Overheid pakt slachtoffer aan
De Vlaardingse loodgieter Ron van Uffelen is opnieuw dakloos. Burgemeester Bert Wijbenga – ooit VVD-wethouder in Rotterdam – heeft zijn woning voor onbepaalde tijd verzegeld nadat er voor de deur opnieuw een explosief was afgegaan. Afgelopen dinsdag is bovendien bij hem in de buurt een negentienjarige jongen opgepakt met zwaar vuurwerk bij zich. Het is al de tweede keer dat Wijbenga deze woning sluit. Van Uffelens moeder is ook al eens op deze wijze aangepakt.
Dit komt omdat loodgieter van Uffelen al meer dan een jaar slachtoffer is van terreur. Steeds gaan er bij hem thuis voor de deur of bij het bedrijf het soort bommen af waar wraaklustige lieden de laatste tijd patent op hebben.
De overheid – zo blijkt opnieuw – staat machteloos tegenover de daders maar weet wel de slachtoffers krachtig in hun belangen te schaden. Dit beleid is bij mijn weten ingezet door de betreurde Amsterdamse burgemeester Van der Laan. Als je iemand dwars wilde zitten, moest je een granaat aan zijn deur hangen of op de stoep leggen. Dan sloot Van der Laan onmiddellijk diens huis of zaak of allebei.
Uiteraard worden in Vlaardingen allerlei verhalen rondverteld over Van Uffelen. Het 'waar rook is, is vuur' lijkt erg op hem van toepassing. Zou hij schulden hebben in de onderwereld? Is dit een drugsruzie? Dat blijkt nergens uit. Voor de politie is Van Uffelen géén verdachte. Laat dit onderstreept zijn.
Wat wij wel kunnen constateren en dat met grote nadruk is dat politie noch andere overheidsdiensten in staat zijn slachtoffers ook maar enigermate tegen bomterreur te beschermen. Ze bakken er niks van. Er worden wel daders opgepakt maar die houden hun kaken stijf op elkaar als naar opdrachtgevers wordt gevraagd. Ook blijkt het onmogelijk buurten te beschermen tegen aanslagen. Van Uffelen is door de overheid gedwongen zelf allerlei kostbare maatregelen te nemen met hekwerken enzovoorts. Het heeft niet geholpen.
Van de buren moet de loodgieter het ook niet hebben. Die zien hem het liefst met al zijn hebben en houden vertrekken. Want – hopen ze – dan keert de rust in hun dure buurt terug. Ze konden wel eens van een koude kermis thuis komen. De opdrachtgevers constateren: wij blijven altijd buiten schot en de overheid brengt onze slachtoffers nog eens extra in de problemen. Die is onze feitelijke bondgenoot. Wij zorgen voor de knal, Bert Wijbenga voor de verzegeling. En we hoeven hem er niet eens voor te betalen.
Dat is de toestand in de Rijnmond. Zo rijdt de chaos de stad binnen en de autoriteiten laten het toe.