Beste remedie tegen problemen met levensonderhoud is verhoging inkomen

03 augustus 2022 door een van onze redacteuren
Beste remedie tegen problemen met levensonderhoud is verhoging inkomen
Met name de gasprijzen die nog veel hoger kunnen worden... Schema CPB

Bij blijvend hoge prijzen van energie en andere vaste lasten kunnen op termijn tussen de 670.000 en 1,2 miljoen huishoudens moeite krijgen met het betalen van hun maandelijkse lasten. Dat komt neer op tussen de 9% en 15% van alle huishoudens. Dit blijkt uit een stresstest naar de kosten van levensonderhoud van het Centraal Planbureau (CPB), die op 9 juni is gepubliceerd.

Half miljoen huishoudens met tekorten  

Met het prijsniveau van januari hebben circa 500.000 van de 7,6 miljoen huishoudens al te maken met een betaalbaarheidsprobleem. In de twee scenario’s komen daar 170.000 respectievelijk 650.000 huishoudens bij. Dat betekent dat in deze scenario’s in totaal negen respectievelijk vijftien procent van de huishoudens te maken hebben met betaalbaarheidsproblemen. Vooral lage inkomensgroepen en uitkeringsgerechtigden lopen risico. Onder bijstandsgerechtigden heeft bijvoorbeeld tussen de vijftig en tachtig procent van de huishoudens een betaalbaarheidsprobleem. Of deze huishoudens nu al te maken hebben met betaalbaarheidsproblemen hangt mede af van hun energiecontract. Huishoudens met betaalbaarheidsproblemen zullen zich moeten aanpassen in hun uitgavenpatroon (bijvoorbeeld onderhoud aan de woning uitstellen), in hun gebruik (bijvoorbeeld energie) of zullen moeten interen op hun financiële buffers.

De meeste huishoudens kunnen de hogere prijzen aan. In beide scenario’s heeft de meerderheid van de Nederlandse huishoudens voldoende inkomen om de hogere prijzen te betalen. Dit betekent niet dat ze geen nadeel ondervinden van de stijgende prijzen, maar ze komen er niet door in een kwetsbare financiële situatie.

Het verlagen van accijnzen, btw en belastingen op energie en brandstof is niet effectief en doelmatig, als het doel van de maatregelen is om dit soort betaalbaarheidsproblemen te bestrijden. De meeste huishoudens hebben de noodsteun niet nodig, en voor de kwetsbare huishoudens zijn deze verlagingen vaak onvoldoende om van hun tekort af te komen. Een bijkomend nadeel van het tijdelijke beleid van lagere belastingen, btw en accijnzen op energie en brandstof is dat het ten koste gaat van de prikkels tot verduurzaming.


Ongeveer veertig procent van de huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem heeft minder dan 2000 euro aan financiële buffers. Onder financiële buffers verstaan we liquide middelen, zoals bank- en spaartegoeden en aandelen en obligaties. Vermogen dat minder goed in te zetten is om tegenslag op korte termijn op te vangen - zoals vermogen in de eigen woning of onderneming of pensioenvermogen– is niet meegenomen. In beide scenario’s is het aandeel huishoudens met maximaal 2000 euro aan financiële buffers ongeveer even groot  Voor deze huishoudens is het dus moeilijk om de gestegen prijzen langdurig op te kunnen vangen met de aanwezige liquide middelen, zonder hun gebruik of uitgavenpatroon te veranderen. Daarentegen heeft een derde van de huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem een financiële buffer van minstens 10.000 euro. Deze huishoudens hebben meer ruimte en tijd om de prijsstijgingen te kunnen opvangen of hun gebruik of uitgavenpatroon aan te passen

Dit vraagstuk hangt samen met de problematiek rond armoede. Onze analyses laten zien dat ook een deel van de inkomens boven het sociaal minimum te maken krijgt met betaalbaarheidsproblemen. Bij permanent hogere prijzen zullen daarom meer huishoudens structureel onder de armoedegrens terechtkomen. De huidige prijsstijgingen leiden er immers toe dat de kosten van basisbehoeften zullen toenemen, waardoor de armoedegrens de facto naar boven wordt verlegd.


Huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem hebben niet alleen vaker een laag inkomen, ze zijn ook vaker alleenstaand, huurder en afhankelijk van toeslagen. In figuur 3 is te zien hoeveel huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem in het basisscenario een bepaald kenmerk hebben, vergeleken met de groep zonder betaalbaarheidsprobleem. In het donkere scenario zijn al deze aandelen bijna gelijk. In totaal heeft bijna negentig procent van de huishoudens met een betaalbaarheidsprobleem een inkomen tot modaal. De groep zonder betaalbaarheidsprobleem bestaat slechts voor zo’n dertig procent uit inkomens tot modaal. Ook is de groep met betaalbaarheidsproblemen vaak alleenstaand (met en zonder kinderen in totaal zeventig procent), huurder (65 à 70 procent) en ontvangt zorgtoeslag (70 à 75 procent). Andere, geringere, kenmerken die relatief veel voorkomen in vergelijking met de groep zonder betaalbaarheidsprobleem zijn het ontvangen van bijstand en huurtoeslag. De groep met een betaalbaarheidsprobleem gebruikt iets vaker relatief veel gas, maar het verschil met de groep zonder betaalbaarheidsproblemen is beperkt. Veel gebruik van elektriciteit, het bezit van een auto en veel gereden kilometers met de auto komen daarentegen iets minder vaak voor in de groep met een betaalbaarheidsprobleem.

Tijdelijk gericht beleid zoals de eenmalige tegemoetkoming van 800 euro is slechts deels effectief. Het helpt een deel van de ontvangers uit de betaalbaarheidsproblemen, maar voor een groot deel van de doelgroep is het bedrag onvoldoende. Daarnaast heeft het deel van de kwetsbare groep met een inkomen tussen 120 procent van het sociaal minimum en een modaal inkomen de steun wel nodig, maar ontvangt deze nu niet. 

Verhoging inkomen beste remedie 

Kansrijke oplossingen kunnen gezocht worden in beleid dat het besteedbaar inkomen van lage inkomens structureel verhoogt. Het CPB en het SCP hebben in Kansrijk Armoedebeleid (CPB en SCP, 2020) de voor- en nadelen van verschillende beleidsopties in kaart gebracht om de armoede in Nederland te verminderen. Denk hierbij aan aanpassingen van fiscale en sociale zekerheidsregelingen, zoals het verhogen van de bijstand en andere uitkeringen, het verhogen van het wettelijk minimumloon of het verzilverbaar maken van de heffingskortingen. Dit soort maatregelen in het inkomensbeleid vergt wel afweging tussen inkomensverdeling, arbeidsmarktprikkels en overheidsfinanciën

De hele Stresstest is hier te vinden 

Het CPB ging uit van in totaal 7,6 miljoen huishoudens. Volgens de rekenmethode van het CBS zijn het er 8 miljoen begin begin 2022  

 

 

 

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.