Een waarschuwing van George Orwell
Onlangs verscheen een heruitgave van Orwell’s essay ‘Notities over nationalisme’ uit 1945, met een inleiding door Bas Heijne. Bij die inleiding zijn wel wat kanttekeningen te plaatsen. Evenals vele westerse intellectuelen lijkt ook hij te vervallen in een eendimensionale, eenzijdige denkwijze, waarbij het vooral de autoritaire Anderen zijn die de wereldorde bedreigen. Handen in de eigen boezem steken is er ook bij hem niet bij. Daarom stoor ik mij ook aan de veelvuldige eenzijdigheid en vooringenomenheid in de beschouwingen van commentatoren en columnisten in de mainstream media. Schrijver Philip Huff merkt op dat Orwell’s essay vooral gaat over de dreiging die uit kan gaan van halsstarrige vooroordelen, ook die van onszelf.
Het verschijnsel van vooroordelen is een universeel gedragskenmerk van mensen. Wij staan vaak direct klaar met onze vooroordelen. Vrijheid van meningsuiting noemen wij dat dan. Tja. Orwell heeft het over “gevoelens” die we op zijn minst moeten kunnen herkennen en dat om te voorkomen ons denkvermogen te verpesten.
De kunst van beschaafd samenleven bestaat uit de bereidheid om eigen vooroordelen te onderkennen en vervolgens te transformeren naar meer genuanceerde oordelen. Dat vereist een vermogen tot zelfkritiek en de wil tot voldoende verdieping in de maatschappelijke werkelijkheid. Om tot objectieve oordelen te komen en uiteindelijk tot een afgewogen beoordeling, moet voortdurend rekening gehouden worden met context, causaliteit en met de “wet van oorzaak en gevolg”.
Halsstarrige vooroordelen komen meestal voort uit hoogmoed en ontaarden daardoor in een hardnekkige vooringenomenheid bij het beoordelen van mensen, zaken, situaties en gebeurtenissen. Het wijzen naar Anderen is nogal eens een gebruikelijke reactie op conflictueuze gebeurtenissen of gedragingen. Die hardnekkigheid vormt vervolgens de allergrootste belemmering voor constructieve communicatie en een open dialoog over maatschappelijke verschillen en geopolitieke geschillen, waardoor opties voor bevredigende oplossingen worden geblokkeerd. Op internationaal, geopolitiek niveau resulteert dat dan in het ontstaan van vijandbeelden en escalatie van conflicten i.p.v. diplomatiek overleg en onderhandeling. Machtspolitieke hardliners misbruiken vaak het bestaan van vooroordelen en voeden zodoende het ‘wij-zij-denken’, dat een voedingsbodem van het fascisme kan vormen.
Met zijn essay in het najaar van1945 wilde Orwell een waarschuwing afgeven: weliswaar waren de agressieve, misdadige fascisten kort ervoor verslagen, maar het ideologische fascisme bleef een sluimerend maar dreigend gevaar en daarmee een bedreiging voor de democratie. Momenteel waait er weer een gure fascistische wind door Europa, de windkracht ervan is nog niet zo stormachtig, maar toch. Waakzaamheid blijft geboden en gewaarschuwde mens tellen voor twee.
George Orwell (1945) ( ingeleid en vertaald door Bas Heijne, 2023) Over nationalisme. Amsterdam Prometeus. 80pp