'Parsifal' door Pantus & Friends: schitterende locatieopera
Amfortas is koning van graalridders en bewaker van de heilige graal. Hij is de speer die daar deel van uitmaakt ooit in het grijze verleden van de ridders kwijtgeraakt aan tovenaar Klingsor. Die heeft koning Amfortas ermee verwond. Die bleef dus leven maar lijdt helse pijnen. Zijn wond kan alleen genezen worden door dezelfde speer die de wond gemaakt heeft. Alleen een heroïsche dwaas, zo gaat de legende, kan de graal terugwinnen. De naam van die dwaas is Parsifal.
Wagner aan de keukentafel
De ridders in het laatste deel van Wagner’s driedelige opera ‘Parsifal’ zijn oud en vermoeid van een leven lang wachten op de terugkeer van 'hun' wonder: de heilige graal. De keuze van een verzorgingstehuis als setting is raak gekozen door makers Marc Pantus, Merlijn Runia en producent Zinzi Frohwein: Parsifal's derde acte speelt in een omgeving waar het einde nadert. Je zou ook kunnen denken dat dit voor componist Richard Wagner zelf geldt in wiens sterfjaar 1882 de opera werd opgevoerd. Wagner, de megalomaan met zijn hang-ups en dictaten, zijn antisemitisme, zijn kolossale ego, zijn mythische Duitsheid, zijn meedogenloze zwaarte. Rijp voor de verzorging als daar niet diens geniale muzikale motieven, zijn vernieuwingsdrift en de fantastische enormiteit van zijn opera's als totaaltheater, tegenover zouden staan.
Het is materie die door Pantus cum suis met aandacht maar lichtvoetig laconiek benaderd wordt. De heilige graal is een aluminium bezemsteel, de wapenrusting van ridder Parsifal (Frank van Aken / Marcel Reijans), is een oude motorhelm en Kundry (Merlijn Runia) draagt schort en geel rubberen handschoenen. Ze lijken wonderwel te passen in de locatie en het altaarpodium van de kerk waar de voorstelling plaats vindt. Die kerk is niet zo maar een gebouw maar is de rond 1910 in Oosters orthodoxe stijl gebouwde stralend witte Cenakelkerk op de bosrijke Heilige Landstichting net buiten Nijmegen. Van het interieur ziet de toeschouwer gedurende de opera alleen de banken en podium waar het altaar is. Rechts staan de instrumenten, synthesizer (Andrea Friggi), harmonium (Tommy van Doorn / Dirk Luijmes), piano (Daan Boertien/Charlie Bo Meijering). Links een keukentafel met geruit kleedje.
Kundry op basgitaar
Het verhaal wordt geïntroduceerd door Merlijn Runia die kort het verhaal van de eerst twee acten vertelt. De hele opera duurt 5 uur. Hier wordt alleen de derde acte gespeeld, de apotheose die anderhalf uur duurt en waar alle verhaallijnen en muzikale motieven bij elkaar komen. Die derde acte van Wagner's verhaal van de heilige graal en de treurende graalridders die hij kort voor zijn dood voltooide. De inleidster zet een pruik op en wordt Kundry. Vanaf dan speelt ze alleen nog basgitaar en 'dient', want zoals zij opmerkt, in de mannenwereld van deel drie van 'Parsifal' is geen plaats voor vrouwen behalve in de bediening. De opera neemt een aanvang. Gurnemanz (Marc Pantus) komt op.
Mirakuleuze finale
De onderlinge twisten en gevechten van de oud geworden ridders liggen in het verleden. Maar hun treuren en lijden houden nooit op.Het verhaal speelt in de burcht waar de oud geworden ridders van de graal met aan het hoofd Amfortas (Marc Pantus / Wilbert Friedrichs) wachten op de terugkeer van de hun heilige relikwieën bovenal de, in het grijs verleden van het eerste bedrijf, door Klingsor geroofde speer waarmee Christus zijde doorboord is. Geen lichte kost ware het niet dat de enscenering simpel is gehouden. Koekjes op tafel, Amfortas in de rolstoel, Kundry ‘in de verzorging’ kapsels en kleding ouderwets en onverzorgd ontworpen. Het werkt. De muziek, zang en enscenering boeien, zijn sprankelend. De oud geworden 'Parsifal' heeft zijn taak vervult en aan het eind is er de werkelijk finale. Als alle heilige graalobjecten terug zijn in de burcht, verandert de setting de scene de kerk in een mirakel van licht.
Het is de prachtig gevonden apotheose van deze anderhalf uur korte voorstelling. Een onroerend feest van licht dat door de prachtige synthese van ruimte, muziek en spel niemand onberoerd laat. De Cenakelkerk zelf als het mirakel dat het is een eeuw geleden gesticht door drie gedreven mannen, een kunstenaar, een architect en een priester ze spelen opeens mee door hun gebouw als grote openbaring. Samen met de prachtige stemmen van solisten koor en de drieklank van toetseninstrumenten.
Niet te missen als het opnieuw wordt opgevoerd.
Koepelplafond Cenakelkerk Foto Anita Pantus