Tanya Hoogwerf (Leefbaar): Je doet het niet voor het pluche (interview)
In de aanloop naar de gemeenteraads-verkiezingen van Rotterdam interviewde Ronald Glasbergen drie prominente politici van drie belangrijke partijen in heden en verleden van Rotterdam: PvdA , D66 en Leefbaar. De derde en laatste geïnterviewde is Tanya Hoogwerf van Leefbaar Rotterdam.
In de hal van het stadhuis, bij de portiersloge, is de kou van 28 februari er wel uitgestookt. Na een minuutje komt Tanya Hoogwerf me tegemoet. We gaan met de lift naar beneden.
Een paar gangen en deuren later komen we ergens aan de achterkant in een lage ruimte. Grote ronde vergadertafel, gemakkelijke stoelen, aan de muur posters van Pim Fortuyn en Joost Eerdmans, de nummer 1 van de lijst. Ik vraag haar eerst over haar achtergrond. Tanya Hoogwerf, geboren in Rotterdam in 1975, opgegroeid in Capelle, de laatste tien jaar terug in Rotterdam, komt uit een politiek nest. Thuis werd veel over politiek gepraat.
Mijn moeder is ooit begonnen als journaliste voor een lokale krant en lokale radio. Van daaruit is het politieke vuurtje opgelaaid. 16 jaar geleden, tegelijk met Ronald Sørensen in Rotterdam, heeft ze Leefbaar in Capelle opgericht. Mijn moeder is nu nog wethouder jeugdzaken en veiligheid in Capelle.
Tanya Hoogwerf Foto RG
Het begon bij Pim Fortuyn?
Ja, Ja. Zeker.
Dat was in 2001, 2002, de tijd dat hij groot werd?
Ja, dat was een kantelmoment in de harten van mensen. Politiek was onaantastbaar geworden. Daar mopperde je over op een verjaardag, maar het kwam nooit dichtbij. Politiek was altijd op afstand, Fortuyn heeft daar echt verandering in gebracht.
Hij was geestig. Politiek werd ook komedie nietwaar?
Het werd herkenbaar. Dat was denk ik ook een groot deel van de kracht. Ineens werden weer dingen gezegd waarvan mensen thuis dachten: Hé, die man snapt het, die heeft bij mij door de straat gelopen en die begrijpt wat ik bedoel. Daarmee kwam het hele politieke circus een stukje dichterbij. Wat na zijn overlijden gebeurde, hoeveel mensen dat geraakt heeft, was bijzonder om te zien, uniek. Dat kwam ook omdat hij een vinger op de zere plek wist te leggen en het ook durfde. Met alle gevolgen van dien. We hebben gezien wat toen gebeurd is. De hele periode die eraan vooraf gegaan is. Hij moest kapot, het mocht niet gezegd worden, de vergelijking ‘De Hollandse Haider’. Het is jammer dat we daar niet van geleerd hebben, een ander geluid staat nog steeds garant voor een heftige reactie.
We hebben ook gezien dat na Fortuyn Leefbaar op gang is gekomen. En als het gaat om plaatselijke politiek hebben lokale partijen een steeds grotere vinger in de pap gekregen. De politiek is zo werkelijk dichter bij de burger komen te staan. Beslissingen worden dichter bij huis genomen. Politiek is, afgezien wat D66 vorige week heeft gedaan, meer afrekenbaar geworden. Zo moet het ook. Je moet niet vergeten waarvoor je het doet. Je doet het niet voor het pluche, noch voor het cirkeltje van de macht. Het gaat erom dat je de juiste beslissingen neemt om te bereiken wat je beoogd hebt.
politiek was onaantastbaar, kwam nooit dichtbij
Thuis bij ons ging het aan tafel altijd over politiek. We kregen het met de paplepel ingegoten. Mijn opa was al betrokken bij de klachtencommissie van de woningbouwvereniging. Dat stukje activisme heeft er altijd op een of andere manier bij iedereen ingezeten. Mijn moeder was bij de verkiezing van Fortuyn als lijsttrekker van Leefbaar Nederland. Op de terugweg belde ze mij: ‘Hier is geschiedenis geschreven, we gaan iets veranderen.’ Voor mij was toen nog niet het moment om politiek actief te worden, voor haar wel.
In 2002 was Leefbaar de grootste partij. Dat is nog steeds zo. Je zag wat zo’n beweging voor elkaar kon krijgen. En wat mij betreft: ik heb even bij 'Trots Op Nederland' gekeken, ben bij een meedenkdag geweest. Dat was het niet. Ik heb gezocht naar wat bij mij paste.
U was toen iets van 27?
Ja maar die affiniteit heeft er altijd wel ingezeten. Bij mij moet het altijd passen. Leefbaar was een warm bad, dat is iets wat in je zit.
Is dat zo?
Ja bij mij wel. Je bent gewoon onderdeel van een familie. En je weet met z'n allen waar je het voor doet. We zijn allemaal heel verschillend, er is niemand die één op één vergelijkbaar is binnen de partij. We zijn een brede volksbeweging en dat moeten we vooral blijven. Maar we weten heel goed waar we het voor doen.
En dat familiegevoel blijft ook beperkt tot Rotterdam? Het is een Rotterdamse familie?
Ja, we zijn een lokale partij en dat moeten we ook blijven, we zijn gericht op Rotterdam. We zitten in het DNA van Rotterdam en daarom doen we denk ik ook goede dingen voor Rotterdam. Maar door het innovatieve karakter van de club en een beetje Pietje Bell houding merk je dat wat wij doen ook landelijk impact heeft. Ja, we zijn een lokale club, maar wel een die ertoe doet.
Zat uw vader ook bij Leefbaar?
Mijn vader heeft heel lang in de D66-hoek gezeten.
Tanya schiet in de lach. Tegenwoordig zegt hij dat niet meer hardop en stemt hij op zijn dochter, als het effe kan. Hahaha.
je merkt dat wat wij doen ook landelijk impact heeft
U heeft een bedrijf gehad, Connecting Hands. In welke sector was dat bedrijf actief?
In de Telecom en de ICT, dat was de core business van het bedrijf. Een van mijn eerste taken – ik heb het over ruim tien jaar geleden – was het distribueren van de CQ-phone. Dat was een nieuw Zwitsers product. Het was een telefoon die volledig hufterproof was. Je kon het laten stuiteren, het kon tegen water, je kon er alles mee doen, maar het mooiste was een groot touchscreen, waar je bij wijze van spreken met je neus kon bellen. Dat was bijzonder geschikt voor ouderen die minder goed met apparaten kunnen omgaan, voor reumapatiënten die hun vingers niet goed kunnen gebruiken, Er zat ook een alarmknop op met GPS en met verbinding met de alarmcentrale. Dus ook als je waar ook gevallen was, kon je de knop indrukken om hulp te vragen.
Prachtig product. Is zeker een groot succes geworden?
Helaas. Het kostte in die tijd in de winkel ruim 600 euro. Dat was voor de doelgroep gewoon te duur. Men is wel doorgegaan met het product, maar wij hebben ons toen gericht op consultancy. Daarvoor trok de markt toen sterk aan. Maar je krijgt wel veel mee uit zo’n periode. Ik heb toen veel rondgelopen in zorginstellingen, ziekenhuizen, kon zien hoe het in de praktijk gaat, waar het mis gaat. Dat neem je ook weer mee naar deze arena, vooral het pragmatisme.
U bent tweede in uw fractie, tweede op de lijst ook, Hoe zou u uw politieke talenten omschrijven?
Ja, wat ik net aanhaalde. Ik denk dat het bij mij zit in het stukje pragmatisme. Ik doe veel op gevoel en intuïtie. Dan pak ik dingen op waarvan ik denk: Hoe kan het dat hier nog niks aan gedaan is? Vervolgens ga ik kijken hoe je op de kortst mogelijke manier bij een oplossing kan komen. Een voorbeeld daarvan is straatintimidatie. Een probleem dat allang leeft in Rotterdam, maar dat nooit in kaart is gebracht. Waarvoor nooit een serieuze stap is gezet naar een oplossing.
Wat is straatintimidatie precies?
Straatintimidatie is het feit dat een vrouw niet op straat kan lopen, zonder dat ze wordt nagefloten, uitgescholden, hinderlijk gevolgd.
Het is dus eigenlijk specifiek een genderkwestie? .
Ja en we ontwikkelen ook een aanpak die zich richt op straatintimidatie van LHBTI-ers, zeker, want ook daar is het een probleem. De Erasmus Universiteit heeft onderzoek gedaan en daaruit is gebleken dat 84% van de vrouwen in Rotterdam straatintimidatie ervaart. Dat is gigantisch veel. Je kan daar theoretisch over praten, maar je kan het ook aanpakken. Dus ik heb voorgesteld – nu twee jaar geleden – om een verbod op te nemen in de Algemene Plaatselijke Verordening, om straatintimidatie beboetbaar te maken. Vervolgens hebben we een campagne opgestart en een App ontwikkeld om de hotspots in beeld te krijgen, zodat er gericht gehandhaafd kan worden. Het is ook simpel te beboeten. Als een handhaver nu ziet dat een vrouw of een jong meisje wordt uitgemaakt voor hoer, bijvoorbeeld, staat daar een boete voor van 190 euro.
Werkt het?
Ja. In de eerste twee weken nadat de App actief was, hebben we al meer dan 500 meldingen gehad.
gemeenschappelijkheid duiden
VVD en D66 hangen deels een liberale ideologie aan, PvdA en de SP hebben sociaal democratie en marxisme, je hebt christendemocraten. U kent ze allemaal beter dan ik, maar pragmatiek kun je nauwelijks een ideologie noemen, hangt u een politieke ideologie aan?
Nee, heerlijk toch, en dat moeten we ook vooral zo houden. Wij zijn dogmavrij, en dat is best prettig kan ik je vertellen (lacht). En daarom zeg ik ook, we hebben een Rotterdams DNA, we zijn niet gebonden aan die overall partijplak
Is dat DNA alleen maar pragmatiek ?
Het is grotendeels ook pragmatiek. Het is een heel simpel verhaal. Rotterdam moet schoon, heel en veilig zijn. We mogen trots zijn op onze identiteit, en op onze cultuur. We mogen er best voor uitkomen dat er een leidcultuur is in Rotterdam, in Nederland, waar we voor gaan, omdat dat ook iets is wat bindt. Grappig, de meeste partijen zeggen dat ze willen verbinden, maar verketteren juist datgene wat ons zou moeten verbinden. Dat is zo krom als de pest, maar ze blijven dat spelletje spelen.
Wat zou ons moeten verbinden?
De leidcultuur, het feit dat je trots bent op gedeelde normen en waarden.
Is dat germanisme, ‘leidcultuur’, niet een moeilijk begrip in een tijd dat alles zo snel verandert?
Ja, maar je moet ergens een stukje gemeenschappelijkheid kunnen duiden. Ik denk dat je dat kunt vinden in waar we het met z’n allen over eens zouden moeten zijn. Het feit dat je hier de vrijheid hebt om te zijn wie je bent. Een hele belangrijke bindende factor is dat je met elkaar diezelfde taal spreekt. Daar mag je best eisen aan stellen. Wat wij hebben gezien in de afgelopen 30, 40 jaar is dat er door het multiculti-beleid dat met name door de PvdA is gevoerd, segregatie is ontstaan in de Rotterdamse samenleving. Dat zorgt voor enorme problemen. We zien in het rapport Witte Senioren dat in 2009 al is opgesteld, dat veel autochtone ouderen zich absoluut niet meer kunnen vinden in de wijk waar ze geboren en opgegroeid zijn. Ze kunnen geen brood meer bestellen in hun eigen taal. Dat is schrijnend en daar moet je wat aan willen doen. We hebben vorige week in de raad gediscussieerd over folders voor ouderen vertaald in de talen van landen van herkomst. Dat is te zot voor woorden. Dat je mensen die bijna hun leven lang hier gewoond hebben niet kunt informeren in het Nederlands. Dat moeten we doorbreken, daar moeten we vanaf en daar werken we ook keihard aan. Dat is waar we als Leefbaar voor staan. Dat is pragmatisme, wat je niet kan vertalen in dogma of doctrine. Dat is ook herkenbaar voor veel mensen. Vraag aan mensen op straat waar Leefbaar voor staat en ze kunnen je dat over het algemeen vrij makkelijk vertellen.
U zegt dat Leefbaar in het DNA van Rotterdam zit, maar hebben andere partijen dat niet evengoed? De PvdA heeft vanaf 1945 de stad meebestuurd.
Natuurlijk. Dat is 65 jaar oud en het duurt echt lang om daar een andere richting aan te geven. Dat is ook waar we tegen aan moeten boksen. Het is niet erg. Het gebeurt wel maar dat is wel de reden dat we ons kapot knokken voor een tweede termijn, omdat vier jaar gewoon niet genoeg is voor het bestuur om alles te doen wat je nodig vindt.
Rotterdam ontspringt de dans niet
Als gemeenteraadslid heeft u twee portefeuilles: economie en integratie? Economie lijkt me een hele grote in Rotterdam.
Veiligheid ben ik er intussen ook bij gaan doen. Het afgelopen halfjaar heb ik dat overgenomen. Veiligheid komt met integratie samen in het radicaliseringdossier waar ik me van begin af aan mee bezig heb gehouden. Als Rotterdam ontspringen we de dans niet.
Is de politieke islam niet het probleem van de radicalisering? Moet je niet onderscheid maken tussen de religie en het politiek religieuze programma?
Klopt.
Maar uw programma maakt dat onderscheid toch niet?
Ja, omdat de politieke islam ook geworden is wat het nu is door een stukje overheidsbeleid. Die had ervoor gekozen om het lekker overzichtelijk te houden. Om met name ook religieuze organisaties aan te trekken als gesprekspartner. Dus eigenlijk is er een nieuwe zuil opgericht, een zuil met een sterke politieke Islam. Organisaties hebben daardoor macht gekregen, en hebben ook belang om zoveel mogelijk mensen aan zich te binden. En om die klein te houden, zodat ze er ook controle over kunnen voeren. Vervolgens worden eigen scholen opgezet, eigen organisaties, eigen stichtingen, eigen sportverenigingen, eigen winkels. Dus je krijgt dan het stuk segregatie waar ik het eerder over had, versterkt terug. Daar willen we dus vanaf.
de gemiddelde moslim wil gewoon zijn eigen leven leiden
Ik denk ook dat de gemiddelde moslim in Rotterdam gewoon zijn eigen leven wil leiden, met een schone, veilige straat, goed onderwijs voor de kinderen, kans op werk voor die kinderen, een rustige oude dag om van te genieten. Die mensen willen ook af van het juk en het stigma van die politiek religieuze organisaties. Daarvan zeggen wij dat die organisaties niet meer de primaire gesprekspartner van de gemeente moeten zijn. Als ik ruzie krijg met jou of met iemand anders op straat, gaan we ook niet meer naar de dominee of pastoor. Maar dat is wel hoe we met moslims omgaan. Daar moeten we mee stoppen. We hoeven niet alles te faciliteren. Islamitisch onderwijs is een grondrecht. Als gemeente ga je daar niet over. Maar je hoeft het – in het kader van integratie – ook niet wenselijk te vinden.
Maar is het dan niet beter om alle bijzonder onderwijs te ontmoedigen?
Realistisch bekeken hebben we een probleem met het islamitisch onderwijs. Dat hebben we gezien bij Ibn Ghaldoun. We zien dat kinderen opgroeien in hun eigen zuil, in hun eigen wereldje. Ze spelen vooral met kinderen met dezelfde achtergrond. We praten over arbeidsdiscriminatie, en terecht, maar als jij opgroeit in een beschermd wereldje, heb je ook minder kansen om die bubbel te ontstijgen. Je hebt geen contacten buiten dat wereldje. Dus is het ook moeilijker om aan een stageplek of een baan te komen. Dat zie je met name in dat islamitische deel van de samenleving. Moeten anderen daar het slachtoffer van worden? Dat hoeft niet. Benoem de problemen en pak ze aan waar ze zijn. En waar geen probleem is, moet je er geen probleem van maken.
het onderscheid is voor veel mensen niet te maken
Is dat onderscheid tussen geloof en politiek geloof niet wezenlijk, omdat je anders heel snel een geloof als islam stigmatiseert?
Ik denk dat het onderscheid voor veel mensen niet te maken is. En ik denk dat je het ontzettend lastig maakt om te praten over hoe het zou moeten gaan. Als je bijvoorbeeld de discussie over het salafisme erbij betrekt, de uitspraak van Aboutaleb dat iedere moslim een beetje salafist is. Die uitspraak is ontzettend onverstandig, omdat je probeert een theologische debat te voeren in een tijd dat dat onmogelijk is. En omdat salafisme ondemocratisch is. Als je dat doortrekt, naar wat je net zei over islam, dan snap ik het. En je kan ook niet zeggen dat iedere moslim radicaal is en dat iedere moslim een potentiële terrorist is, dat is onzin. Maar om te zeggen dat alleen de politieke Islam problematisch is en dat er met de rest niks mis is, dat is te gemakkelijk.
Is het niet zo dat als een religie politiseert, dat zie je aan fanatieke hindoes in India, aan fanatieke christenen die arbortusklinieken opblazen, dat dan de problemen ontstaan?
Klopt, ik snap wat je bedoelt en ik wil daar ook echt een stuk in meegaan: natuurlijk is niet de hele gemeenschap problematisch. Maar ik denk dat de semantische discussie ons weghaalt van de perceptie van de problemen waar we mee te maken hebben.
Wilders zegt nog steeds dat hij alle moskeeën wil sluiten. Dan heb je geen godsdienstvrijheid meer zoals die in de grondwet verankerd is. Hoe kijkt u daar tegenaan?
Dat zal je mij nooit horen zeggen. Zo zitten wij niet in elkaar. Daarom zeggen mensen: misschien verandert door de PVV de taal van Leefbaar. Maar we zijn onszelf gebleven. Wij hebben in de afgelopen twee jaar niets anders gezegd dan in de twee jaar daarvoor en we zullen die toon ook niet gaan matigen. Als je dat wel doet, vervreemd je ook een deel van de mensen die erbij horen. Daar moet je voor waken.
Leefbaar is een alliantie aangegaan met FvD. In verband met de economie is het interessant dat FvD tegen de Europese Unie is. Speelt dat bij Leefbaar ook?
Thierry zegt dat de EU in zijn huidige vorm onwerkbaar is en ik denk dat hij daar gelijk in heeft. Hij is evenals wij voorstander van Europese samenwerking, van goeie handelsverdragen. Dat is ook voor de Rotterdamse economie ontzettend belangrijk. Daar zou wat ons betreft de nadruk op moeten liggen. Maar het is aan de andere kant ook heel simpel: We zijn en blijven Leefbaar Rotterdam. En we hebben het over gemeenteraadsverkiezingen waar we gewoon ons eigen programma hebben. Op raakvlakken vinden we elkaar. We versterken elkaar in plaats van te proberen om een stukje van de koek af te knabbelen, want daar wordt de besluitvorming echt niet beter van.
niet meerennen in de CO-2 waan
Europa en de wereld zijn voor Rotterdam en zijn haven belangrijk. Denkt u dat de globalisering te stuiten is?
Ik denk dat hij heel moeilijk te stuiten is. Als je dan kijkt naar de EU dan is die niet altijd even gunstig geweest. Het feit dat we nu te maken hebben met de vennootschapsbelasting voor de haven van Rotterdam is te danken aan de EU. Waar andere landen wel compensatie daarvoor kunnen bieden, kunnen wij dat niet op dit moment. Dat gaat de haven geld kosten. Dat kan ten koste van de concurrentiepositie gaan. Het is een beslissing op EU-niveau die negatief uitpakt. En zo zijn er nog een aantal. Wat dat betreft is het gewoon verstandig om een stuk autonomie zelf te houden.
U noemde voordat we begonnen ‘schoon, heel en veilig’ als programmapunten. Is er een stad ergens in Nederland of in de wereld die als voorbeeld kan dienen? Singapore?
Singapore aan de Maas hebben we als voorbeeld gebruikt. Zwerfvuil is nog steeds een probleem dat Rotterdammers terecht bezig houdt. Hoe schoner de stad is, hoe veiliger men zich voelt. We vinden het ook belachelijk als je wegkomt met het gooien van vuilniszakken vanaf het balkon. Dat moet je hard aan kunnen pakken, wat dat betreft is Singapore een goed voorbeeld. Maar laten we het gewoon lekker bij Rotterdam houden. We voeren niet voor niks een keertje de goede lijstjes aan en we moeten vooral ook die voortrekkersrol blijven houden. Dat doen we door vooral Rotterdams te blijven.
Het terugdringen van CO-2 uitstoot volgens de akkoorden van Parijs is belangrijk voor de partijen waar u nu mee samenwerkt, zoals CDA en D66. Is dat het voor Leefbaar ook?
Dan komen we terug bij het pragmatisme. Daar zijn we deze coalitieperiode, ook met D66, prima mee uitgekomen. Wij zeggen dat het er in eerste instantie om gaat dat Rotterdammers schone lucht hebben en dan werken we daaraan. Bijvoorbeeld met de milieuoplossing bij de ’s-Gravendijkwal. Die heeft echt effect gehad. Mensen daar zijn blij dat ze met minder uitstoot te maken hebben. Maar je bent er niet met alleen een milieuzone. Die heeft ook niet optimaal gewerkt. Daar moeten we dus wat aan doen. Maar het werkt wel.
Als je vervolgens kijkt naar de hele CO-2 discussie en de kolen in de haven, dan zijn wij als Rotterdam, ons ook bewust van de impact ervan. En daarom moet je je afvragen of je mee moet in die hype. Moet je daar honderden miljoenen aan uitgeven die je ook elders kan investeren? Daar waar het bijdraagt aan gezonde lucht, aan het stimuleren van een ondernemersklimaat zodat meer bedrijven zich in Rotterdam willen vestigen. Wij kiezen voor die tweede optie. Dus niet om kolen zo snel mogelijk te weren uit de haven. Dat kost duizenden banen. Zolang China jaarlijks nog een aantal kolencentrales bijdraagt, lossen we in Rotterdam niet veel op. Moet je denken aan energietransitie? Ja natuurlijk, die verplichting hebben we allemaal. Moet je meerennen in de waan om CO-2 uitstoot te verkleinen? Nee, wat Rotterdam eraan bij kan dragen is echt een druppel op een gloeiende plaat.
We kijken ook naar Duitsland. Wat de Groene Wende daar heeft opgeleverd. Een energierekening die verdubbeld is voor sommige huishoudens en een toename van het stoken van bruinkool omdat ze het niet redden met windenergie. Dat moeten we niet willen, je hoeft niet altijd het braafste jongetje van de klas te zijn. Moet je meedenken met oplossingen zoals warmtenet wat we hebben? Ja, dat is iets wat zin heeft. Zo kijken wij naar die discussie. Werkt het? Levert het niet een verhoging van de kosten op voor de Rotterdammer die het al lastig heeft in de portemonnee. Prima! Dan doen we er wat mee.
duidelijk maken hoe de mores zijn
Terug naar integratie. Op korte termijn zit je natuurlijk met heel veel mensen die gewoon alleen maar Turks, Marokkaans of Pools spreken. Hoe integreert u die?
Ja precies, kijk naar de aanpak EU-arbeidsmigranten die we hebben ingezet. Daarin wordt gezegd dat er maar één keer wordt gecommuniceerd in de taal van het herkomstland, en dan om duidelijk te maken hoe de mores hier zijn. Vanaf dat moment wordt van je verwacht dat je Nederlands leert. Bij nieuwe statushouders ligt 100% focus op de taal, om ze zo snel mogelijk mee te laten doen. Je moet stoppen met het in stand houden van gebruik van de eigen taal. Dus niet weer opnieuw die informatiefolders in eigen taal. Zo hou je problemen alleen maar in stand. Dus pakken we het nu anders aan. Intussen moeten we zorgen dat zo veel mogelijk mensen ook de niet-kunners in de integratienota Nederlands kunnen leren.
En werkende mensen die het Nederlands taal niet machtig zijn?
Ook met die laaggeletterdheid zijn we constant bezig. We zeggen tegen werkgevers: zorg dat je het bespreekbaar maakt, maak duidelijk dat er cursussen beschikbaar zijn. Zorg ook dat mensen zich niet hoeven te schamen, want het is best vaak een taboe dat doorbroken moet worden. Maar er is aandacht voor.
de stad moet wel bestuurbaar blijven
Is Rotterdam economisch niet heel erg afhankelijk van internationale betrekkingen?
Klopt, maar daar kun je ook goeie handelsverdragen voor afsluiten.
De meeste van uw politieke collegegenoten zijn pro EU. Hebt u diezelfde politieke bondgenoten plus een paar anderen na de verkiezingen niet meer dan ooit nodig om je plannen waar te maken?
Dat zit er dik in.
Zouden jullie met de Partij van de Arbeid kunnen samenwerken?
We doen niet mee aan dat spelletje van uitsluiten. Je moet kijken naar de verkiezingsuitslag en op basis daarvan moet je een gesprek, met wie dan ook, nooit uit de weg gaan. Is de kans groot dat we er uit gaan komen? Nee, maar als je niet anders kan, dan kan je niet anders. Ik vind het erg onverstandig om van te voren te zeggen: dat doen we niet.
Is niet het mooie van het nieuwe kiesklimaat met al die keuze dat de kiezers hun eigen specifieke krentjes uit de pap kunnen pikken?
Ja, het is mooi als je kijkt naar democratie. Je moet wel oppassen dat je niet te veel one-issuepartijen krijgt, want dan wordt het lastig besturen. De stad moet wel bestuurbaar blijven. Als je wil vooruitgaan, moet je beslissingen kunnen nemen. Je schrijft een verkiezingsprogramma niet alleen om een statement te maken in campagnetijd, maar je schrijft het omdat je een visie neerzet. Omdat je tegen Rotterdammers zegt: dit is waar we met jullie naar toe willen. Dan moet je ook het maximale in het werk zetten om er voor te zorgen dat je waar kunt maken wat je hebt beloofd. Daar heb je slagkracht voor nodig. Daar heb je een coalitie voor nodig die met elkaar dezelfde kant op wil. Dat werkt niet als je met zes of zeven partijen in een college moet gaan zitten.
Is dat niet de toekomst, dat je naar coalities van vijf, zes partijen gaat?
Dat zou kunnen, dat wordt best lastig. Je ziet wat er landelijk gebeurd is, als vier partijen een akkoord moeten zien te sluiten. Dan krijg je dus een meer verwaterd akkoord dan met twee of drie partijen die dichter bij elkaar liggen.
een kort antwoord
Hoe ziet Rotterdam er over veertig jaar uit?
Je wil zeker een kort antwoord? (lach) In de ontwikkeling van 2002 naar nu, hebben we gezien dat Rotterdam aan het klimmen was. Dat Rotterdam zich ontwikkeld heeft van een stad die op het randje was van criminaliteit, verpauperde wijken, werkloosheid, enorm veel schooluitval – met de Cito toets stond
Rotterdam echt onderaan – naar een stad die aantrekkelijker werd. Aantrekkelijker voor toeristen, maar ook voor gezinnen en middeninkomens. De achterstanden en de verschillen worden weggewerkt. Het wordt in Zuid mogelijk om goed onderwijs te volgen, in een goeie job terecht te komen. Je ziet dat het NPRZ ook zijn vruchten begint af te werpen. Dat is een project dat je niet snel even afrond, dat de tien jaar die ervoor staan nodig heeft. Kinderen op Zuid horen dezelfde kansen te krijgen als die in Ommoord of Centrum. Ik hoop dat er in het Rotterdam over 40 jaar gelijke kansen zijn. Daar moeten we keihard aan werken en dat is wat we doen.
We moeten criminaliteit en de opkomende criminele ondermijning terugdwingen. We moeten af van die parallelle samenleving. Dat is het Rotterdam dat ik voor me zie in de toekomst; een stad die het op alle manieren goed doet.
Onderwijs in Rotterdam moet verbeterd worden, kinderen in het MBO moeten gewoon een eerlijke kans krijgen op een goeie opleiding en op een goede baan. En we moeten zorgen dat we de bedrijven van de toekomst naar Rotterdam blijven halen. De haven moet de potentie hebben om zich te blijven ontwikkelen als één van de grootste concurrerende spelers.
Dit interview werd opgetekend op 28 februari. Leefbaar en FvD presenteren midden maart hun zogeheten Agenda Deradicalisering. Het verkiezingsprogramma van de Leefbaar is onder deze link terug te vinden.
Foto's: ronald glasbergen