Circulair vaak te moeilijk en nieuw te goedkoop. Dat moet anders
De huidige wegwerpmaatschappij heeft al tientallen jaren een kapotmakende impact op het milieu en de leefbaarheid van de aarde. Nog steeds neemt het volume aan gekochte producten neemt toe, nog steeds neemt de levens- en gebruiksduur van producten af. Nog steeds gaat de verdere uitputting van natuurlijke hulpbronnen door, en leidt dat tot milieuvervuiling, grondstoffenverspilling en uitbuiting van arbeidskrachten. Het aanpakken van de wegwerpmaatschappij is urgent, maar er wordt politiek en maatschappelijk nog veel te weinig aan gedaan. Dat concludeert de Raad voor de Leefomgeving en infrastructuur (Rli) in een recent rapport.
Kleine niche
Circulaire economie is goed (bedoeld). Maar het is vaak vechten tegen de bierkaai. Er wordt nog steeds veel meer weggegooid dan er hergebruikt wordt. Niet op recycling afgestemde, hogere kosten en dus prijzen en
Circulaire ondernemingen opereren over het algemeen in een kleine niche. Het lukt de initiatiefnemers alleen met veel inzet en volharding om te overleven. Ze hebben met elkaar gemeen dat ze last ondervinden van het dominante economische systeem. Ze hebben vaak moeite om financieel rond te komen, omdat ze simpelweg niet op prijs kunnen concurreren met niet-duurzame producten.
Heel simpel kan soms ook Bld K Rosales px
Nieuw vaak goedkoper
Zo is er bij de productie van meubels technisch veel mogelijk op het gebied van verduurzaming, maar dat resulteert dan wel in een hogere productprijs.
Die hoge prijs zorgt vervolgens voor een beperkte marktvraag. En dat weerhoudt veel meubelondernemers ervan om te investeren in circulaire initiatieven.
Iets vergelijkbaars zien we bij de productie van kleding uit gerecyclede textiel. Herwonnen vezels zijn op dit moment duurder dan nieuw geproduceerde textiel uit lagelonenlanden. Er is dus wel aanbod van gerecyclede vezels, maar kledingproducenten kiezen ondermeer uit kostenoverwegingen voor het niet-duurzame alternatief. Dit laat goed zien dat de transitie naar een circulaire economie niet kan slagen zonder een gelijktijdige afbouw van de wegwerpmaatschappij.
Afval en de regels
Een andere belemmering die circulaire initiatieven (met name in de meubelsector en de elektronicasector) nogal eens in de weg staat, is dat veel afgedankte producten volgens de Afvalstoffenrichtlijn de status van ‘afval’ hebben. Dit beperkt de mogelijkheden voor reparatie en hergebruik. Want zodra restmateriaal wordt vervoerd van plek A naar plek B (waar een producent het materiaal kan hergebruiken), moet worden voldaan aan alle wettelijke eisen die gelden voor afvaltransport. Dit brengt niet alleen administratieve rompslomp met zich mee voor de betrokken ondernemers, maar ook extra kosten. Er zijn voor afvaltransport namelijk certificaten nodig. Dit zorgt ervoor dat veel ondernemers die hergebruik eigenlijk graag zouden faciliteren, hun restproducten toch maar naar de verbrandingsoven brengen.
Onduidelijkheid en gebrek aan kennis
Veel burgers weten op hun beurt niet goed waar ze op moeten letten als ze bij de aanschaf van producten een duurzame keuze willen maken. Het ontbreekt vaak aan duidelijke informatie, bijvoorbeeld over de kwaliteit en levensduur van een product. De niet-duurzame opties vormen dan de gemakkelijkste keuze.
Ook bij inkoopafdelingen van overheden blijkt een gebrek aan kennis te bestaan over circulaire principes en duurzaamheid. Dit komt met name tijdens aanbestedingsprocedures naar voren, waarbij vooraf geformuleerde criteria de duurzame of circulaire keuze vaak onmogelijk maken.
Om dit op te lossen bepleit de Rli een gelijktijdige aanpak langs verschillende sporen.
Strengere eisen, betere informatie
Het kabinet moet in Europa aandringen op strenge eisen voor de duurzaamheid, levensduur en repareerbaarheid van producten. Europese maar ook nationale wetgeving moeten leiden tot eerlijker prijzen, en tot meer informatie aan de consument over de duurzaamheid van producten. De Rli stelt verder voor om een levensduur- en reparatielabel te introduceren, dat informatie geeft over de verwachte gebruiksduur en repareerbaarheid van een product. Verder adviseert de Rli onder meer om stuntaanbiedingen en reclames voor wegwerpproducten te ontmoedigen
Bevorder hergebruik en schaf BTW reparatie af
De Rli vindt dat het kabinet zo snel mogelijk moet gaan sturen op een langere levensduur van producten door het bevorderen van reparatie en hergebruik. Dat kan door ervoor te zorgen dat een volwaardige tweedehandsmarkt ontstaat, en dat reparatie van kapotte producten normaal en betaalbaar wordt. Een eerste stap daarbij is het afschaffen van de BTW op reparatie. Producenten moeten op hun beurt meer verantwoordelijkheid krijgen voor het recyclen van hun producten aan het einde van de levensduur. Dat moet in goed overleg met gemeenten, die op dit punt ook een belangrijke rol hebben.
De keuze is helder:
Of we maken er samen nog een grotere puinhoop van, of wij, de overheid en de burgers nemen de regie en maken een eind aan de vuilnisbelt
Meer info Rapport Raad voor de Leefomgeving