Offset Boiler Room: Industriële sabotage als arty businessmodel op IDFA
Van 8 t/m 19 november draait in een dozijn filmtheaters in Amsterdam een van de belangrijkste mondiale documentairefestivals: het IDFA. Recensent Saskia Wigbold is ervoor Vandaag&Morgen bij. |
Offset Boiler Room
In het programma van IDFA Doclab is er naast VR ook veel ruimte voor andere verassende experimentele media projecten. Offset Boiler Room is zo'n project.
De Amerikaanse kunstenaars Sam Lavigne en Tega Brain hebben het programma: Offset Boiler Room ontwikkeld. In een ruimte is een call center nagebouwd, waarin bezoekers van de IDFA kunnen bellen met CEO's van diverse Olie en Gas bedrijven in Amerika. Het doel is om deze CEO's offsets te verkopen, die worden gegenereerd uit industriële sabotage bij wijze van tijdelijke CO2 opslag, een hulpwetenschap, waarin koolstofkrediet uit directe actie wordt berekend.
Het is een mooi idealistisch project, waarbij kunstenaars de volledige opbrengst van hun verkoop doneren aan relevante activistische organisaties. De kunstenaars geven hiermee aan, dat ze ernstige bezwaren te hebben tegen het huidige beleid van CO2 compensatie.
CO2 compensatie
Het project is tot in de puntjes uitgewerkt. Er zijn vijf computers met koptelefoons en microfoons beschikbaar in nagebouwde units. Aan de muur hangt een digitaal scherm, waarop je kunt zien welke 12 CEO's er laatst gebeld zijn of intussen gebeld worden. Daarnaast zie je hoe lang die gesprekken in z'n totaliteit hebben geduurd. Een toegevoegde archiefkast met stapels rapporten erop zorgt voor de finishing touche.
In je eigen unit kun je op het computerscherm de call historie zien met alle CEO's, die gebeld zijn. Niet alleen de duur van het gesprek, maar ook eventuele notities zijn weergegeven. Ook kun je de call historie met de CEO 's op andere data dan het IDFA festival bekijken. Op je scherm staat tevens een lijst met uitgebreide call scripts om te gebruiken tijdens je telefoongesprek. Notities kunnen zowel op het scherm als op een post-it blaadje worden genoteerd. Ik lees op het scherm de note: He hang up before I could talk to him! En de geschreven notitie: Is this real??!
Namens 'The Post'
Bij nader onderzoek blijkt het gros van de gesprekken nogal kort te duren. Dat heeft ook met de timing te maken blijkt. Er werd vaker gebeld tijdens het weekend het moment, dat het afhankelijk van het tijdsverschil, in meerdere Amerikaanse staten ook nog weekend was. Op de andere dagen zat er wat meer tijd in. Om een idee te krijgen van het verloop van het contact is er de mogelijkheid om gevoerde telefoongesprekken via je koptelefoon te beluisteren. Daarbij was het interessant en veelal vermakelijk om de verhalen en reacties van de bellers te horen. Als een beller na een keuzemenu een secretaresse aan de lijn kreeg, begon het spel van de verkoop. Op de vragen van de secretaresse werd meestal professioneel gereageerd maar soms schortte het aan de verbinding en hoorde je de secretaresse herhalen: Hello are you still there? I can't hear you anymore! Een dame pakte het zo goed aan, dat een secretaresse geïnteresseerd bleef luisteren en tenslotte om haar gegevens vroeg. Dat was even een probleempje natuurlijk. Op zulke momenten was de beste reactie: I will call back later. Een beller, die tot haar vreugde dacht via de secretaresse met de CEO te worden doorverbonden, kreeg tot haar frustratie een antwoordapparaat.
Aardig idee weinig resultaat
Sowieso vliegen de piepjes en ingesproken boodschappen je soms om de oren tijdens het bellen. Er zaten ook bellers tussen, die ondanks dat toch de moeite namen om een serieuze boodschap in te spreken. Maar soms ook niet. "No I don't want to talk to your answering machine!", was er zo ééntje. En er zaten er ook tussen, die alles in de strijd gooiden om toch een CEO te pakken te krijgen. Een man beweerde namens de Washington Post te bellen. Het betrof een publicatie over foute praktijken. Of hij de CEO hierover kon spreken?! Helaas zat deze persoon niet op zijn plek.....