Levinas en Ghandi: Het wonder van verwantschap

22 augustus 2021 door incidentele auteur
Levinas en Ghandi: Het wonder van verwantschap
Emmanuel Levinas Foto Bracha L._Ettinger cco

Ephraim Meir werd onlangs uitgenodigd door de universiteit van Johannesburg om daar met een werkgroep het thema geweldloosheid uit te werken in een samenleving waar geweld schering en inslag is. Het resulteerde in het boekwerk ‘ The Marvel of Relatedness’ waarin Meir Gandhi en Levinas vergelijkt, de gelijkenissen en verschillen bij hun geweldloze filosofie. Wat betekent een relatie opbouwen? Zijn we mede verantwoordelijk voor onze vijand? Kan je structureel geweld wel negeren? Het thema is super actueel nu in Afghanistan de Taliban de macht heeft overgenomen. Is verzet geoorloofd tegen structureel geweld? Wordt de behoefte aan internationale acceptatie bij de Taliban tot een correctie op fanatisme en traditionalisme?

 Mahatma Ghandi . Fotograaf

Verschillen en gelijkenissen

(door Ephraim Meir) Mahatma Gandhi en Emmanuel Levinas hebben veel gemeen. Toch verschillen ze. Te vergeefs zal je zoeken in Levinas‘ filosofie naar medelijden met de beul. In plaats van te blijven hangen in de relatie tussen kolonisator en gekoloniseerde, begon Gandhi te denken aan een geweldloze weg waarbij een nieuw, breder, interpersoonlijk en intercultureel wij ontstaat. Geconfronteerd met een rover, kan je een houding aannemen van liefde en medelijden. Hierdoor breng je hem in de war en verander je zijn geest in plaats van wapens te gebruiken. Gandhi’s liefde voor de vijand en zijn poging om het hart te raken van de tegenstander ontbreken in Levinas‘ metafysica in de post-holocaust periode geeft Levinas meer gewicht aan zelfverdediging. Het ik is voor Levinas gewelddadig. Vanaf het aangezicht van de ander komt er een plicht naar ons toe ’ Je zult niet doden’. Gandhi richt zich op de toekomst. Het goede zal het kwade uiteindelijk overwinnen. Levinas focust zich op het heden. Gandhi legt de focus op de relatie van het ik, op haar afhankelijkheid van de anderen. Beide filosofen zien politiek zonder ethiek als problematisch, beide willen vrede die angst van de ander vervangt door angst voor de ander. Ze geloven niet in een vrede die het resultaat is van wapenstilstanden. Verantwoordelijkheid, oog voor de fouten van anderen, is bij beide terug te vinden. Levinas‘ en Gandi’s opvatting is minder gebaseerd op vrijheid en rechten van het individu maar meer op relatie. In Levinas‘ humanisme ben je de hoeder van je broeder. Gandhi ziet zich als een lijdende dienaar, die de pijn voelt van anderen en een zorgplicht heeft. Beide denkers achten nabijheid belangrijk.

Dialoog

Levinas wilde het hart van de vijand niet veranderen of smelten. Hij ging wel zo ver om te zeggen dat men verantwoordelijk is ook voor je vervolger. Gandhi’s ethische politiek werkt meer met radicale interrelaties en onderlinge afhankelijkheid, waarin het zelf en de ander haast uitwisselbaar zijn.

Zelfverdediging

Volgens Gandhi moet een regering vechten tegen anarchie. Gandhi geloofde sterk in de mogelijkheid van een dominante geweldloze samenleving. Levinas dacht dat er een soort geweld is, dat niet alleen toegelaten is, maar zelfs noodzakelijk. Zionisme was volgens hem noodzakelijk als oplossing voor de vervolgde Joden overal ter wereld. Voor Gandhi leidt geweldloosheid tot spirituele bevrijding. Hij vond dat je tegenstander moest overtuigd worden van zijn fout. Hij verkoos een liefhebbende christelijke God boven een machtige Joodse God. In 1938 schreef hij dat duizenden Joden op geen enkele manier dachten aan houden van de vijand.

Geweldloosheid en verantwoord geweld

Volgens Gandhi is de waardigheid en de menselijkheid van een mens gebaseerd op zijn positieve relatie met anderen. Zonder een visie van broeder- of zusterschap kan de mensheid zich niet ten volle ontplooien. Mens zijn is relatie leggen, ingebed zijn in een sociaal systeem en sociale verbanden ontwikkelen. Gandhi komt dicht bij de christelijke boodschap van liefde voor de vijand en zelf lijden in plaats van te kiezen voor geweld. Liefde voor de vijand voorkomt het gevaar dat we anderen de schuld geven van onze eigen tekortkomingen. Voor Levinas en Gandhi is blijvende vrede nooit het gevolg van geweld, dat weer geweld uitlokt. Toch krijgt zelfbehoud een grotere plek in Levinas‘ politieke denken vergeleken bij Gandhi. Volgens Levinas vraagt de hoge moraliteit van broeder- en zusterschap om een beperking, in de vorm van rechtvaardigheid voor iedereen. Vanuit Levinas‘ perspectief vragen broederschap en zusterschap om politieke, economische en sociale organisaties die rekening houden met de problematische natuur van menselijke wezens. Sociale structuren en systemen zijn niet vrij van structureel geweld en vallen daarom altijd onder de scepter van universele ethiek. Meer dan Gandhi is de holocaust overlever  Levinas vol aandacht voor de gevaren van mensen die leven vernietigen. Voor Gandhi wordt rechtvaardigheid bereikt door vergevingsgezindheid en medelijden. Volgens historici had Gandhi geen duidelijk beeld van de bedroevende positie van de Joden in het Duitsland van de dertiger jaren.

Een ontmoeting

Voor Gandhi en Levinas levert een goddelijke wet kritiek op legaal gewelddadige regimes. Joden hadden het recht op leven, in verzet te gaan en hierbij ondersteund te worden. Blootgesteld aan extreem geweld en aan ondenkbare ongelijkheid, hadden ze de plicht zichzelf te verdedigen.  Toch is de overwinning op de vijand geen zingen waard. Als de kinderen van Israël gered werden terwijl de Egyptenaren verdronken in de zee vertelde God hen : ‘Het werk van mijn handen is hen verdrinken, en jullie willen zingen voor mij?’ De blijdschap van de engelen was de vreugde van de overwinning over de vijand. God liet deze blijdschap niet toe.

Besluit

Gandhi en Levinas brachten ethiek en politiek samen. Levinas zag Israël als een haven voor Joodse vluchtelingen. Meer en meer gaat de fysieke aanwezigheid van massa’s het sociale, politieke en economische leven beïnvloeden. Er is een groeiende erkenning van geweldloze weerstand. De ander dienen is niet mogelijk zonder lijden. Dit lijden is nuttig omdat het lijden is voor de ander. Terzelfdertijd is het zelf ook kwetsbaar en heeft het haar eigen rechten.

onbekend cco 

Ephraim Meir is professor emeritus in de moderne en hedendaagse Joodse filosofie aan de Bar Ilan universiteit van Jeruzalem

 

 

Meer over:
Cookies

Deze website gebruikt noodzakelijke cookies voor een correcte werking en analytische cookies (geanonimiseerd) om de statistieken van de website bij te houden. Marketing cookies zijn nodig voor laden van externe content, zoals YouTube-video's of widgets van Sociale Media. Zie ons cookiebeleid voor meer informatie, of om je instellingen later aan te passen.