Roze Rieneke of de Charloisser Barbie

Al jarenlang was deze dichteres in roze, Rieneke Grobben Minderman, niet weg te denken uit het straatbeeld van Rotterdam. Eerst voornamelijk op Zuid, maar haar bekendheid groeide en al snel vulde haar verschijning ook andere delen van de stad. Altijd van top tot teen in het roze gekleed, een roze koffertje in de hand volgepropt met opgerolde gedichten. Gedichten vol scherpe observaties, in straattaal, altijd recht voor zijn raap. Je kon ook enorm met haar lachen. Vooral als ze het had gemunt op de bureaucratie. Ze was betrokken bij de mensen. Een jaar geleden nam ze deel aan mijn workshop poëzie, in de Pauluskerk en voor de Poëziebus. Dat schept een bandje.
Op 10 februari kreeg ze haar eigen straatnaambordje: Grobbentrap. Dat is een steegje tussen de Kaatsbaan en de Grondherendijk in Rotterdam-Charlois. Dankzij Joop van der Hor, die ook voor de uitgave heeft gezorgd van haar gedichten en kwinkslagen onder de titel ‘De wereld volgens Grobben’. Op 30 maart hebben we op de Zuiderbegraafplaats afscheid van Rieneke genomen. Ze is 73 geworden.
(Door Joop van der Hor)
Op Charlois ben ik geboren
Op Charlois werd ik groot
Op Charlois ligt heel mijn leven
Op Charlois blijf ik tot aan mijn dood !
“Je bent te laat Joop, het is voorbij”.
Daar stond ik dan, in de deuropening van kamer 11, 2e verdieping van het hospice Cadenza Zuid in Lombardijen. In mijn hand hield ik het eerste exemplaar vast van de roze gedichtenbundel ‘De Wereld volgens Grobben’. Volledig gemaakt naar de wens van mevrouw Minderman zelf. Van A tot X had ze de regie over het boekje, alleen de Y en Z mocht ik zelf invullen. Samen bedachten we de titel, samen kozen we de gedichten uit en samen genoten we van de vele verhalen en anekdotes die bij het samenstellen de revue passeerden. Genoten heb ik van de vele honderden gedichten op de rol die ik in 6 weken tijd heb gelezen en voor heb gelezen aan mijn vrouw Gina die al het typewerk verrichte. Ik ga haar daar niet voor bedanken, dat heeft Rieneke namelijk zelf al zo’n 20 keer gedaan. Mijn vrouw werd door haar liefdevol bij haar voornaam genoemd en ik, ik was altijd ‘Hor’, niks meer, niks minder. Niet voornaam aangesproken zoals ‘meneer de Boer’ van Radio Rijnmond of meneer Steef Vooren die haar liedje ‘Meisje van de Pompstraat’op muziek heeft gezet, nee alleen ‘Hor’.
Het boekje in mijn hand was nog nat van de verse drukinkt. Te laat? Niets daarvan. Rieneke had immers de proefdruk gezien en goedgekeurd en dat ze de harde kaft niet in haar handen zou mogen vasthouden… ach dat maakte mij niets uit. Wekenlang hebben we er 2 tot soms 3 keer in de week veel lol aan beleefd. En dankzij de mensen die eraan hebben meegewerkt zoals vormgever Ferry Fikkersen zij die het nu in hun boekenkast hebben staan, is haar liefste laatste wens vervuld; een eigen dichtbundel als literair testament aan haar geliefde stad Rotterdam.
Als extra toetje ook nog eens een eigen straatnaam ‘de Grobbentrap’, een Levensboom en binnenkort ook nog eens een prachtig blijvend monument op een zeer prominente plek in haar zo dierbare geboortewijk Charlois. De erkenning voor Rieneke als dichteres en schrijfster kwam laat op gang maar was zeker niet te laat !
Ik legde het boekje naast haar ontzielde, door de kanker verteerde magere en in roze pyjama gestoken lichaampje. Een zoute traan van verdriet vloeide uit mijn ooghoek. “Mag ik een foto van dit moment maken?” vroeg ik aan haar eeuwige verloofde Jan. Waarom ik dat vroeg? Geen idee. Wilde iets vastleggen voor niemand want zo’n foto zet je niet op Facebook, die laat je aan niemand zien. Maar waarom dan toch een foto?
Ik stond daar aan haar voeteneind en legde de camera aan. Op dat moment opende Rieneke haar ogen. Het bezorgde mij een bijna doodervaring, Ik schrok me op z’n Rotterdams gezegd de kolere! Was dit een laatste stuiptrekking? Een laatste groet? Niets van beiden. Rieneke keek mij doordringend aan en stelde die ene onvermijdelijke en zo voor de hand liggende vraag:“He Hor, zit mijn haar goed?”. Ik keek de van zijn verdriet bekomende Jan aan en alle drie schoten we daar in kamer 11 op de 2e verdieping van het hospice in de lach. “Ja, je haar zit goed hoor” aldus Hor tegen Grobben. En een zoete traan van vreugde biggelde op dat moment over mijn andere wang. Ze pakte haar bundel vast en sloeg het boekje open. Het heeft zo moeten zijn en het kan gewoonweg geen toeval zijn dat ze uitgerekend pagina 10 opsloeg. Samen keken we naar het door haarzelf geschreven verhaal ‘De Rooie’ over haar moeder dat eindigt met de zin: ‘mijn moeder vroeg steevast: ‘hoe zit mijn haar?’ Ik kan je vertellen, Die rooie d’r haar zat altijd goed’ aldus het verhaaltje uit ‘De Wereld volgens Grobben’.
Rieneke heeft nog 3 weken van het boekje mogen genieten maar vooral van de vele blijken van medeleven en erkenning. Van jullie kaarten, brieven, attenties, cadeautjes, brieven en bezoekjes. Jullie allemaal hier hebben haar laatste periode meer dan dragelijk gemaakt. Jullie hebben haar leven roze gekleurd in een moeilijke periode waar deze kleur langzaam aan het verbleken was maar nu krachtiger is dan ooit! Dank daarvoor!
Ik dacht Rieneke te kennen, maar niets is minder waar. Ik ben haar pas door haar vele koffers vol gedichten en verhalen leren kennen, net als ik Ries heb leren kennen en de kleinkinderen Max, Borre, Suuz en Tijs die ook zo’n mooie bijdrage hebben geleverd aan het boek. En natuurlijk haar mooie man Jan, een echte woordenaar, een echte taal goochelaar die in een paar woorden zegt waar Rieneke soms 2 meter papier voor nodig had. Nimmer week hij de afgelopen maanden van de zijde van zijn lieve Rieneke. Elke dag de lange reis van de Wolphaertsbocht naar Cadenza Zuid, elke dag griesmeelpap voeren en elke dag zijn eigen verdriet verborgen houden om zijn zieke vrouw ter zijde te staan. Aan dat reizen is nu een einde gekomen want Rieneke zelf gaat nu op reis. Dat laatste is vreemd, heel vreemd en heel tegenstrijdig want nooit eerder ging ze op reis om met vakantie te gaan en al helemaal niet alleen.
Luister maar naar haar eigen woorden;
“Ik hoef niet naar het buitenland, ik ben op reis in mijn eigen hoofd” aldus Grobben !
Op Charlois ben ik geboren
Op Charlois werd ik groot
Op Charlois ligt heel mijn leven
Op Charlois blijf ik tot aan mijn dood!