Gaan we zuidelijker leven? Verandering klimaat en de gevolgen voor Nederland.
Het klimaat verandert en dat gaat nog lange tijd door. Ook als we op de wereld alle maatregelen tegen broeikaseffecten stevig doorzetten. Als we dat niet zouden doen zouden de veranderingen nog veel groter zijn , maar ze zijn ook bij verstandige maatregelen al erg groot. De gevolgen voor Nederland zijn dat ook.
Terrassen & hittegolven
Ze zijn het nu al, meer hittegolven en terrassen, meer insecten, ziekten en teeltgewassen die hier eerst niet voorkwamen, meer mogelijkheden voor landbouw, toerisme en meer klimaatmigranten en om die open deur maar even door te gaan: nog minder elfstedentochten.
Meer subtropisch, minder winter
Het KNMI rekende door: Het wordt in alle seizoenen warmer, met meer tropische dagen en minder vorstdagen. De winter wordt natter, de zomer wordt droger en er ontstaan zwaardere buien. De zeespiegel blijft stijgen.
Daar volgen vier scenario's uit. Ze hangen af van de mate van CO2 uitstoot - is dat veel dan zijn de effecten sterker - en ze hangen af van de lastig te voorspellen manier waarop het klimaat daar hier in deze hoek van Europa lokaal op reageert.
Vier klimaatschema's KNMI
Zo ontstonden dus de vier scenario's in het plaatje hierboven. Droog met heel veel opwarming (veel uitstoot) - tot wel 5 graden , nat met veel opwarming , droog met minder opwarming - circa 1,7 graden, nat met minder opwarming (relatief weinig uitstoot)
Broeikasuitstoot bepalend
De mate waarin ons klimaat zal veranderen hangt dus sterk af van de hoeveelheid broeikasgassen die nog worden uitgestoten. Daarom werken we met een hoog en een laag scenario:
- In het hoge uitstootscenario neemt de uitstoot tot 2080 sterk toe en vlakt daarna af. De mondiale opwarming rond 2100 zal dan ongeveer 4,9°C zijn (ten opzichte van eind negentiende eeuw).
- In het lage uitstootscenario wordt de uitstoot snel verminderd, in lijn met het Klimaatakkoord van Parijs om de mondiale opwarming tot ruim onder de 2°C te beperken. De mondiale opwarming rond 2100 zal dan ongeveer 1,7°C zijn.
In oktober 2023 zijn de KNMI'23-klimaatscenario's gepubliceerd, deze vervangen de KNMI'14-klimaatscenario's. De KNMI-klimaatscenario's zijn een vertaling van de wereldwijde klimaatprojecties van het IPCC - het klimaatpanel van de Verenigde Naties - naar Nederland. De vier nieuwe scenario’s schetsen hoe het toekomstige klimaat in Nederland eruit kan zien. Ze vormen de basis voor onderzoek naar de effecten van klimaatverandering en adaptatie aan die verandering. |
Kwetsbaar maar goed beschermd: Overstromingskaart Nederland bij dijkdoorbraken Bld Rijkswaterstaat
De KNMI’23-klimaatscenario’s zijn gebaseerd op de meest actuele en fijnmazige klimaatmodellen en gegevens. De belangrijkste veranderingen in de KNMI’23-klimaatscenario’s ten opzichte van de scenario’s uit 2014:
|
Klimaatverandering op Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Orkanen:
Op de eilanden Sint Eustatius en Saba komen zware orkanen met veel regen in de toekomst vaker voor, maar op Bonaire niet.
Temperatuur en wind:
De temperatuur en de windsnelheid gaan omhoog, de hoeveelheid regen neemt af.
Klimaatverandering in Nederland
De lange termijn projecties komen in de KNMI’23-klimaatscenario’s voor de volgende variabelen hoger uit dan in de vorige klimaatscenario’s (2014):
Wind en storm
De kans op een stormvloed (door storm veroorzaakt hoogwater) verandert niet. Maar omdat de zeespiegel stijgt, moeten we wel rekening houden met hogere stormvloeden in de toekomst.
Zicht en mist
Klimaatverandering heeft geen gevolgen voor mist. Maar omdat de lucht schoner wordt, is er toch minder kans op mist.
Zeespiegelstijging
In de laatste 100 jaar steeg de gemiddelde zeespiegel in de wereld steeds sneller. Dit gaat nog eeuwenlang door, omdat de ijskappen bij de Noordpool en de Zuidpool nog verder afsmelten. Hoeveel de zeespiegel uiteindelijk stijgt, hangt af van hoeveel CO2 we nog uitstoten en hoeveel ijs er nog smelt op de Zuidpool, waar het meeste ijs ligt.
En uitgepraat?
Nou nee. Het weer blijft een onuitputtelijk gespreksonderwerp
Bron KNMI. Meer info het hele rapport