Onderzoek armoede Rotterdamse kinderen

Ook de rijkste landen in de wereld kennen armoede. Het lijkt een open deur: armoede is niet goed voor kinderen. Nu gaat daar wat Rotterdam betreft gericht wetenschappelijk onderzoek naar gedaan worden met als doel de negatieve effcten ervan te verminderen. Wordt die inspanning dan niet beter gestoken in het opheffen van armoede? Je zou zeggen van wel, maar dat is een ander verhaal.
Wetenschappelijk onderzoek laat zien dat opgroeien in armoede een bedreiging vormt voor de sociale, emotionele, fysieke, cognitieve en gedragsontwikkeling van kinderen en jongeren. Het voorkomen of verminderen van deze negatieve effecten van armoede is daarom van groot belang, maar tegelijkertijd een enorme uitdaging. Er is nog een gebrek aan kennis over wat werkt, voor wie en hoe.
Nieuwe inzichten nodig
“In Rotterdam groeit één op de zes kinderen op in een gezin in armoede” zegt wethouder Michiel Grauss. “Dat worden er gelukkig steeds minder maar Rotterdam is nog steeds koploper van Nederland en elk kind in armoede is er een teveel. We hebben de afgelopen jaren grote stappen gezet in onze armoede-aanpak, daarbij uitgaand van inzichten uit de praktijk, van professionals en de wetenschap. Ik heb het volste vertrouwen dat we nu met deze unieke samenwerking tussen de Hogeschool en EUR nieuwe wetenschappelijke inzichten gaan vinden om goed onderbouwde beleids- en praktijkkeuzes te maken. Zodat we de overdracht van armoede van generatie op generatie daadwerkelijk kunnen stoppen.”
Bijzonder hoogleraar Nicole Lucassen Foto MichelleMuus / EUR
Onderzoeksprogramma
Begin deze maand is daarom het vierjarig Rotterdamse Onderzoeksprogramma Kinderarmoede gestart. Dit staat onder leiding van prof. dr. Nicole Lucassen (Erasmus Universiteit Rotterdam (EUR)), bijzonder hoogleraar Kinderarmoede, en dr. Mariëtte Lusse (Hogeschool Rotterdam (HR)), lector Kinderarmoede. Beiden zijn per 1 februari benoemd en zijn de eerste (bijzonder) hoogleraar en lector Kinderarmoede in Nederland. De bijzondere leerstoel en het lectoraat zijn ingesteld door de gemeente Rotterdam en Nationaal Fonds Kinderhulp.
lector Kinderarmoede Mariëtte Lusse
Negatieve effecten reduceren
Met het Onderzoeksprogramma Kinderarmoede heeft Rotterdam een wetenschappelijk team dat oplossingen wil vinden voor de gevolgen van armoede bij kinderen en jongeren. Het doel is de negatieve effecten van armoede op opgroeiende kinderen te reduceren, zodat ook kinderen die opgroeien in armoede hun talenten kunnen ontplooien. Bijzonder hoogleraar Nicole Lucassen: “Vanuit de wetenschap verwachten we dat een combinatie van financiële ondersteuning en inzetten op de systemen rondom het opgroeiende kind een waardevolle benadering kan zijn in het bestrijden van de negatieve effecten van opgroeien in armoede. Hoe dit uitwerkt in de praktijk zullen we nader gaan onderzoeken. Geen gezin is hetzelfde. Daarom is aandacht voor maatwerk cruciaal. “Omgaan met armoede is complex en kan leiden tot handelingsverlegenheid bij professionals. Daarom gaan we samen met professionals, – en in gesprek met kinderen, jongeren en ouders – kennis vergaren om professioneel handelen te versterken,” vult lector Mariëtte Lusse aan.
Samenwerking scholen, fonds en gemeente
Het Onderzoeksprogramma Kinderarmoede is een samenwerking tussen Nationaal Fonds Kinderhulp, de gemeente Rotterdam, Hogeschool Rotterdam en Erasmus Universiteit Rotterdam en staat onder leiding van prof. dr. Nicole Lucassen (EUR) en dr. Mariëtte Lusse (lector Kinderarmoede, HR). Jan Wezendonk, directeur stichting Kinderhulp: “Kinderhulp is erg blij met de samenwerking met de EUR, HR en de gemeente Rotterdam. Samen de schouders zetten onder het verkrijgen van meer kennis over kinderen in armoede en de interventies die we doen. Ultiem bedoeld om te zorgen dat onze gezamenlijke impact zo groot mogelijk is”.