appartementen niet alleen onbereikbaar maar ook onbewoonbaar. De gedachten gaan uit naar de bezetting toen de burgers zich om te beginnen tevreden moesten stellen met een steeds verder dalend stroomrantsoen.
Tenslotte werd de elektriciteit gedurende een steeds groter aantal uren per etmaal totaal afgesloten tot er aan gewone burgers helemaal niets meer geleverd werd. Daar kan een moderne stad vol hoogbouw nog veel slechter tegen dan het Rotterdam van de bezetting. Wie heeft er bijvoorbeeld tegenwoordig nog een plek om een houtkacheltje te laten branden?
Kwetsbaar
De torens maken Rotterdam kwetsbaar. In tijden van oorlog zijn ze bovendien een eerste klas oriëntatiepunt voor wie een drone bestuurt.
In de onzekere tijden die ons te wachten staan hebben we geen reusachtige gebouwen nodig die afhankelijk zijn van een gecentraliseerde energievoorziening, maar kleinschaligheid met lokale productie en opslag van stroom: per blok, per wijk. Zo dat Rotterdam niet in één keer als geheel kan worden uitgeschakeld. Anders moeten de bewoners noodgedwongen hun hoogbouwappartementen opgegeven. Dan hebben alleen vogels en steenmarters er nog iets aan.
Stad zonder stroom. Bld. AI geïnstrueerd door de auteur
* Trailer: The towering inferno (John Guillermin, 1974)
hanvanderhorst[at]vandaagenmorgen[dot] nl