Wind maakt Nederland warmer
De herfst van '23 was uitzonderlijk zacht met een gemiddelde temperatuur van 12,8 ℃. Alleen de herfst van 2006 was warmer (13,6 ℃). Nederland warmt op, want de hele aarde warmt op door de toename van broeikasgassen in de atmosfeer. Maar Nederland warmt extra op doordat het vaker uit warme windrichtingen waait. Die bijdrage is klein in de herfst, maar in de zomer verklaart de wind een kwart van de opwarming.
Windrichting heeft veel invloed op temperatuur
In de herfst koelt het land snel af, de zee blijft relatief warm. Als het vanuit zee waait, is het relatief zacht in Nederland. Als de wind uit het oosten waait, is het relatief koud. Dus als het in de herfst vaker gaat waaien vanuit zee, dan gaat de gemiddelde temperatuur in de herfst omhoog.
Minder noordenwind, meer wind uit het zuiden
We tellen op hoeveel dagen de wind uit een bepaalde richting kwam in de herfst in de periode (1901-1930). Op 8 procent van de dagen kwam de wind uit het zuidwesten. In de periode (1991-2020) is dat bijna het dubbele, 15 procent. Het plaatje boven dit stuk laat zien hoe de verdeling over alle windrichtingen in de loop van de tijd is veranderd. Daarin zie je bijvoorbeeld dat het minder vaak is gaan waaien uit het koudere noorden. In kleur zie je ook per windrichting hoe de gemiddelde temperatuur is veranderd. De temperatuur is toegenomen voor alle windrichtingen, maar het sterkst voor de wind uit het warme zuiden en zuidwesten.
Grafiek KNMI
Extra opwarming door wind
Nederland warmt op doordat de lucht die door de wind wordt aangevoerd nu warmer is dan vroeger. Nederland warmt extra op doordat het vaker waait uit warme windrichtingen ten koste van koude windrichtingen. Het plaatje hierboven laat zien dat de herfst in de periode (1991-2020) met 1,7 ℃ is gestegen ten opzichte van (1901-1930). De bijdrage van de windverandering is klein, ongeveer 0,2 ℃.
Vaker oostenwind in de zomer
In de zomer zijn, anders dan in de herfst, de oostelijke windrichtingen gemiddeld warmer dan de westelijke. Het is vaker gaan waaien vanuit de warme, oostelijke richtingen en het zuiden (plaatje bovenaan). Van de 2 ℃ opwarming komt een kwart voor rekening van de verandering in windrichting (plaatje hierboven).
Klimaatmodellen laten zien dat de opwarming van de aarde invloed heeft op de wind in de zomer in Europa en we vaker te maken krijgen met wind uit het oosten. Hoeveel de wind verandert, dat varieert van model tot model. In de nieuwe KNMI-klimaatscenario's houden we daarom rekening met een sterke en minder sterke toename in oostenwinden. Hoe sterker de toename in oostenwinden, hoe warmer en droger onze zomers zullen worden.
(Bron KNMI)