Argentijnse presidentsverkiezingen in teken van crisis. Sergio Massa en Javier MIlei door naar de tweede ronde
Het een na grootste land van Zuid Amerika, Argentinië zit al geruime tijd stevig in de inflatiepenarie. Afgelopen jaar tot 124,4%. In augustus alleen al was de inflatie 12,4%, daar is niet tegenaan te verdienen en dat gebeurd ook niet. Argentinië is momenteel het enige land van Zuid Amerika met zulke extreme inflatiecijfers. 40% van de bevolking zou in armoede leven. Een nieuwe president moet het land hiervan verlossen.
Armoede, inflatie: nieuwe president moet uitkomst bieden
In de eerste ronde van de presidentsverkiezingen van 23 oktober kwam Sergio Massa, nota bene verantwoordelijk minister Economische Zaken van de zittende regeringspartij Unie van het Vaderland, en als zodanig dus medeverantwoordelijk voor de inflatie, op de eerste plaatst met 36% van de stemmen. Te weinig om direct te winnen, genoeg om de kabaalmakende extreem rechtse Javier Milei van de Liberty Advances die 30% haalde op achterstand te zetten. Millei wil onder andere de Argentijnse pesos afschaffen en de dollar als betaalmiddel inzetten, om zo de inflatie van meer dan 100% te beteugelen. De tweede ronde op 19 november moet de uitslag bieden en dan aan de president de taak om met zijn politiek - dat het een man wordt is nu wel zeker - de economie en staatsfinanciën weer op koers te krijgen.
2019: IMF-lening van 57 miljard
De Argentijnse crisis ontstond toen in 2018 de buitenlandse schuldverplichtingen van het land tot onhoudbare niveaus opliepen en de Argentijnse peso kelderde ten opzichte van de machtige Amerikaanse dollar. Om niet bankroet te gaan werd dat jaar een monumentaal hulppakket ter waarde van 57 miljard dollar overeengekomen met het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Het was het grootste kredietpakket van het IMF ooit, 57 miljard dollar. Daar hoorden strenge mandaten bij voor het terugdringen van de inflatie en de overheidsuitgaven. Ondanks dat bleef de inflatie stijgen, en liepen de schulden van Argentinië verder op.
2020: Geldpers aan
Het jaar 2020 was getuige van een belangrijk keerpunt in de economische problemen van Argentinië. Het feit dat het land er niet in slaagde een geplande rentebetaling van 500 miljoen dollar aan buitenlandse crediteuren te betalen, veroorzaakte schokgolven door het toch al kwetsbare financiële systeem. Omdat het faillissement de toegang tot essentiële financiële middelen beperkte, verergerde het uitbreken van een wereldwijde pandemie de economische problemen waarmee miljoenen Argentijnen te kampen hadden. Geconfronteerd met deze omstandigheden ging de regering meer geld drukken om economische steun te kunnen bieden, een stap die voorspelbaar de al hoge inflatie nog verergerde.
2020: Ergste droogte in 60 jaar
Dat jaar werd Argentinië geconfronteerd met een nieuwe uitdaging in de vorm van de ergste droogte in zestig jaar. Langdurige hittegolven en branden verwoestten delen van de oogstproducerende regio's van het uitgestrekte land. De droogte had een verwoestende impact op de productie van essentiële landbouwexporten zoals soja, maïs, tarwe en andere cruciale granen. De Buenos Aires Grain Exchange (BAGE) moest zijn productieramingen voor 2023 herhaaldelijk naar beneden bijstellen, waarbij de laatste voorspelling dat de maïsproductie keldert tot 36 miljoen ton en de sojaproductie tot 21,5 miljoen ton. Gezien de status van Argentinië als op twee na grootste maïsexporteur en de belangrijkste exporteur van sojaolie en sojameel, zouden de mondiale gevolgen van deze historisch lage prognoses mondiaal enorm kunnen zijn.
Ondanks deze enorme uitdagingen gloort er een sprankje hoop aan de horizon. Vorig jaar werd onderhandeld over een nieuwe deal ter waarde van 44 miljard dollar met het IMF. Neemt niet weg dat het vooruitzicht op een oplossing voor de aanhoudende inflatie miniem is.
.gif)
