Nederlandse economie groeit ondanks tegenslagen
De overheidsfinanciën vertonen een opvallend herstel door tijdelijke factoren. Dat schrijft het CPB in haar Concept Macro Economische verkenning 2023. Daarnaast drukt de inflatie de schuldquote. De overheidsinkomsten profiteren na het herstel uit de coronacrisis van robuuste inkomsten in de winstbelasting. Daarnaast leidt de hoge gasprijs ook tot fors hogere gasbaten. Door de krappe arbeidsmarkt lukt het niet om alle geplande intensiveringen te doen, de overheidsuitgaven stijgen daarom minder dan begroot. Het EMU-saldo verbetert onder invloed van deze ontwikkelingen en bedraagt in 2023 -1,1% bbp. De schuldquote daalt, mede als gevolg van de inflatie (het ‘noemereffect') naar 47,1% van het bbp.
Het EMU-saldo is het verschil van inkomsten en uitgaven van de overheid. Inkomsten en uitgaven worden daarbij geboekt in het jaar dat economische waarde gecreëerd wordt of wanneer een recht dan wel verplichting ontstaat. De overheidsschuld als percentage van het bbp wordt ook wel de schuldquote genoemd. |
Sterk uit de coronacrisis
De Nederlandse economie is sterk hersteld uit de coronacrisis gekomen. De hoge groei in het afgelopen kwartaal en eind vorig jaar geeft voor 2022 nog een hoog groeicijfer van 4,6%, maar onderliggend is het beeld aan het kantelen. De oorlog in Oekraïne en de verstoringen door de coronacrisis hebben geleid tot een scherp opgelopen inflatie. Vooral de zeer snel gestegen energieprijzen raken een groeiend aantal huishoudens in de portemonnee nu steeds meer energiecontracten worden aangepast. Hierdoor komt de consumptiegroei de komende kwartalen tot stilstand. De inflatie en de daarmee gepaard gaande onzekerheid, en ook de renteverhogingen door centrale banken om de inflatie te beteugelen, remmen wereldwijd de economische groei. De verslechterde economische vooruitzichten in binnen- en buitenland maken ook bedrijven terughoudend om te investeren.
Groei BBP gaat door
Het bbp groeit komend jaar nog licht door het expansieve overheidsbeleid en doordat de uitvoer op peil blijft. Hoewel het CPB raamt dat een substantieel deel van de geplande intensiveringen niet kan worden gerealiseerd door aanbodproblemen en krapte op de arbeidsmarkt, resteert nog altijd een behoorlijke toename van de vraag vanuit de overheid. Ook de uitvoer zorgt nog voor groei. In 2023 valt de bbp-groei onder invloed van bovenstaande factoren terug naar 1,1%.
Het bbp kan via de productie worden berekend, maar ook via de inkomens of de bestedingen. Volgens deze laatste methode bestaat het bbp uit de optelling van consumentenbestedingen, investeringen, overheidsaankopen en de waarde van de export minus de waarde van de import. |
Als de energiecrisis niet verder escaleert, daalt de inflatie (cpi) van 9,9% dit jaar naar 4,3% komend jaar. Hoewel de inflatie enigszins verbreedt naar andere componenten zoals voedsel, blijft de inflatie eerst en vooral gedreven door de energieprijzen, in het bijzonder die van gas. Deze raming is gebaseerd op marktverwachtingen van de gasprijs, die volgend jaar een lichte daling laat zien, maar nog steeds ruim boven het niveau van de afgelopen jaren blijft liggen. Deze ontwikkeling blijft uiteraard zeer onzeker.
Krappe arbeidsmarkt, lonen niet veel omhoog
Ondanks de krappe arbeidsmarkt nemen de lonen opvallend weinig toe. De arbeidsmarkt blijft krap: tegenover het matigende effect van de afkoelende economie staat de aanhoudende vraag naar arbeidskrachten in de collectieve sector. De werkloosheid loopt licht op tot 3,9% in 2023. Uit de tot nog toe afgesloten cao’s valt geen substantiële versnelling in de loongroei waar te nemen, ondanks de krapte en de gunstige positie van met name de op export gerichte sectoren. Relatief gunstige winstcijfers in het bedrijfsleven en een dalende arbeidsinkomensquote (aiq) in 2023 suggereren ruimte voor loongroei, hoewel dit per sector en bedrijf sterk zal verschillen.